ECLI:NL:RBLIM:2024:6710

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
25 september 2024
Publicatiedatum
27 september 2024
Zaaknummer
11004951 \ CV EXPL 24-1480
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en onverschuldigde betaling in verband met niet verrichte administratieve werkzaamheden

In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.X.J. Zuidema, dat de kantonrechter de gedaagde partij, De Coöperatie Ambulante Zelfstandige Zorg- en Hulpverleners U.A. (CAZZ), veroordeelt tot betaling van € 15.498,00 aan vervangende schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente. Eiseres stelt dat zij dit bedrag heeft afgedragen aan Zorg&Co voor administratieve werkzaamheden die niet zijn verricht. CAZZ voert verweer en stelt dat eiseres de verkeerde partij heeft gedagvaard, aangezien de vordering betrekking heeft op Zorg&Co, een andere rechtspersoon. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2024 erkent eiseres dat zij inderdaad de verkeerde partij heeft gedagvaard. De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen van eiseres tegen CAZZ moeten worden afgewezen, omdat CAZZ niet de juiste partij is. Eiseres wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van CAZZ betalen, die zijn begroot op € 947,00. Het vonnis is uitgesproken op 25 september 2024.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11004951 \ CV EXPL 24-1480
Vonnis van 25 september 2024
in de zaak van
[eiseres],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. S.X.J. Zuidema,
tegen
DE COÖPERATIE AMBULANTE ZELFSTANDIGE ZORG- EN HULPVERLENERS U.A.,
te Maastricht,
gedaagde partij,
hierna te noemen: CAZZ,
gemachtigde: FinLaw Services B.V..

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 8 maart 2024 met producties 1 tot en met 5;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 4;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 10 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
[eiseres] vordert – samengevat - dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, CAZZ zal veroordelen:
I. primair: om aan [eiseres] te betalen € 15.498,00 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente;
II. subsidiair: om aan [eiseres] te betalen € 15.498,00 uit hoofde van onverschuldigde betaling, meer subsidiair op grond van ongerechtvaardigde verrijking of nog meer subsidiair op grond van onrechtmatige daad, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. om aan [eiseres] te betalen € 929,89 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. de wettelijke rente over € 15.498,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.2.
[eiseres] legt – samengevat – aan haar vorderingen de stelling ten grondslag dat zij € 15.498,00 heeft afgedragen aan Zorg&Co ten behoeve van administratieve werkzaamheden en dat die werkzaamheden niet zijn verricht.
2.3.
CAZZ voert verweer. CAZZ concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] , onbevoegdheid van de rechtbank, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiseres] , kosten rechtens.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
CAZZ stelt zich op het standpunt dat [eiseres] de verkeerde partij heeft gedagvaard, nu [eiseres] kennelijk stelt een vordering te hebben op Zorg&Co, maar dat is (de handelsnaam van een) andere rechtspersoon. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] dat erkend. Het was de bedoeling om de contractspartij te dagvaarden die in de lidmaatschapsovereenkomst (productie 1 bij dagvaarding) is vermeld. Die contractspartij is Zorg&Co en niet CAZZ. Naar het oordeel van de kantonrechter is daarmee komen vast te staan dat de verkeerde partij is gedagvaard. Dit leidt tot het oordeel dat de vorderingen - die zijn gericht tegen CAZZ - dienen te worden afgewezen. Aan een verdere beoordeling van de geschilpunten wordt niet toegekomen.
3.2.
[eiseres] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van CAZZ worden begroot op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten van € 947,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2024.
CL