ECLI:NL:RBLIM:2024:6805

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
03.011513.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugszaken met betrekking tot MDMA-productie

Op 1 oktober 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het vervaardigen van MDMA. De verdachte, geboren in 1989 en woonachtig in Venlo, werd bijgestaan door advocaat mr. Y.W.A.M. van der Koelen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 17 september 2024, waarbij zowel de verdachte als de officier van justitie hun standpunten naar voren brachten. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de medeplichtigheid aan de productie van MDMA, terwijl de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte had zijn kelderbox uitgeleend aan medeverdachten, maar er was geen overtuigend bewijs dat hij op de hoogte was van de activiteiten die daar plaatsvonden. De rechtbank concludeerde dat de bijdrage van de verdachte niet van voldoende gewicht was om te spreken van medeplegen of medeplichtigheid aan de productie van MDMA. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Daarnaast werd ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan nieuwe strafbare feiten. De rechtbank gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.011513. 24
Parketnummer : 01.159746.21 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 1 oktober 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortedatum] 1989,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. Y.W.A.M. van der Koelen, advocaat kantoorhoudende te Tegelen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 17 september 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [naam medeverdachte 1] met het parketnummer 03.010873.24 en medeverdachte [naam medeverdachte 2] met het parketnummer 03.010810.24.

2.De tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
al dan niet samen met (een) ander(en) opzettelijk MDMA heeft vervaardigd, geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, dan wel aanwezig heeft gehad (primair) dan wel zijn kelderbox ter beschikking heeft gesteld (voor de opslag van goederen ten behoeve van) de productie van harddrugs (subsidiair);
al dan niet samen met (een) ander(en) ruimtes heeft gebruikt en diverse voorwerpen en chemicaliën/stoffen voorhanden heeft gehad ter voorbereiding of bevordering van de productie van MDMA.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair onder feit 1 tenlastegelegde en tot bewezenverklaring van het subsidiair onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde.
Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verdachte medeplichtig is geweest aan het vervaardigen en verhandelen van MDMA. Uit de berichten die op 27 december 2023 zijn verstuurd, zowel de mail van de vriendin van de verdachte als de berichten tussen medeverdachte [naam medeverdachte 2] en medeverdachte [naam medeverdachte 1] , blijkt dat iedereen duidelijk wist wat er in verdachtes kelderbox aan de hand was. De verdachte heeft door zijn kelderbox uit te lenen aan medeverdachte [naam medeverdachte 2] ofwel om daar spullen in op te slaan ofwel om deze ter beschikking te stellen voor de productie van harddrugs voorwaardelijk opzet gehad op het vervaardigen en/of verhandelen van MDMA. Door zijn kelderbox ter beschikking te stellen heeft hij zich ook schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van MDMA.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde, wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Daartoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat het dossier geen wettig en overtuigend bewijs bevat dat er sprake was van een rol van voldoende gewicht om te spreken van een voor medeplegen nauwe en bewuste samenwerking. Ook ten aanzien van de tenlastegelegde medeplichtigheid is geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig. Medeplichtigheid vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte gericht was op de behulpzaamheid zelf, maar ook dat het opzet van de verdachte, al dan niet in voorwaardelijke vorm, is gericht op het door de dader(s) gepleegde misdrijf (gronddelict). De verdachte had geen wetenschap en geen beschikkingsmacht over hetgeen zich in zijn kelderbox bevond. Er is derhalve geen sprake van opzet op het behulpzaam zijn, ook niet in voorwaardelijke vorm, noch van opzet op het gronddelict.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en zal hem daarvan dan ook vrijspreken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Aan de verdachte is primair onder feit 1 het medeplegen van het opzettelijk vervaardigen, telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren van MDMA tenlastegelegd. Subsidiair is aan de verdachte tenlastegelegd dat hij daaraan medeplichtig is geweest door zijn kelderbox ter beschikking te stellen. Onder feit 2 is aan de verdachte het medeplegen van voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van MDMA tenlastegelegd.
Op 8 januari 2024 gaat de politie, naar aanleiding van een melding bij Meld Misdaad Anoniem over een mogelijk drugslab in kelderbox [nummer 1] aan de [adres 2] te Venlo daar ter plaatse. Terwijl verbalisanten de deur van kelderbox [nummer 1] controleerden, hoorden zij uit kelderbox [nummer 2] gerommel komen.
Zij klopten op de deur van kelderbox [nummer 2] , hoorden een reactie en openden vervolgens de deur. Verbalisanten zagen op dat moment, in kelderbox [nummer 2] twee mannen (zijnde de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] ) onder het stof, meerdere zakken met poeder en een speciekuip. Zij herkenden deze goederen als goederen die worden gebruikt om verdovende middelen te produceren. Naar aanleiding hiervan is verder onderzoek ingesteld naar de woning [nummer 2] en kelderbox en woning [nummer 1] . In kelderbox [nummer 1] werd onder meer een tabletteermachine aangetroffen. De verdachte is de huurder van de woning en bijbehorende kelderbox gelegen aan de [adres 2] te Venlo.
De verdachte, die als eigenaar van de kelderbox wordt verondersteld bekend te zijn met hetgeen zich daarin bevindt, zegt geen toegang te hebben gehad tot zijn kelderbox en niet te hebben geweten wat zich daarin bevond. Hij verklaart ter terechtzitting dat hij zijn kelderbox heeft uitgeleend aan zijn buurman, medeverdachte [naam medeverdachte 2] en dat hij hier eenmalig een vergoeding van 500 euro voor heeft ontvangen.
De rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat de bijdrage van de verdachte zoals deze uit het dossier blijkt, van onvoldoende is gewicht is om te spreken van het medeplegen van het vervaardigen en/of verhandelen van MDMA. Het dossier bevat naar het oordeel van de rechtbank eveneens onvoldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat de verdachte medeplichtig is geweest aan de productie en/of handel van MDMA. Voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op de behulpzaamheid zelf, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict, en in dit geval dus het vervaardigen en verhandelen van MDMA (feit 1) en voorbereidingshandeling hiervan (feit 2). Hoewel de verdachte heeft verklaard dat hij zijn kelderbox heeft uitgeleend aan zijn buurman en uit de berichtgeving van 27 december 2023 blijkt dat er aanwijzingen zouden kunnen zijn dat hij op zijn minst een vermoeden heeft gehad van wat zich in zijn kelderbox bevond en afspeelde, is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om vast te kunnen stellen dat de verdachte ook specifiek wist of bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er in zijn kelderbox MDMA werd vervaardigd. De verdachte zal daarom integraal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.

