ECLI:NL:RBLIM:2024:6397

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
03.089414.24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vernieling van rolluik, gevel en monument met onvoorwaardelijke gevangenisstraf en contact- en gebiedsverbod

Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die verantwoordelijk werd gehouden voor meerdere vernielingen. De verdachte, geboren in 1970, heeft onder andere het rolluik en de gevel van een broodjeszaak, het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen, en gevels van woningen van woningvereniging Weller beschadigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte deze feiten opzettelijk en wederrechtelijk heeft gepleegd in de periode van 5 maart 2024 tot en met 14 maart 2024. De verdachte heeft de feiten bekend en de rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op zijn bekennende verklaring en de aangiften van de benadeelde partijen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 weken, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn er contact- en gebiedsverboden opgelegd voor een periode van vijf jaar, ter bescherming van de slachtoffers en ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernstige psychiatrische problematiek van de verdachte, die al jaren in de geestelijke gezondheidszorg is ingebed. Ondanks deze omstandigheden vond de rechtbank de opgelegde straf passend, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, waaronder de nabestaanden van Nicky Verstappen en Gino van der Straeten.

De benadeelde partij, de broodjeszaak, heeft schadevergoeding gevorderd, welke door de rechtbank is toegewezen. De gemeente Heerlen werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering wegens gebrek aan onderbouwing. De rechtbank heeft de beslissing gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.089414.24
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 september 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1970,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. E.G.W. Hendriks, advocaat kantoorhoudende te Kerkrade.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 september 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [naam horecazaak] en de gemeente Heerlen hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:meerdere malen het rolluik en/of de gevel van broodjeszaak [naam horecazaak] heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Feit 2:het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Feit 3:het beeldje D’r Schandeler Jong heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Feit 4:gevels van woningen van woningvereniging Weller heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank volstaat ten aanzien van de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit.
feit 1
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 1 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring van verdachte; [2]
- de aangifte van [slachtoffer 1] namens broodjeszaak [naam horecazaak] ; [3]
- de aangifte van [slachtoffer 2] namens broodjeszaak [naam horecazaak] . [4]
feit 2
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 2 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de door verdachte ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring; [5]
- de aangifte van [naam 1] namens Gemeente Brunssum. [6]
feit 3
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 3 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de door verdachte ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring; [7]
- de aangifte van [naam 2] namens gemeente Heerlen. [8]
feit 4
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank feit 4 wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- de door verdachte ter terechtzitting afgelegde bekennende verklaring; [9]
- de aangifte van [naam 3] namens woningvereniging Weller Heerlen. [10]
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1:
in de periode van 5 maart 2024 tot en met 14 maart 2024 te Heerlen, opzettelijk en wederrechtelijk, meerdere malen, een rolluik en een gevel (gelegen aan de [adres 2] ), die aan broodjeszaak [naam horecazaak] toebehoorden, heeft beschadigd
T.a.v. feit 2:
in de periode van 1 maart 2024 tot en met 14 maart 2024 te Landgraaf, opzettelijk en wederrechtelijk een monument (ter nagedachtenis aan het overlijden van Nicky Verstappen), dat aan de gemeente Brunssum toebehoorde, heeft beschadigd
T.a.v. feit 3:
op 14 maart 2024 te Heerlen, opzettelijk en wederrechtelijk een beeldje (D'r Schandeler Jong), dat aan de gemeente Heerlen toebehoorde, heeft beschadigd
T.a.v. feit 4:
op 14 maart 2024 te Heerlen opzettelijk en wederrechtelijk de gevels van woningen (gelegen aan de [adres 3] en de [adres 4] ), die aan woningvereniging Weller toebehoorden, heeft beschadigd
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten delen aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd
T.a.v. feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten delen aan een ander toebehoort, beschadigen
T.a.v. feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen
T.a.v. feit 4:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken met aftrek van voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om aan de verdachte op te leggen een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid inhoudende een locatieverbod voor de straat waarin het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen gelegen is, een locatieverbod voor de straat waarin de broodjeszaak van slachtoffer [naam horecazaak] gevestigd is, alsmede een contactverbod met [naam 4] , voor een periode van 5 jaren met dien verstande dat voor elke overtreding van de maatregel vervangende hechtenis van 7 dagen ten uitvoer kan worden gelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om te volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken met aftrek van het voorarrest, conform de eis van de officier van justitie, zodat de verdachte niet opnieuw gedetineerd zal raken. Bij detentie zal de verdachte namelijk zijn plek in een beschermde woonvorm verliezen, hetgeen voor hem zeer nadelig is. Hij is namelijk volledig ingebed in de benodigde zorg. Ten aanzien van de gevorderde vrijheidsbeperkende maatregelen heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft diverse objecten beschadigd. Hierbij gaat het om een rolluik en een gevel van broodjeszaak [naam horecazaak] , het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen, het beeldje D’r Schandeler Jong en de gevels van twee woningen. Met deze hinderlijke gedragingen heeft de verdachte niet alleen materiële schade aan anderen veroorzaakt, hetgeen de rechtbank verdachte aanrekent, maar ook heeft hij gevoelens van angst en verdriet teweeg gebracht bij de nabestaanden van de door misdrijven om het leven gekomen kinderen Nicky Verstappen en Gino van der Straeten, door het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen, alsmede het rolluik van de broodjes zaak van de zus van Gino van der Straeten, te bekladden met gele verf en te voorzien van een (onafgemaakt) hakenkruis en een vraagteken. Bijzonder pijnlijk hierbij is dat het monument ter nagedachtenis aan Nicky Verstappen reeds drie maal eerder door de verdachte is vernield of beschadigd en dat verdachte eerder twee handgeschreven brieven heeft achtergelaten bij de broodjeszaak van de zus van Gino van der Straeten waarin hij onder meer schrijft over Nicky Verstappen, Gino van der Straeten en zijn gedachtes om zwangere vrouwen in de buik te trappen. De verdachte heeft met zijn handelen in de ogen van de rechtbank het reeds eerder aangedane verdriet bij de families van Nicky Verstappen en Gino van der Straeten niet alleen miskend, maar ook nog eens vergroot. Dat rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten zonder meer dat aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd.
De rechtbank heeft ook oog voor de persoon van de verdachte en zijn proceshouding. De verdachte kampt met ernstige psychiatrische problematiek. Hij heeft evenwel vrij snel een bekennende verklaring afgelegd. Hij heeft ter terechtzitting ook zijn spijt betuigd en heeft verteld hoe het zover is gekomen. Het gebruik van cannabis in combinatie met de depotmedicatie (de spuiten) die verdachte kreeg, zorgde er weliswaar voor dat hij zijn moordgedachten kon onderdrukken, maar zorgde er ook voor ook dat hij niet meer helder kon nadenken. Deze problematiek, alsmede het feit dat de verdachte zich niet gehoord voelde, leidde ertoe dat hij geen andere manier meer zag om aandacht voor zijn problematiek te verkrijgen, dan vernielingen aan te richten om zo in het nieuws te komen.
Uit het reclasseringsadvies van 12 augustus 2024 blijkt ook van de problemen op het gebieden van middelen en van psychiatrische problematiek. De verdachte is bekend met schizofrenie, is al jaren ingebed in geestelijke zorg (GGZ), woont in een begeleide woonvorm en er loopt jegens hem een rechterlijke machtiging tot medio juni 2025. De reclassering adviseert om, gelet op deze omstandigheden, geen gevangenisstraf op te leggen. De verdachte verliest in dat geval immers zijn plek op de begeleide woonvorm en daarmee de zorg die hij nodig heeft om stabiel te kunnen functioneren.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet de rechtbank geen aanleiding om een straf aan de verdachte op te leggen die de duur van de reeds door hem ondergane voorlopige hechtenis overstijgt.
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken, met aftrek van de tijd die verdachte reeds heeft doorgebracht in voorarrest, passend en geboden is.
Contact- en gebiedsverbod
De rechtbank zal, ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten, een contactverbod met het slachtoffer [naam 4] , alsmede een gebiedsverbod voor de Kempkensweg te Heerlen en de Schinvelderweg te Landgraaf, opleggen, in de vorm van een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht. Gelet op de ernst van de problematiek bij de verdachte en ter bescherming van de slachtoffers, zal de rechtbank die maatregel opleggen voor de duur van vijf jaren. De vervangende hechtenis per overtreding van het verbod zal de rechtbank op maximaal een week bepalen. Nu de verdachte zich reeds eerder belastend heeft gedragen jegens de nabestaande van Nicky verstappen, acht de rechtbank oplegging van deze maatregel noodzakelijk om de nabestaanden van Nicky Verstappen en Gino van der Straeten rust te kunnen bieden.

7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vorderingen van de benadeelde partij
Benadeelde partij [naam horecazaak]
De benadeelde partij [naam horecazaak] vordert schadevergoeding tot een bedrag van 131,80 euro ter zake van feit 1. Deze vordering bestaat uit de post misgelopen inkomsten. De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij Gemeente Heerlen
De benadeelde partij gemeente Heerlen vordert schadevergoeding tot een bedrag van 300,- euro ter zake feit 3. Deze vordering bestaat uit de post schoonmaakkosten. De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
Benadeelde partij [naam horecazaak]
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de vordering van benadeelde partij [naam horecazaak] , onder vermeerdering van de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Benadeelde partij Gemeente Heerlen
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de gemeente Heerlen in de vordering wegens het ontbreken van een onderbouwing van de schadepost en het ontbreken van een geschrift waaruit blijkt dat [naam 2] gemachtigd is om gemeente Heerlen te vertegenwoordigen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
Benadeelde partij [naam horecazaak]
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vordering van benadeelde partij [naam horecazaak] .
