ECLI:NL:RBLIM:2024:703

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
03/201908-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting met oplegging van gevangenisstraf en schadevergoeding aan benadeelde partij

Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 30 januari 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie beschouwde de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar en consistent, ondersteund door andere bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en WhatsApp-berichten. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de seksuele handelingen met wederzijdse instemming plaatsvonden. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen van het slachtoffer geloofwaardig waren en dat er voldoende steunbewijs was voor de bewezenverklaring van verkrachting. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en de vordering van de benadeelde partij werd volledig toegewezen, inclusief schadevergoeding voor materiële en immateriële schade. De rechtbank benadrukte de ernst van het delict en de impact op het slachtoffer, wat leidde tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/201908-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 30 januari 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord [naam 1] van Slachtofferhulp Nederland. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte [slachtoffer] heeft verkracht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de verkrachting bewezen. De officier van justitie neemt de verklaringen van [slachtoffer] tot uitgangspunt voor de bewijsvoering. De verklaringen die zij heeft afgelegd, zijn betrouwbaar en consistent en vinden voldoende steun in andere bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van haar moeder en de verklaringen van [naam 2] en [naam 3] . Ook de schermafbeeldingen van het Whatsappgesprek tussen de verdachte en [slachtoffer] ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer] . De verklaring van de verdachte acht de officier van justitie daarentegen volstrekt ongeloofwaardig. Deze vindt bovendien geen steun in de bewijsmiddelen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. De verdachte en [slachtoffer] hebben seks gehad met wederzijdse instemming.
Als bewijs voor de verkrachting is alleen de verklaring van [slachtoffer] voorhanden, en dit is onvoldoende. De overige bewijsmiddelen in het dossier zijn alle afkomstig uit één bron: [slachtoffer] . De verklaringen die [slachtoffer] heeft afgelegd zijn weliswaar consistent, maar dit geldt ook voor de verklaringen die de verdachte heeft afgelegd. De schermafbeeldingen van het Whatsappgesprek dat tussen de verdachte en [slachtoffer] heeft plaatsgevonden, kunnen niet worden aangemerkt als steunbewijs. De getoonde berichten vormen slechts een deel van het gesprek, en passages die het verhaal van de verdachte kunnen bevestigen, ontbreken. Uit dit gesprek kan bovendien niet worden afgeleid dat [slachtoffer] door de verdachte is verkracht.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit bewezen op grond van de onderstaande bewijsmiddelen.
Verbalisant [naam 4]relateert naar aanleiding van het informatief gesprek zeden met [slachtoffer] in een proces-verbaal, voor zover hier van belang, het volgende: [2]

Zij had maandag 30 mei 2022 omstreeks 23:00 uur afgesproken met “ [verdachte] ”. Hij was met de auto en ze zijn een stukje gaan rijden. Bij “” [Naam woonwijk] is hij een veldweg in gereden. Hij wilde seks met haar maar zij wilde dat niet en ze heeft dat ook tegen hem gezegd. Op de achterbank van de auto heeft hij haar broek en onderbroek uitgetrokken, zij stribbelde tegen. [verdachte] heeft haar vaginaal verkracht, met een condoom. Ook heeft hij haar gevingerd en gezoend. Hij heeft haar borsten gezoend en in haar nek heeft ze zuigzoenen/letsel. Zij had naar een collega van haar de "locatie" gestuurd omdat het niet goed voelde voor haar. Toen deze collega, [naam 3] haar belde pakte [verdachte] haar telefoon af. Later heeft zij aan [naam 3] verteld wat er gebeurd was. Nadat het gebeurd was is zij naar huis gegaan. Ze heeft na de verkrachting nog via Whatsapp contact met [verdachte] gehad.”
