Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.SLAMPAQ SOLUTIONS B.V.,
2.
SLAMPAQ HOLDING B.V.,
1.De procedure
- de akte vermeerdering van eis en overlegging producties 1 t/m 22 (zonder productie 15) van Stichting Bospop
- de mondelinge behandeling van 31 januari 2024, ter gelegenheid waarvan door Stichting Bospop spreekaantekeningen zijn overgelegd.
2.De feiten
3.Het geschil
Slampaq te verbieden een of meer domeinnamen te registreren met daarin de term “Bospop” of daarmee overeenstemmende tekens;
onder 1 t/m 4aan Stichting Bospop een dwangsom verschuldigd is van EUR 1.000,- per dag of dagdeel dat in strijd met het betreffende bevel wordt gehandeld, met een maximum van EUR 250.000,-;
hoofdelijkte veroordelen in de kosten van deze procedure, in ieder geval 33,33% van de door Stichting Bospop daadwerkelijk gemaakte kosten zoals gespecificeerd in Productie 15 ex art. 1019h Rv, onder bepaling dat indien deze kosten niet tijdig betaald zouden zijn, hierover vanaf de achtste dag wettelijke rente verschuldigd is, alsmede de nakosten ad EUR 131,- zonder betekening, en EUR 199,- na betekening van het vonnis.
4.De beoordeling
(IE-)rechten in beginsel als spoedeisend kan worden aangemerkt. De omstandigheden van het geval kunnen echter meebrengen dat spoedeisendheid ontbreekt. De vraag of een eisende partij in kort geding een voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient beantwoord te worden aan de hand van een afweging van alle betrokken belangen, beoordeeld naar het moment van de uitspraak. De omstandigheid dat een eiser heeft stilgezeten kan bij die belangenafweging een rol spelen.