ECLI:NL:RBLIM:2024:709

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
C/03/326362 / KG ZA 24-10
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot overdracht domeinnaam en verbod op registratie nieuwe domeinnamen in kort geding

In deze zaak heeft Stichting Bospop, een organisatie die jaarlijks een muziekfestival organiseert, een kort geding aangespannen tegen Slampaq Solutions B.V. en Slampaq Holding B.V. met als doel de overdracht van de domeinnaam en een verbod op het registreren van nieuwe domeinnamen met de term 'Bospop'. De procedure is gestart op basis van een vermeend spoedeisend belang, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Stichting Bospop niet heeft aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang. De rechtbank heeft vastgesteld dat Stichting Bospop in het verleden stil heeft gezeten en onvoldoende heeft onderbouwd waarom zij nu niet kan wachten op de uitkomst van een bodemprocedure. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Stichting Bospop afgewezen en haar niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is Stichting Bospop veroordeeld in de proceskosten van Slampaq, die zijn begroot op € 1.973,00. Het vonnis is uitgesproken op 14 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: C/03/326362 / KG ZA 24-10
Vonnis in kort geding van 14 februari 2024
in de zaak van
STICHTING BOSPOP,
te Weert,
eisende partij,
hierna te noemen: Stichting Bospop,
advocaten: mr. M.C. Coops en mr. S.F. Niens te Amsterdam,
tegen

1.SLAMPAQ SOLUTIONS B.V.,

te Weert,
2.
SLAMPAQ HOLDING B.V.,
te Weert,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Slampaq,
advocaat: mr. B.T.G.M. Lamers en mr. B. van Duijn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte vermeerdering van eis en overlegging producties 1 t/m 22 (zonder productie 15) van Stichting Bospop
- de conclusie van antwoord in kort geding inclusief producties 1 t/m 14
- de e-mail van 30 januari 2024 van mr. Coops met aanvullende productie 23 ten behoeve van de mondelinge behandeling alsmede overlegging van de ontbrekende productie 15
- de mondelinge behandeling van 31 januari 2024, ter gelegenheid waarvan door Stichting Bospop spreekaantekeningen zijn overgelegd.
1.2.
Slampaq heeft bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerdering van Stichting Bospop. Op dit bezwaar zal in de beoordeling worden teruggekomen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald op 14 februari 2024.

2.De feiten

2.1.
Stichting Bospop is in 1986 opgericht en organiseert sindsdien jaarlijks het gelijknamige festival, veelal met behulp van vrijwilligers. [domeinnaambeheerder] (hierna: [domeinnaambeheerder] ) is in het verleden als vrijwilliger en thans als medewerker betrokken bij Stichting Bospop in de functie van manager marketing, communicatie & IT.
2.2.
Stichting Bospop is houdster van twee Benelux beeldmerken ingeschreven op 24 december 2008 (nummer 856747) en op 13 december 2023 (nummer 1495847).
2.3.
In het jaar 2000 heeft [domeinnaambeheerder] de website gebouwd en de domeinnaam op zijn naam geregistreerd. Op 19 mei 2006 heeft [domeinnaambeheerder] de vennootschappen Slampaq Solutions BV en Slampaq Holding BV opgericht en de domeinnaam overgedragen aan Slampaq Solutions BV. De website wordt door Stichting Bospop gebruikt voor de communicatie met haar klanten. Slampaq host en onderhoudt de website ten behoeve van Stichting Bospop tegen betaling.
2.4.
De samenwerking tussen partijen is gegroeid en op enig moment heeft Slampaq ook andere mediakanalen aangemaakt en/of onderhouden voor Bospop (Facebook en YouTube) en beheert Slampaq de Microsoft 365-omgeving.
2.5.
Op 21 november 2023 heeft Slampaq de domeinnamen en geregistreerd op naam van Slampaq Holding BV.
2.6.
Tussen partijen is een geschil ontstaan over de vraag wie rechthebbende is van de domeinnaam , de verschillende mediakanalen en de Microsoft 365-omgeving en de (on)rechtmatigheid van het registreren van andere domeinnamen door Slampaq met gebruik van het woord “Bospop”. In afwachting van een rechterlijke uitspraak hebben partijen een regeling getroffen, inhoudende – kort gezegd – dat Slampaq de website verder onderhoudt en beheert tegen betaling van een fee van € 3.000,- per maand en Stichting Bospop volledige toegang krijgt tot de socialmediakanalen en de Microsoft 365-omgeving.