[slachtoffer]heeft in haar aangifte, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [3]

Ik had met hem afgesproken bij de [winkel] in Echt. Wij zijn naar een afgelegen plek gereden. Toen hij daarnaartoe reed had ik een onderbuikgevoel. Toen we daar 5 minuten waren ging hij iets uit de achterbak pakken. Toen hij terugkwam pakte hij mijn gezicht stevig vast en zoende hij mij. Ik kwam niet los. Ik zei dat ik het allemaal te snel vond gaan, maar daar had hij geen boodschap aan. Hij stond aan mijn kant van de auto en hij wilde dat ik uit de auto kwam. Dat heb ik gedaan. Hij wilde vervolgens dat ik achter in de auto ging zitten. Dat wilde ik niet maar hij forceerde mij om achter in de auto te gaan zitten en hij duwde mij achterin. Ik vond dat het hardhandig ging. Hij luisterde niet naar mij. Toen ik achterin zat was duidelijk dat hij achter uit de auto een condoom had gepakt. Hij zat aan mij en wilde mijn bh losmaken. Ik heb mij een half uur verzet om te voorkomen dat hij mijn kleren uitdeed, maar op een gegeven moment kon ik niet meer. Hij is sterker dan mij. Hij kwam agressief over. Hij zei: “als je tegen mij nee zegt, dan geef ik je een klap”. Hij raakte mij beneden aan. Toen ging hij met zijn vingers naar binnen. Dat deed pijn. Ik zei dat ik het niet fijn vond maar dat maakte hem niks uit. Toen heeft hij mij pijn gedaan in mijn nek, bijten en zuigzoen. Het was een soort gevecht. Hij bleef dat gewoon doen. Toen wilde hij mijn broek losmaken. Ik heb mij verzet maar het lukte hem toch. Ik zij dat ik niet wilde maar hij luisterde gewoon niet. Hij heeft toen mijn broek uitgedaan en heeft seks met mij gehad zonder dat ik dat wilde. Toen zijn we weggegaan en naar mijn auto gereden. Ik ben naar huis gereden en heb mijn collega gebeld. Die collega had ik al eerder een locatie gestuurd omdat ik het al niet vertrouwde. Ik heb ook een andere collega gebeld. Ze zei doe maar rustig en probeer te slapen.
(…)
Ik had hem verteld dat ik op de eerste avond geen seks met een jongen zou hebben. Toen hij naar de achterbak ging heb ik mijn locatie naar mijn collega [naam 3] geappt. Ik vertrouwde het niet. Zij heeft mij een paar keer gebeld erna. Hij zij dat ik op moest nemen. Ik nam op en toen heb ik een lulverhaal bedacht. [naam 3] zei: “wat doe je raar, waarom hijg je zo? Ik maakte me zorgen om jou en wilde al naar je toe rijden”. Hij gebaarde op de achtergrond dat ik niks mocht zeggen en op een gegeven moment pakte hij mijn telefoon af en heeft opgehangen. Ik was bang dat hij mij iets zou aandoen. Hij was agressief.
(…)
Ik zei tegen hem dat ik geen seks wilde. Hij pakte mij bij mijn armen en heeft mij toen in de auto gezet. Hij begon mij te zoenen en trok mijn benen onderuit zodat ik onderuit lag. Ik had het gevoel dat hij zich niet kon beheerden. Ik ging rechtop zitten en dan trok hij me weer omlaag dat bleef zo doorgaan. Hij zat tussen mijn benen in. Hij trok mijn broek naar beneden. Hij begon mij aan te raken, duwde mijn string op zij en hij duwde zijn vingers naar binnen in mijn vagina. Dat deed pijn. Hij ging door. Op een gegeven moment heeft hij zijn eigen broek uitgedaan. Hij probeerde mijn hand op zijn geslachtsdeel te leggen, maar dat wilde ik niet. Ik trok mijn hand weg, maar hij trok deze weer terug. Toen hij merkte ik dat ik hem daar niet wilde aanraken, ik denk dat hij dacht dat er maar een manier is om hem te bevredigen en dat is hem erin duwen. Hij pakte mijn benen om mij nog meer onderuit te krijgen. Mijn broek was op mijn knieën. Het is hem gelukt mij te penetreren. Hij heeft een arm van mij tegen de hoofdsteun geduwd zodat ik daar niks mee kon en toen heeft hij seks met mij gehad.
De verdachteheeft, –zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [4]

Wij hadden afgesproken in Echt. Wij zijn een stukje gaan rijden en toen ergens gestopt. Wij zijn op de achterbank gaan zitten en gaan zoenen. Toen zijn we steeds verdergegaan en toen hebben wij seks gehad. Daarna hebben wij nog Whatsappcontact gehad. De Whatsappbericht in de bijlage van het verhoor bij de politie zijn van de dag nadat het gebeurd is.
