ECLI:NL:RBLIM:2024:6148

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
10 september 2024
Zaaknummer
10993183 \ CV EXPL 24-1408
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van gehuurde woonruimte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wonen Limburg en Visueel Bewind B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door Agin Otten Gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woonruimte vanwege huurachterstand. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door een bewindvoerder, betwistte de huurachterstand, maar kon deze stelling niet onderbouwen met bewijsstukken.

De procedure begon met een dagvaarding, gevolgd door een antwoord van de gedaagde en een mondelinge behandeling op 20 augustus 2024. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de gedaagde partij, onder bewind gesteld sinds 1 juli 2024, de huurachterstand betwistte, maar geen bewijs kon leveren. De kantonrechter oordeelde dat de gevorderde huurachterstand tot en met maart 2024 toewijsbaar was, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. Dit leidde tot de beslissing om de huurovereenkomst te ontbinden en de ontruiming van het gehuurde te gelasten.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en bijkomende kosten. Tevens is bepaald dat de gedaagde partij de kosten van de procedure moet vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10993183 \ CV EXPL 24-1408
Vonnis van de kantonrechter van 4 september 2024
in de zaak van:
STICHTING WONEN LIMBURG,
gevestigd te Roermond,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
Visueel Bewind B.V., gevestigd te Heerlen,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam onderbewindgestelde],
wonend [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het antwoord van gedaagde partij
- de mondelinge behandeling op 20 augustus 2024
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij antwoord heeft [naam onderbewindgestelde] aangegeven dat zij inmiddels (na dagvaarden) met ingang van 1 juli 2024 onder bewind is gesteld. De bewindvoerder is ook met [naam onderbewindgestelde] bij de mondelinge behandeling verschenen en heeft daarmee als zodanig de procedure als formele procespartij overgenomen, hetgeen ook in dit vonnis is aangepast.
2.2.
[naam onderbewindgestelde] heeft zelf bij antwoord en bij de mondelinge behandeling nog aangegeven dat de door Wonen Limburg gestelde huurachterstand niet zou kloppen, nu zij veel meer denkt te hebben afgelost. Noch [naam onderbewindgestelde] zelf, noch de inmiddels in de procedure verschenen bewindvoerder hebben deze stelling echter ook maar enigszins cijfermatig en met betalingsbewijzen kunnen onderbouwen. De kantonrechter gaat daar dan ook verder aan voorbij. De gevorderde huurachterstand tot en met maart 2024 wordt toegewezen, evenals de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Deze achterstand rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Ook deze vorderingen dienen daarom te worden toegewezen.
2.3.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 136,72
  • griffierecht € 496,00
  • salaris gemachtigde € ‭
totaal € ‭1.108,72‬‬‬
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Wonen Limburg aangegeven dat niet tot ontruiming zal worden overgegaan mits gedaagde de lopende huur stipt betaalt en een redelijke betalingsregeling treft en stipt nakomt met betrekking tot de hieronder opgenomen veroordelingen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ,
3.2.
veroordeelt gedaagde partij, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
3.3.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 3.365,79 (aan huurachterstand tot en met maart 2024 en buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 11 maart 2024 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij te betalen een vergoeding gelijk aan de huurprijs van € 580,13 voor elke ingegane maand met ingang van 1 april 2024 tot en met de maand waarin gedaagde partij het gehuurde heeft ontruimd,
3.5.
veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van €‭1.108,72 , ‬‬
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.