3.Het geschil

3.1.
Stichting Bospop vordert na vermeerdering van eis (schuingedrukt) dat de voorzieningenrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. Slampaq Solutions, waar nodig met medewerking van Slampaq Holding, te bevelen om de domeinnamen ,
en binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis over te dragen aan Stichting Bospop en daartoe iedere medewerking te verlenen, daaronder begrepen maar niet beperkt tot het opvragen, invullen, ondertekenen en opsturen van de daartoe benodigde overdrachtsformulieren, met het bevel de verhuistoken ter effectuering van de overdracht te e-mailen aan mr. Coops op [e-mailadres] ;
2.
Slampaq te verbieden een of meer domeinnamen te registreren met daarin de term “Bospop” of daarmee overeenstemmende tekens;
3. Slampaq Solutions, waar nodig met medewerking van Slampaq Holding, te bevelen om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis het account van [medewerker] aan te wijzen als beheerder (gebruiker met onbeperkte rechten) van de social media accounts zoals genoemd in de dagvaarding (i.e. Facebook en YouTube) en op eerste verzoek daartoe van een medewerker van Stichting Bospop binnen één werkdag medewerking te verlenen aan de verwijdering van de beheerdersrol van Slampaq Solutions en/of Slampaq Holding en/of [domeinnaambeheerder] ;
4. Slampaq Solutions, waar nodig met medewerking van Slampaq Holding, te bevelen om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis [medewerker] aan te wijzen als Globale beheerder (gebruiker met onbeperkte rechten) in de Microsoft 365-omgeving en op eerste verzoek daartoe van een medewerker van Stichting Bospop binnen één werkdag medewerking te verlenen aan de verwijdering van de beheerdersrol van Slampaq Solutions en/of Slampaq Holding en/of [domeinnaambeheerder] ;
5. te bepalen dat bij overtreding van een van de bevelen zoals genoemd
onder 1 t/m 4aan Stichting Bospop een dwangsom verschuldigd is van EUR 1.000,- per dag of dagdeel dat in strijd met het betreffende bevel wordt gehandeld, met een maximum van EUR 250.000,-;
6. Slampaq
hoofdelijkte veroordelen in de kosten van deze procedure, in ieder geval 33,33% van de door Stichting Bospop daadwerkelijk gemaakte kosten zoals gespecificeerd in Productie 15 ex art. 1019h Rv, onder bepaling dat indien deze kosten niet tijdig betaald zouden zijn, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is, alsmede de nakosten ad EUR 131,- zonder betekening, en EUR 199,- na betekening van het vonnis.
3.2.
Slampaq voert verweer. Slampaq concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Stichting Bospop, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Stichting Bospop, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Stichting Bospop in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

