Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
“verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoeken,”) uit de beschikking van 26 juni 2024 moet worden verwijderd en dat alinea’s 3.2 en 3.3. worden hernummerd naar 3.1. en 3.2.,
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg, heeft de kantonrechter op 14 augustus 2024 een herstelbeschikking gegeven in een deelgeschil tussen verzoeker en Achmea Schadeverzekeringen N.V. Verzoeker had eerder een verzoek ingediend, maar trok dit een dag voor de geplande mondelinge behandeling in. Achmea, de verwerende partij, maakte aanspraak op een proceskostenveroordeling van verzoeker, die werd veroordeeld in de proceskosten van Achmea wegens misbruik van procesrecht.
De rechtbank had eerder op 26 juni 2024 een beslissing genomen over de proceskosten, maar op 2 juli 2024 heeft de rechtbank partijen geïnformeerd dat zij voornemens was om ambtshalve herstel aan te brengen in de beschikking van 26 juni 2024, omdat verzoeker ten onrechte niet ontvankelijk was verklaard. Achmea had geen bezwaar tegen dit voornemen, terwijl verzoeker geen gebruik maakte van de gelegenheid om te reageren.
In de beoordeling heeft de rechtbank vastgesteld dat verzoeker onterecht niet-ontvankelijk was verklaard in zijn verzoeken. Dit leidde tot de beslissing dat bepaalde alinea's uit de eerdere beschikking moesten worden geschrapt en hernummerd. De herstelbeschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter en bevatte specifieke instructies voor beide partijen met betrekking tot de afhandeling van de eerdere beschikking.