Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam onderbewindgestelde],
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 136,72
- griffierecht € 496,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wonen Limburg en Visueel Bewind B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door Agin Otten Gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woonruimte vanwege huurachterstand. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door een bewindvoerder, betwistte de huurachterstand, maar kon deze stelling niet onderbouwen met bewijsstukken.
De procedure begon met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 20 augustus 2024. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de gedaagde partij, onder bewind gesteld sinds 1 juli 2024, de huurachterstand betwistte, maar geen bewijs kon leveren. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde huurachterstand tot en met maart 2024 toewijsbaar was, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. Dit leidde tot de beslissing om de huurovereenkomst te ontbinden en de ontruiming van het gehuurde te gelasten.
De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. Tevens is bepaald dat de gedaagde partij de kosten van de procedure moet vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.