Benadeelde partij Gemeente Heerlen
De verdediging heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijk verklaring van gemeente Heerlen, overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Benadeelde partij [naam horecazaak]
De rechtbank is, mede gelet op artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek, voldoende gebleken dat de benadeelde partij [naam horecazaak] als gevolg van het onder feit 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft geleden tot het bedrag zoals gevorderd. Dit bedrag is opgebouwd uit de post misgelopen inkomsten.
De vordering is door de verdediging niet weersproken. Nu de vordering de rechtbank ook niet onredelijk of ongegrond voorkomt, acht de rechtbank de vordering toewijsbaar.
De rechtbank zal de vordering om die reden in haar geheel toewijzen tot een bedrag van 131,80 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank ziet verder aanleiding om de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Benadeelde partij Gemeente Heerlen
Nu de door de gemeente Heerlen gevorderde schadepost niet is onderbouwd en de machtiging van [naam 2] ontbreekt, zal de rechtbank de benadeelde gemeente Heerlen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 38v, 57, 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2, 3, en 4 tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Maatregel: contactverbod
- legt op een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor een periode van vijf jaren, inhoudende het bevel dat de veroordeelde zich
onthoudt van contactmet de navolgende persoon:
o [naam 4] , geboren op [geboortedatum] 2000;
- bepaalt de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan op een week, met een maximum van 6 maanden, en met dien verstande dat de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft;
Maatregel: gebiedsverbod
- legt op een maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor een periode van vijf jaren, inhoudende het bevel dat de veroordeelde zich
niet zal ophoudenop de navolgende lokaties:
o de Kempkensweg te Heerlen; en
o de Schinvelderweg te Landgraaf;
- bepaalt de duur van de vervangende hechtenis die ten hoogste ten uitvoer wordt gelegd voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan op een week, met een maximum van 6 maanden, en met dien verstande dat de vervangende hechtenis de verplichtingen ingevolge de maatregel niet opheft;
Benadeelde partij [naam horecazaak]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [naam horecazaak] , gevestigd aan de [adres 2] te Heerlen, ten aanzien van feit 1 toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [naam horecazaak] , van een bedrag van 131,80 euro, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [naam horecazaak] , van een bedrag van 131,80 euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 maart 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van gijzeling, de betalingsverplichting niet opheft;
  • verstaat dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
Benadeelde partij Gemeente Heerlen
  • bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. D.J.E. Hamers-Aerts en mr. G.L.A.M. van Doveren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Maillé en mr. I.K. Bakker, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 september 2024.
Buiten staat
mr. G.L.A.M. van Doveren en mr. I.K. Bakker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij, in of omstreeks de periode van 5 maart 2024 tot en met 14 maart 2024 te Heerlen,
opzettelijk en wederrechtelijk, meerdere malen, een rolluik en/of een gevel (gelegen aan de [adres 2] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan broodjeszaak [naam horecazaak] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), (telkens) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
T.a.v. feit 2:
hij, in of omstreeks de periode van 1 maart 2024 tot en met 14 maart 2024 te Brunssum en/of Landgraaf,
opzettelijk en wederrechtelijk een monument (ter nagedachtenis aan het overlijden van Nicky Verstappen), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de gemeente Brunssum, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
T.a.v. feit 3:
hij, op of omstreeks 14 maart 2024 te Heerlen,
opzettelijk en wederrechtelijk een beeldje (D'r Schandeler Jong), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de gemeente Heerlen, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt
T.a.v. feit 4:
hij op of omstreeks 14 maart 2024 te Heerlen
opzettelijk en wederrechtelijk de gevels van woningen (gelegen aan de [adres 3] en de [adres 4] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan woningvereniging Weller, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, registratienummer 2431-2024042234, gesloten d.d. 17 maart 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 50.
2.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2024.
3.Proces verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] namens [naam horecazaak] d.d. 6 maart 2024, pg. 24.
4.Proces verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] namens [naam horecazaak] d.d. 14 maart 2023, pg. 27.
5.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2024.
6.Het proces verbaal van aangifte van [naam 1] namens Gemeente Brunssum d.d. 16 maart 2024, pg. 29.
7.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2024.
8.Proces verbaal van aangifte van [naam 2] namens gemeente Heerlen d.d. 15 maart 2024, pg. 31.
9.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2024.
10.Proces verbaal van aangifte van [naam 3] namens woningvereniging Weller Heerlen d.d. 15 maart 2024, pg. 34.