Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 8 mei 2024
- de akte van [eiser] .
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over een huurcontract. [eiser] vorderde onder andere betaling van achterstallige huur, toegang tot het gehuurde en ontbinding van de huurovereenkomst. De procedure begon met een dagvaarding en omvatte onder andere een mondelinge behandeling op 8 mei 2024. De feiten van de zaak zijn als volgt: [gedaagde] huurde een appartement van [eiser] voor een totaalbedrag van € 800,00 per maand, inclusief energiekosten. [eiser] kondigde meerdere huurverhogingen aan, maar [gedaagde] weigerde deze te betalen. [eiser] verzocht [gedaagde] ook om toegang tot het appartement te verschaffen, wat door [gedaagde] werd geweigerd. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] terecht de huurverhogingen had geweigerd, omdat de huurovereenkomst een all-in huurprijs betrof en er geen grondslag was voor de verhogingen. Ook werd geoordeeld dat [eiser] geen voldoende zwaarwegend belang had om toegang tot het appartement te eisen, waardoor de vorderingen van [eiser] werden afgewezen. De kantonrechter veroordeelde [eiser] in de proceskosten van [gedaagde].