De wijziging van eis
4.1.
Alvorens de voorzieningenrechter overgaat tot een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen van Stichting Bospop, rijst de vraag of de beoogde eisvermeerdering van Stichting Bospop moet worden toegestaan. Slampaq heeft uitdrukkelijk bezwaar gemaakt tegen de vermeerdering van eis. Er wordt volgens Slamaq een geheel nieuw onderwerp (registratie van nieuwe domeinnamen) in de zaak betrokken die over de vraag gaat wie rechthebbende is van de domeinnamen en socialmediakanalen die door Stichting Bospop worden gebruikt.
4.2.
Artikel 130 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, de eiser bevoegd is zijn eis of de gronden daarvan schriftelijk te veranderen of te vermeerderen. De gedaagde is bevoegd daartegen bezwaar te maken op grond dat de verandering of vermeerdering in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Daarvan is sprake indien gedaagde door de wijziging van eis onredelijk wordt bemoeilijkt in zijn verdediging dan wel daardoor het geding onredelijk wordt vertraagd. Slampaq heeft de vermeerdering van eis naar eigen zeggen ontvangen op 25 januari 2024, ongeveer een week voor de mondelinge behandeling. Gelet op de uitvoerige conclusie van antwoord heeft Slampaq voldoende gelegenheid gehad om te reageren op de gewijzigde eis. De eiswijziging (hierboven onder 3.1. opgenomen onder 1, 2, 5 en 6, zie schuingedrukt) wordt dan ook toegestaan.
Is Stichting Bospop bevoegd vertegenwoordigd?
4.3.
Slampaq heeft bij wijze van verweer aangevoerd dat Stichting Bospop niet rechtsgeldig is vertegenwoordigd. Slampaq voert daartoe het volgende aan. Op 30 november 2022 heeft de rechtbank een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/292905 / HA ZA 21-291 (productie 1 bij conclusie van antwoord in kort geding). In die procedure ging het om de rechtsgeldigheid van het ontslag van [bestuurder 1] , [bestuurder 2] en [bestuurder 3] als bestuurders van Stichting Bospop. De rechtbank heeft onder r.o. 4.3. het besluit van 13 maart 2021 waarbij [bestuurder 1] , [bestuurder 2] en [bestuurder 3] als bestuurders van de Stichting Bospop zijn ontslagen vernietigd. Stichting Bospop is tegen die uitspraak in hoger beroep gekomen. Op het hoger beroep is nog niet beslist. De drie genoemde bestuurders ( [bestuurder 1] , [bestuurder 2] en [bestuurder 3] ) hebben aangegeven niet achter de onderhavige procedure te staan en de standpunten die in deze procedure door Stichting Bospop worden ingenomen niet te onderschrijven. Het standpunt van de overige bestuurders ( [bestuurder 4] , [bestuurder 5] en mogelijk ook [medewerker] ) is niet bekend, zodat het de indruk wekt dat zij niet zijn geraadpleegd. Enerzijds stelt Slampaq zich op het standpunt dat het gehele bestuur had moeten besluiten tot het voeren van onderhavige procedure en anderzijds dat aangezien meer bestuurders tegen de procedure zijn dan ervoor, de wens van de 3 bestuurders om deze procedure niet te voeren prevaleert.
4.4.
Door Stichting Bospop is aangevoerd dat op basis van artikel 2:292 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in combinatie met artikel 7 lid 2 van de statuten van Stichting Bospop de stichting kan worden vertegenwoordigd door twee bestuurders. Nu twee bestuurders opdracht hebben verstrekt om de procedure namens de stichting te voeren, is de stichting wel bevoegd vertegenwoordigd, aldus Stichting Bospop.
4.5.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Uit de wet volgt dat een stichting wordt vertegenwoordigd door haar bestuur (artikel 2:292 lid 1 BW). Daarmee wordt het voltallige bestuur bedoeld. Daarnaast kunnen de statuten de bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen aan een of meer bestuurders. Die bevoegdheid van het voltallige bestuur op grond van lid 1 en van één of meer bestuurders bij statuten toegekende bevoegdheid (lid 2) is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit (artikel 2:292 lid 3 BW). Verder bepaalt lid 3 dat een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging slechts door de stichting kan worden ingeroepen.
4.6.
De voorzieningenrechter volgt Slampaq niet in haar stelling dat in dit geval enkel het voltallige bestuur bevoegd zou zijn. Dat volgt niet uit de wet en staat niet in de uitspraak van 30 november 2022. In die uitspraak heeft de rechtbank in r.o. 3.12 enkel geoordeeld over het besluitvormingsproces met betrekking tot de nieuwe bestuurs- en toezichtstructuur binnen de stichting, zodat die overweging geen betrekking heeft op andere besluiten.
4.7.
