ECLI:NL:RBLIM:2024:7197

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
14 oktober 2024
Zaaknummer
10845123 \ CV EXPL 23-5596
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande facturen in het kader van transportovereenkomsten met verjaringseffecten

In deze zaak vordert Mila Montage B.V. (hierna: Mila) betaling van openstaande facturen van I.T.C. Alles Voor Uw Kantoor N.V. (hierna: ITC) in het kader van transportdiensten. Mila heeft in de periode van 9 september 2021 tot 5 augustus 2022 vijftien facturen aan ITC gestuurd ter hoogte van in totaal € 15.437,24. ITC heeft geprotesteerd tegen diverse facturen en heeft betaling opgeschort vanwege een tegenvordering. Mila heeft ITC op 10 november 2022 gesommeerd om de openstaande facturen te betalen, maar ITC heeft gereageerd dat zij nog wachtte op correctienota's.

De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld, waarbij ITC als verweer heeft aangevoerd dat zij niet de opdrachtgever was voor de transporten na 1 maart 2022, maar dat dit door Workwize gebeurde. ITC heeft ook een beroep gedaan op verjaring van de vorderingen. De kantonrechter oordeelt dat de verjaringstermijn van één jaar, zoals bepaald in het CMR-verdrag en de Algemene Vervoerscondities, is verstreken. De laatste factuur dateert van 5 augustus 2022, en de verjaringstermijn is geëindigd op 29 november 2023. Aangezien de dagvaarding pas op 12 december 2023 is betekend, zijn de vorderingen van Mila verjaard.

De kantonrechter wijst de vorderingen van Mila af en veroordeelt haar in de proceskosten van ITC, die zijn begroot op € 1.152,00. Dit vonnis is uitgesproken op 9 oktober 2024 door de kantonrechter A.P.A. Bisscheroux.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10845123 \ CV EXPL 23-5596
Vonnis van 9 oktober 2024
in de zaak van
MILA MONTAGE B.V.,
te Bavel,
eisende partij,
hierna te noemen: Mila,
gemachtigde: Inkassier, Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
I.T.C. ALLES VOOR UW KANTOOR N.V.,
te Hoensbroek, gemeente Heerlen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: ITC,
gemachtigde: mr. J.F.G. Godart.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van Mila
- de brief zijdens ITC d.d. 17 juni 2024
- het tussenvonnis van 17 september 2024 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen
- de mondelinge behandeling van 17 september 2024, waarvan aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mila verricht transporten in opdracht van derden. Op haar activiteiten zijn de bepalingen van het CMR-verdrag en de Algemene Vervoerscondities (AVC 2002) van toepassing.
2.2.
ITC verkoopt en levert kantoormeubilair. Eén van haar klanten is het bedrijf Workwize te Amsterdam.
2.3.
In ieder geval tot 1 maart 2022 gaf ITC aan Mila opdracht om de door Workwize bij haar gekochte meubels te transporteren naar (klanten van) Workwize. Partijen twisten over de vraag of ná die datum de transportopdrachten door Workwize zelf werden gegeven, of dat ITC opdrachtgever is gebleven.
2.4.
In de periode tussen 9 september 2021 en 5 augustus 2022 heeft Mila vijftien facturen aan ITC gestuurd ter hoogte van in totaal € 15.437,24 inclusief btw. Dit betrof verzamelfacturen voor diverse transporten, naar (afnemers van) Workwize, maar ook naar andere klanten van ITC.
2.5.
ITC heeft tegen diverse facturen van Mila na ontvangst geprotesteerd.
2.6.
Op 10 november 2022 heeft de incassogemachtigde van Mila ITC schriftelijk gesommeerd om de openstaande facturen binnen 2 dagen te betalen. ITC heeft daarop gereageerd met de mededeling dat ITC nog steeds in afwachting was van correctienota’s.
2.7.
Op 15 december 2022 heeft Mila aan ITC een creditfactuur gestuurd ter correctie van meerdere facturen. Hiermee werd in totaal een bedrag van € 1.172,77 inclusief btw gecrediteerd.
2.8.
ITC had een tegenvordering op Mila. Zij heeft betaling van de door haar erkende facturen opgeschort totdat deze vordering (in januari 2023) was voldaan.
2.9.
Op 10 januari 2023 heeft ITC een betaling gedaan aan Mila van € 3.432,83 en op
16 januari 2023 van € 6.534,00.