Getuige [naam 5]heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [5]

[verdachte] vertelde dat hij had geneukt met [slachtoffer] . Ik heb [slachtoffer] toen gebeld en verteld dat [verdachte] mij dat had gezegd. Zij moest toen huilen. Een dag of twee drie later hadden wij afgesproken en daar vertelde ze dat ze bij [bijnaam] (de rechtbank begrijpt dat dit een bijnaam is van de verdachte)
in de auto was gestapt en hij aan haar begon te kleffen. Hij begon haar aan te raken aan haar benen en tieten. Toen zij mij dit vertelde zag ik dat ze huilde en paniek had. Ze wilde niet dat het naar buiten kwam.
Getuige [naam 2]heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [6]
[slachtoffer] en ik hebben geen super goed contact. Ik kreeg een telefoontje van haar in de nacht. Ik geloof tussen 00:30 en 01:30 uur. Dat is rond 31 mei 2022 geweest. Ze belde en was aan het huilen. Ze was van streek. Dat hoorde ik aan de manier van praten, het trillen van de stem en tussendoor slikken. Ze gaf aan dat ze verkracht was en dat die jongen haar bij de keel had gegrepen. Ze vertelde dat ze met die jongen had afgesproken en dat ze in de auto is verkracht.”
Getuige [naam 6]heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [7]

Ik hoorde [slachtoffer] bellen, ze was overstuur. Toen ze klaar was met bellen ben ik naar boven gelopen. Toen stortte ze bijna neer. Ze zei: ‘’mama, ik wilde het niet, maar ik was bang dat je boos zou worden.” Het eerste waar ik van schrok was dat haar nek helemaal blauw was. Ze vertelde dat ze avonddienst had gehad en dat ze had afgesproken met een jongen en dat hij haar had verkracht. Ze vertelde mij dit de dag nadat ze aangifte had gedaan. Toen ze mij dit vertelde trilde ze als een gek en was wit in haar gezicht. Pure paniek. Ze stortte letterlijk in elkaar. Ze kon nauwelijks op haar benen staan. Helemaal gebroken. Kapot.”
Getuige [naam 3]heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard: [8]
“Ik had die avond samen dienst met [slachtoffer] . [slachtoffer] stuurde mij die avond een locatie door waar ze op dat moment was. Ik heb die geopend, ik weet echt niet meer waar dit was. Dat was ergens langs de weg. Ik vroeg haar waarom ze dit doorstuurde. Zij reageerde hier niet op. Ik heb haar veel berichten gestuurd en gebeld. Hier reageerde ze niet op. Ik belde haar weer en toen nam ze op. Ze was stil. Ik vroeg haar waarom stuurde je die locatie. Ik weet wel nog dat ze verder geen informatie gaf. Ik vond dit vreemd. Je stuurt wel die locatie maar verder geef je geen informatie meer. Ik vroeg aan haar waar ze was en ze zei toen dat ze mij dit later zou vertellen. Achteraf begreep ik dat ze was verkracht. Toen [slachtoffer] mij dit vertelde keek ze geschrokken. Ze stotterde en kwam niet uit haar woorden.
Zij stuurde mij die locatie na 22:45 uur. Ik heb gewerkt tot 22:30 uur. Ik heb haar telefonisch gesproken tussen 00:00 en 00:30 uur.”
In een WhatsApp gesprek [9] schrijft de verdachte aan [slachtoffer] : “iedereen kunnen eens fouten maken”, “Ja is gebeurd ik kan ook niks aan doen”, “Maar is automatisch gebeurd door jou gedraag je hebt te schattig gedaan” en “misschien heb ik verkeerd begrijpen door je gedraag met me snap je”.
Bewijsoverweging
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige, in dit geval [slachtoffer] . Voor een bewezenverklaring moet daarnaast sprake zijn van steunbewijs, afkomstig van een andere bron. In zedenzaken kan een geringe mate van steunbewijs, in combinatie met de genoemde verklaring van het slachtoffer, voldoende wettig bewijs van het tenlastegelegde opleveren.
Dit betekent dat – in een geval als het onderhavige, waarin wordt ontkend dat sprake is geweest van verkrachting en er geen getuigen van het incident zijn – de rechtbank eerst de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer moet beoordelen en daarnaast moet bepalen of voor de verklaringen van het slachtoffer voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is.
Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster c.q. het slachtoffer op bepaalde punten bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Daarbij geldt dat tussen de genoemde verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
Betrouwbaarheid verklaringen
De rechtbank ziet geen redenen om aan de juistheid van de verklaringen van [slachtoffer] te twijfelen. De rechtbank gebruikt haar verklaringen dan ook voor het bewijs. De verklaring van [slachtoffer] bij de politie komt in belangrijke mate overeen met het informatief gesprek zeden dat 11 dagen eerder plaatsvond. Beide verklaringen zijn gedetailleerd en in grote lijnen consistent.
Steunbewijs
De vraag dient zich vervolgens aan of de verklaringen van [slachtoffer] voldoende worden ondersteund door andere bewijsmiddelen.
Haar verklaring vindt ten eerste steun in de verklaringen van de getuigen die zijn gehoord. Deze getuigen verklaren over de hevige gemoedstoestand die zij waarnemen bij [slachtoffer] als zij vertelt over het incident. In het bijzonder de verklaring van getuige [naam 2] die kort na het incident wordt gebeld door [slachtoffer] . [naam 2] hoorde een hevige emotie en trilling in de stem van [slachtoffer] en hoorde haar huilen. Getuige [naam 6] , de moeder van [slachtoffer] , verklaarde over de dag na het incident. Zij verklaarde dat [slachtoffer] bijna niet meer op haar benen kan staan en dat haar nek onder de blauwe plekken zat. De hevigheid van deze emoties past niet bij het door de verdachte geschetste scenario dat [slachtoffer] en hij met wederzijds instemmen seks hebben gehad.
Ander steunbewijs vormt het hierboven weergegeven Whatsappgesprek tussen de verdachte en [slachtoffer] . De berichten van de verdachte bevestigen volgens de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] dat zij verkracht is, en tonen aan dat de verdachte wist dat hij fout was.
De verklaringen van de verdachte daarentegen acht de rechtbank ongeloofwaardig. Zij passen niet in de context van het Whatsappgesprek. Ook ontkent de verdachte dat [slachtoffer] in de auto een telefoongesprek heeft gevoerd, terwijl [slachtoffer] en getuige [naam 2] hier beiden over verklaren en er voor de rechtbank ook geen aanleiding is om aan de juistheid van de verklaring van de getuige [naam 2] te twijfelen.
Dwang
De rechtbank acht de gang van zaken als beschreven door [slachtoffer] , waaruit blijkt dat de seksuele handelingen die aangeefster heeft ondergaan onder dwang hebben plaatsgevonden, betrouwbaar. Uit haar verklaring volgt dat zij bij herhaling heeft gezegd dat verdachte moest stoppen, en dat zij zich meermaals ook fysiek heeft geprobeerd te verzetten. De verdachte bleef echter doorgaan, gebruikte daarbij geweld, dreigde met geweld en voorkwam zo dat [slachtoffer] aan zijn handelingen kon ontsnappen.
De rechtbank acht, gelet op het voorgaande, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting van [slachtoffer] .