Nu Slampaq de geldigheid van de door Stichting Bospop ingebrachte, niet ondertekende statuten slechts bij gebrek aan wetenschap heeft betwist, is tussen partijen niet in geschil dat op basis van de statuten van Stichting Bospop aan twee gezamenlijk handelende bestuurders vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend als bedoeld in artikel 2:292 lid 2 BW. Verder staat niet ter discussie dat [bestuurder 6] en [bestuurder 7] bestuurders zijn, die in dit geval gezamenlijk hebben gehandeld. Slampaq stelt dat er méér andersdenkende bestuurders zijn, waardoor [bestuurder 6] en [bestuurder 7] niet langer bevoegd zouden zijn. Die stelling van Slampaq vindt geen steun in de wet of in de rechtspraak. Een stichting kan de vertegenwoordiging in haar statuten regelen en beperken, door op te nemen dat bestuurders slechts gezamenlijk bevoegd zijn. Dat is hier ook gebeurd, waarbij is bepaald dat twee gezamenlijk handelende bestuurders de stichting kunnen vertegenwoordigen. Die bepaling is op grond van artikel 2:292 lid 3 BW onvoorwaardelijk, zodat [bestuurder 6] en [bestuurder 7] de stichting in dit geval mochten vertegenwoordigen. Ten overvloede overweegt de voorzieningenrechter dat enkel de stichting een beroep op een bevoegdheidsbeperking als bedoeld in artikel 2:292 BW kan doen, zodat Slampaq hier geen beroep op kan doen.
Spoedeisend belang
4.8.
Stichting Bospop stelt dat zij spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Zij voert daartoe aan dat ook een dreiging van een rechtsschending voldoende is om een verbodsvordering in kort geding toe te wijzen. Slampaq voert hiertegen verweer.
4.9.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vooropgesteld wordt dat een vordering die beoogt een einde te maken aan een (gestelde) voortdurende inbreuk op
(IE-)rechten in beginsel als spoedeisend kan worden aangemerkt. De omstandigheden van het geval kunnen echter meebrengen dat spoedeisendheid ontbreekt. De vraag of een eisende partij in kort geding een voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient beantwoord te worden aan de hand van een afweging van alle betrokken belangen, beoordeeld naar het moment van de uitspraak. De omstandigheid dat een eiser heeft stilgezeten kan bij die belangenafweging een rol spelen.
4.10.
De door Stichting Bospop ingestelde vorderingen strekken verder dan een verbodsvordering in kort geding. Ten aanzien van de vorderingen tot overdracht van de domeinnaam, socialmediakanalen en Microsoft 365-omgeving geldt dat door Slampaq door overlegging van e-mailcorrespondentie gemotiveerd aangevoerd dat Stichting Bospop in ieder geval in 2018, 2020 en 2022 wist dat Slampaq stelt rechthebbende daarvan te zijn. Stichting Bospop heeft dit gegeven jarenlang geaccepteerd en geen actie ondernomen. Door Stichting Bospop is onvoldoende gemotiveerd onderbouwd waarom nu zodanige spoed is geboden dat zij de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten.
4.11.
Dat partijen een (tijdelijke) regeling hebben getroffen en dat Stichting Bospop uit hoofde daarvan per maand € 3.000,- aan Slampaq dient te voldoen, is onvoldoende om een spoedeisend belang aan te nemen. Ook is door Slampaq gemotiveerd aangevoerd dat Stichting Bospop op dit moment volledige toegang heeft tot de thans in gebruik zijnde domeinnaam, socialmediakanalen en Microsoft 365-omgeving en dat Slampaq bereid is bij vragen of problemen het nodige te doen om ervoor te zorgen dat Stichting Bospop zo weinig mogelijk hinder ondervindt.
4.12.
Voor het gevorderde verbod tot het registreren van nieuwe domeinnamen waarin het woord “Bospop” voorkomt, geldt dat de gestelde (dreigende) rechtsinbreuk niet is gebleken. Door Slampaq is terecht aangevoerd dat Stichting Bospop enkel het beeldmerk met woordkenmerken heeft geregistreerd en niet het woord “Bospop” als zodanig. Van een dreigende inbreuk is dan ook niet gebleken, zodat een spoedeisend belang niet op die grond kan worden aangenomen.
4.13.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat Stichting Bospop niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat mede gelet op de relevante belangen van partijen, het vereiste spoedeisende belang aan de zijde van Stichting Bospop ontbreekt. De overige verweren van Slampaq behoeven daarom geen nadere bespreking.
Proceskosten
4.14.
Stichting Bospop is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Slampaq worden begroot op:
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.973,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verklaart Stichting Bospop niet-ontvankelijk in haar vordering,
5.2.
veroordeelt Stichting Bospop in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Stichting Bospop niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.R.A. Timmermans-Vermeer en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.
MS