3.Het geschil

3.1.
Mila vordert - samengevat - veroordeling van ITC tot betaling van € 6.468,47, vermeerderd met rente en kosten. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
Hoofdsom na creditfactuur: € 14.264,47
Handelsrente tot 21/11/2023 € 1.253,19
Buitengerechtelijke kosten
€ 917,64
Totaal € 16.435,30
Betaald
€ 9.966,83-/-
Totaal € 6.468,47
3.2.
ITC voert verweer. Zij stelt dat zij heeft geprotesteerd tegen (onderdelen van) de facturen omdat niet zij, maar Workwize, voor diverse gefactureerde transporten de opdrachtgever is geweest en dat zij de betaling van het wel-erkende deel gedurende enige tijd heeft opgeschort vanwege een tegenvordering op Mila, waardoor zij niet in verzuim is geraakt. Ook doet ITC een beroep op verjaring.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt in het onderstaande ingegaan.

4.De beoordeling

Verjaring
4.1.
ITC heeft weliswaar primair als verweer aangevoerd dat niet zij, maar WorkWize, na 1 maart 2022 opdrachtgever was van Mila wat betreft de niet door haar betaalde transporten, maar subsidiair heeft zij zich ook op verjaring beroepen, Nu dat laatste verweer slaagt, behoeft het primaire verweer geen beoordeling. Wat het beroep op verjaring betreft, overweegt de kantonrechter als volgt.
4.2.
Volgens artikel 32 van het toepasselijke CMR-verdrag en artikel 28 van de Algemene Vervoerscondities (AVC2002) geldt een verjaringstermijn van één jaar.
4.3.
Deze termijn gaat lopen steeds na afloop van drie maanden na het sluiten van de vervoersovereenkomst. De laatste factuur waarvan Mila betaling vordert, dateert van
5 augustus 2022 en betreft transporten op 26 en 29 juli 2022. Dat zou betekenen dat van deze laatste factuur de verjaringstermijn is beginnen te lopen op 29 november 2022 en dat die is geëindigd op 29 november 2023. De verjaringstermijn van de andere facturen is op eerdere tijdstippen begonnen, maar die verjaring is gestuit door de brief van 10 november 2022 (r.o. 2.6.). De verjaringstermijn voor deze facturen is geëindigd op 10 november 2023. De dagvaarding is betekend op 12 december 2023. Toen waren de vorderingen dus al verjaard.
4.4.
Op de mondelinge behandeling is door de gemachtigde van Mila gezegd dat ITC in de tussenliggende periode “heel vaak is aangeschreven”, maar dat zij die stukken niet bij zich had. Gelet op het feit dat het verjaringsverweer al bij conclusie van antwoord is gevoerd en in het tussenvonnis expliciet is vermeld dat het verjaringsverweer onderwerp zou zijn van de ter mondelinge behandeling te bespreken onderwerpen, gaat de kantonrechter aan deze opmerking voorbij. Als de verjaring inderdaad vóór 10 november 2023 was gestuit, had Mila dat inmiddels kunnen aantonen.
4.5.
Uit het voorgaande volgt reeds dat de vorderingen van Mila worden afgewezen.
4.6.
Al hetgeen partijen verder hebben aangevoerd behoeft geen beoordeling meer.
4.7.
Mila is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ITC worden begroot op:
- salaris gemachtigde
1.017,00
(3 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.152,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Mila af,
5.2.
veroordeelt Mila in de proceskosten van € 1.152,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Mila niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.