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
in de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Echt, door geweld en bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn, verdachtes, vingers en penis in de vagina van die [slachtoffer] en bestaande dat geweld en die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hieruit dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer] in zijn auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en
- met kracht het gezicht van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en haar heeft gezoend en
- die [slachtoffer] , toen zij naast de auto stonden, bij de armen heeft vastgepakt en haar op de achterbank van de auto heeft geduwd en
- het lichaam van die [slachtoffer] heeft betast en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar een klap zou geven als ze nee zou zeggen, en
- die [slachtoffer] in haar nek heeft gezoend en gebeten en
- aan de benen van die [slachtoffer] heeft getrokken, zodat zij onderuit schoof en in een liggende positie terechtkwam en
- tussen de benen van die [slachtoffer] is gaan zitten en
- de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en
- de string van die [slachtoffer] opzij heeft geduwd en
- zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en
- de hand van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en op zijn penis heeft gelegd en
- ( opnieuw) de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en haar onderuit heeft getrokken en
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en blijven liggen en
- de arm van die [slachtoffer] tegen een hoofdsteun heeft geduwd en geklemd en
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en
- telkens voorbij is gegaan aan de verbale en non-verbale signalen van die [slachtoffer] dat ze het niet wilde en dat ze het niet fijn vond en dat hij haar pijn deed en dat hij moest stoppen, en misbruik heeft gemaakt van zijn lichamelijk overwicht op die [slachtoffer] toen zij zich fysiek verzette, en een zodanig dreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] zich niet meer kon en durfde te verzetten tegen de seksuele handelingen van verdachte en daaraan geen weerstand meer kon en durfde te bieden.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging zijn in de bewezenverklaring verbeterd.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Verkrachting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 36 maanden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Voor wat betreft de strafmodaliteit en strafmaat heeft de raadsman (subsidiair) bepleit om bij een veroordeling van de verdachte, af te wijken van de eis van de officier van justitie en aansluiting te zoeken bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (de LOVS-oriëntatiepunten) waarbij het uitgangspunt een gevangenisstraf van 24 maanden is.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft [slachtoffer] , die - ook volgens de verdachte -duidelijk te kennen had gegeven op deze eerste date nog geen seks te willen, meegenomen naar een afgelegen plek en haar daar in zijn auto verkracht. Met zijn handelen heeft de verdachte een zeer ernstige inbreuk gemaakt op het vertrouwen en de lichamelijke en persoonlijke integriteit van [slachtoffer] . Slachtoffers van dergelijke delicten ondervinden, naar de ervaring leert, hiervan veelal nog lang de psychische nadelige gevolgen. Dat dit voor [slachtoffer] niet anders is, blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring die namens haar ter terechtzitting is voorgelezen. Tot de dag van vandaag heeft zij het gebeuren nog steeds niet kunnen verwerken. Zij heeft het gevoel dat ze sinds de dag van de verkrachting niet meer leeft, maar overleeft. Zij kan nergens meer van genieten en heeft last van nachtmerries. De verdachte heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen lustgevoelens en zich geen rekenschap gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor [slachtoffer] . Daarbij leidt een dergelijk strafbaar feit ook in de maatschappij, en dan met name bij vrouwen, tot gevoelens van angst en onveiligheid.
De rechtbank neemt het de verdachte ten slotte kwalijk dat hij geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en geen berouw heeft getoond.
Bij de ernst van het feit en de impact op [slachtoffer] past naar het oordeel van de rechtbank slechts een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur. Voor de hoogte van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS-oriëntatiepunten). Met deze oriëntatiepunten, die een gemiddelde weergeven van wat in den lande voor vergelijkbare vergrijpen wordt opgelegd, wordt beoogd rechtsongelijkheid tegen te gaan. Voor een verkrachting met een beperkte mate van dwang vermelden de LOVS-oriëntatiepunten een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.
Alles afwegend zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf van 24 maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een bedrag van € 880,99 aan materiële schade en € 5.775,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het gevorderde bedrag aan materiële schade bestaat uit de volgende schadeposten:
  • € 537,00 aan kosten therapie;
  • € 108,00 aan reiskosten naar therapie;
  • € 235,99 voor de bijdrage van het eigen risico voor het onderzoek in het ziekenhuis.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel moet worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente, en heeft gevorderd over het toe te wijzen bedrag de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in verband met de door hem bepleite vrijspraak. Mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen, dan dienen de gevorderde kosten voor therapie en de reiskosten naar de therapie afgewezen te worden. De benadeelde partij heeft zelf gekozen voor een therapievorm die niet wordt vergoed door haar zorgverzekering, terwijl zij ook kon kiezen voor een vorm die wel wordt vergoed. Deze kosten kunnen daarom niet worden verhaald op de verdachte. Voor de reiskosten naar het ziekenhuis en het politiebureau en de betaling van het eigen risico heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het gevorderde aan immateriële schade dient bij een bewezenverklaring gematigd te worden tot een bedrag dat doorgaans wordt vergoed in vergelijkbare zaken. Een bedrag rond de
€ 2.500,00 is dan passend. De zaak waarnaar de benadeelde in het voegingsformulier heeft verwezen, is niet vergelijkbaar met deze zaak. In die zaak werd het slachtoffer verkracht in haar eigen woning, en daar is in dit geval geen sprake van.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat het gevorderde aan materiële schade geheel kan worden toegewezen. Het staat een benadeelde partij vrij om vergoeding van zorgkosten te vorderen in het strafproces, ongeacht of deze schade wel of niet door de zorgverzekering vergoed wordt. Ook de reiskosten naar de therapie komen voor vergoeding in aanmerking.