4.De vordering tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 18 maart 2022 heeft de politierechter in de rechtbank Den Bosch de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren, met – naast bijzondere voorwaarden – als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Bij schriftelijke vordering van 10 juli 2024 heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf, omdat de verdachte de algemene voorwaarde zou hebben overtreden door zich schuldig te maken aan een of meer strafbare feiten.
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting verzocht de vordering af te wijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal, nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde de vordering tot tenuitvoerlegging van de officier van justitie afwijzen.

5.Het beslag

De officier van justitie en de verdediging hebben over het beslag geen standpunt ingenomen.
De inbeslaggenomen telefoon dient, nu de verdachte wordt vrijgesproken van het hem tenlastegelegde, terug te worden gegeven aan de beslagene, in dit geval de verdachte.

6.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het tenlastegelegde;
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
-
wijst afde
vordering tot tenuitvoerleggingvan de voorwaardelijke straf;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;

Beslag

-
gelast de teruggavevan het volgende in beslag genomen voorwerp aan [verdachte] :
1 STK GSM, goednummer 1669391, zwart, merk: Samsung.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. Goessen, voorzitter, mr. S.A.M.C. van de Winkel en mr. dr. D.L.F. de Vocht, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M.N.F. Roelofs, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 oktober 2024.
Buiten staat
Mr. dr. D.L.F. de Vocht en mr. M.J.M. Goessen zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: De (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van 8 december 2023 tot en met 8 januari 2024 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid tabletten, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
T.a.v. feit 1 subsidiair:
[naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 8 december 2023 tot en met 8 januari 2024 in de gemeente Venlo, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervaardigd, geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid tabletten bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 8 januari 2024 in de gemeente Venlo, althans in Nederland opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] en/of een of meer onbekend gebleven personen zijn kelderbox ( [adres 2] ) voor de productie van harddrugs en/of voor de opslag van goederen ten behoeve van de productie van harddrugs ter beschikking te stellen
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 8 januari 2024 in de gemeente Venlo, althans in Nederland om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen,
te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van een of meer hoeveelheden MDMA, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had
om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- ruimtes (te weten twee bergingen) te gebruiken en/of laten gebruiken voor de productie van synthetische drugs,
- chemicalien en/of grondstoffen, te weten een hoeveelheid cellulose en/of kleurstoffen, en/of een of meerdere onderdelen van (een) productieopstelling, te weten een rondloper tabletteermachine, heeft gebruikt, althans voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten.