ECLI:NL:RBLIM:2024:7215

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
11303698 CV EXPL 24-4630
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Waardeloosverklaring hypothecaire inschrijving in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de ontbonden vennootschap B.V. Euroslagerijen Brunssum. De eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J. Roeland, vorderde de waardeloosverklaring van de hypothecaire inschrijving ten behoeve van Euroslagerijen op zijn woning. De hypothecaire inschrijving was ontstaan uit een overeenkomst van geldlening tussen eiser en Euroslagerijen, waarbij de hypothecaire inschrijving in het Kadaster was geregistreerd. Eiser stelde dat de hypothecaire inschrijving waardeloos was geworden omdat hij zijn laatste termijn aan Euroslagerijen had betaald en de vennootschap inmiddels was ontbonden. De kantonrechter oordeelde dat de hypothecaire inschrijving inderdaad waardeloos was, maar verklaarde eiser niet-ontvankelijk in zijn vorderingen tegen Euroslagerijen, aangezien de vennootschap niet meer bestond. De rechter wees de vordering tot waardeloosverklaring toe, maar wees de vordering tot uitvoerbaarheid bij voorraad af, omdat dit niet nodig was volgens de wet. Eiser droeg zijn eigen proceskosten. Het vonnis is in kracht van gewijsde gegaan, omdat eiser afstand deed van zijn recht op hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11303698 \ CV EXPL 24-4630
Vonnis in kort geding van 14 oktober 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J.J. Roeland,
tegen
de ontbonden vennootschap
B.V. EUROSLAGERIJEN BRUNSSUM,
laatstelijk gevestigd te Brunssum, thans zonder bekend kantooradres binnen Nederland of elders,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Euroslagerijen,
gemachtigde: J.N.M. Meijers (bij volmacht).

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 19 september 2024 met producties 1 tot en met 9;
- de mondelinge behandeling van 7 oktober 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van het winkel-woonhuis met ondergrond, tuin, erf en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend als gemeente [kadasternummer] (hierna: de woning).
2.2.
Tussen [eiser] en Euroslagerijen is een overeenkomst van geldlening tot stand gekomen. Bij notariële akte van 20 maart 1992 is het recht van hypotheek ten gunste van Euroslagerijen op de woning gevestigd, waarna het hypotheekrecht werd ingeschreven in de registers van het Kadaster.
2.3.
Op 16 juli 1999 is tussen [eiser] en een derde een koopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de woning. Daarin is bepaald dat de akte van transport zal worden gepasseerd zodra twee hypothecaire schulden wegens geldleningen, waaronder die aan Euroslagerijen, door [eiser] in zijn totaliteit zijn afgelost en/of terugbetaald en de te dier zake vigerende hypothecaire inschrijvingen zijn doorgehaald.
2.4.
Op 2 april 1993 heeft [eiser] het laatste termijnbedrag aan Euroslagerijen betaald.
2.5.
Per 8 maart 2001 is Euroslagerijen geregistreerd als ontbonden rechtspersoon in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
2.6.
Tot op heden is de hypothecaire inschrijving in de registers van het Kadaster niet doorgehaald en is de akte van transport niet gepasseerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van Euroslagerijen in de proceskosten:
de hypothecaire inschrijving ten behoeve van Euroslagerijen op de woning waardeloos zal verklaren; en
zal bepalen dat dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte voor elke rechtshandeling die nodig is tot doorhaling van de hypothecaire inschrijving.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vorderingen primair de stelling ten grondslag dat de hypothecaire inschrijving vanaf 2 april 1993 waardeloos is geworden door terugbetaling van de laatste termijn aan Euroslagerijen, dat Euroslagerijen als hypotheekhouder heeft nagelaten om het Kadaster instructie te geven tot doorhaling van het hypotheekrecht en dat dit een omissie is geweest. Voor zover de hypothecaire inschrijving niet waardeloos zou zijn, legt [eiser] aan zijn vorderingen subsidiair de stelling ten grondslag dat de rechtsvordering tot nakoming van de verbintenis tot zekerheid waarvoor de hypothecaire inschrijving strekt, is verjaard.
3.3.
Euroslagerijen erkent de vorderingen van [eiser] en voert verweer tegen de proceskosten dat strekt tot afwijzing van die kosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Rechtsmacht Nederlandse rechter en toepasselijk recht
4.1.
De vordering heeft een internationaal karakter omdat [eiser] in [woonplaats] woont. Dit betekent dat de kantonrechter eerst moet vaststellen welke rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van het voorliggende geschil en daarna welk recht van toepassing is.
4.1.1.
Omdat de woning waarop het hypotheekrecht is gevestigd is gelegen in Nederland, is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 24 lid 1 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012.
4.1.2.
De kantonrechter zal het onderhavige geschil beoordelen naar Nederlands recht. Uit de stellingen van partijen kan immers worden afgeleid dat zij het Nederlands recht van toepassing achten op het onderhavige geschil nu deze stellingen daarop zijn gebaseerd.
Inhoudelijke beoordeling van het geschil
4.2.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of [eiser] ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is.
4.3.
[eiser] heeft voldoende spoedeisend belang bij de vordering omdat de woning niet kan worden geleverd zolang het hypotheekrecht van Euroslagerijen niet is doorgehaald.
4.4.
Euroslagerijen is per 8 maart 2001 uitgeschreven uit het handelsregister. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is hiermee voldoende aannemelijk dat de vennootschap is opgehouden te bestaan. Een rechtspersoon die niet meer bestaat, kan in beginsel ook geen partij meer zijn in een procedure. [eiser] moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.5.
[eiser] is echter wel aan te merken als onmiddellijk belanghebbende in de zin van artikel 3:29 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en uit dien hoofde heeft hij een zelfstandig belang om de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos te laten verklaren als degene die de verklaring had behoren af te geven dat niet doet of heeft gedaan.
4.6.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat namens Euroslagerijen de vorderingen van [eiser] worden erkend. Het door [eiser] gevorderde onder 1 zal daarom worden toegewezen. Het gevorderde onder 2 zal worden afgewezen omdat uit artikel 3:29 lid 4 BW volgt dat dit vonnis na inschrijving de bewaarder machtigt tot doorhaling van de waardeloze inschrijving, zodat toewijzing daarvan niet nodig is.
4.7.
De door [eiser] gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad zal worden toegewezen nu hij tijdens de mondelinge behandeling nadrukkelijk heeft verklaard af te zien van zijn recht op hoger beroep. Dit betekent dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis openstaat en dat het per heden in kracht van gewijsde gaat.
4.8.
[eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling ook verklaard af te zien van de proceskostenveroordeling en zal zijn eigen proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen gericht tegen Euroslagerijen,
5.2.
verklaart de hypothecaire inschrijving ten behoeve van Euroslagerijen op het winkel-woonhuis met ondergrond, tuin, erf en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] , kadastraal bekend als gemeente [kadasternummer] , waardeloos in de zin van artikel 3:29 BW,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
bepaalt dat [eiser] zijn eigen proceskosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 14 oktober 2024.
CL