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het handelen van de verdachte. Deze schade is het rechtstreekse gevolg van het bewezenverklaarde feit. De aard en de ernst van de normschending brengen mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat de in artikel 6:106, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ zonder meer kan worden aangenomen. De rechtbank heeft voor het toe te wijzen bedrag rekening gehouden met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend en acht toewijzing van het gevorderde bedrag van € 5.775,00 billijk.
Wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel
Het toegewezen bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal de schadevergoedingsmaatregel opleggen over het schadebedrag, zodat de inning van het verschuldigde bedrag de benadeelde partij uit handen wordt genomen door de Staat. Ook dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f en 242 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden;

Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

  • wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer] , van een bedrag van 6.655,99 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Voornoemd bedrag bestaat uit € 880,99 aan materiële schade en € 5.775,00 aan immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 6.655,99, bestaande uit € 880,99 aan materiële schade en € 5.775,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 68 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.C.A.M. Philippart, voorzitter, mr. K.G. Witteman en
mr. D.W.H.M. Wolters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 februari 2024.
Buiten staatMr. Wolters en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks de periode van 30 mei 2022 tot en met 31 mei 2022 te Echt, in de gemeente Echt-Susteren
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer
handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) en/of penis in de vagina van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hieruit dat hij, verdachte,
- die [slachtoffer] in zijn auto heeft meegenomen naar een afgelegen plek en/of
- ( met kracht) het gezicht van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of haar heeft gezoend en/of
- die [slachtoffer] , toen zij naast de auto stonden, bij de armen heeft vastgepakt en/of haar op de achterbank van de auto heeft geduwd en/of gezet en/of
- het lichaam van die [slachtoffer] heeft betast en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar een klap zou geven als ze nee zou zeggen, althans woorden van gelijke strekking en/of
- die [slachtoffer] in haar nek heeft gezoend en/of gebeten en/of
- aan de benen van die [slachtoffer] heeft getrokken, zodat zij onderuit schoof en/of in een liggende positie terecht kwam en/of
- tussen de benen van die [slachtoffer] is gaan zitten en/of
- de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
- de string van die [slachtoffer] opzij heeft geduwd en/of
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gebracht en/of
- de hand van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of op zijn penis heeft gelegd, althans heeft geprobeerd te leggen en/of
- ( opnieuw) de benen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of haar onderuit heeft getrokken en/of
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of blijven liggen en/of
- de arm van die [slachtoffer] tegen een hoofdsteun heeft geduwd en/of geklemd en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of gebracht en/of
- ( telkens) voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van die [slachtoffer] dat ze het niet wilde en/of dat ze het niet fijn vond en/of dat hij haar pijn deed en/of dat hij moest stoppen en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn lichamelijk overwicht op die [slachtoffer] toen zij zich fysiek verzette, althans probeerde te verzetten en/of
- een zodanig dreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer] zich niet (meer) kon en/of durfde te verzetten tegen en/of onttrekken aan de seksuele handelingen van verdachte en/of daaraan geen weerstand (meer) kon en/of durfde te bieden.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg met proces-verbaalnummer PL2300-202208148, gesloten d.d. 23 juli 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 130.
2.Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden van 8 juni 2022, pag. 6 en 7.
3.Het proces-verbaal van aangifte van 11 juni 2022, pag. 8 tot en met 19.
4.Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 21 juli 2023 en de daarbij behorende bijlagen, pag. 93 tot en met 130
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuige d.d. 6 juli 2023, pag. 85 tot en met 89.
6.Het proces-verbaal van verhoor van getuige van 29 juni 2023 (moet zijn 28 juni 2023, zie het proces-verbaal van bevindingen van 7 juli 2023, pag. 70), pag. 71 tot en met 74.
7.Het proces-verbaal van verhoor van getuige van 9 juni 2023, pag. 75 tot en met 79.
8.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 3] van 28 juni 2023, pag. 80 tot en met 84.
9.Een geschrift, zijnde printscreens van een WhatAppgesprek tussen de verdachte en [slachtoffer] , pag. 105, 106, 116, 122