Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
CAK,
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert het CAK, een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan, betaling van een openstaande zorgbijdrage van € 163,64 van de gedaagde partij. De gedaagde heeft een schuld bij het CAK omdat zij de eigen bijdrage voor zorg, die zij ontvangt op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning, niet tijdig heeft betaald. CAK heeft in totaal acht sommatiebrieven verzonden, maar de gedaagde heeft niet gereageerd op de laatste brief waarin werd aangegeven dat de vordering aan een incassobureau, Flanderijn, was overgedragen. De gedaagde heeft wel een betaling van € 112,00 gedaan, maar dit bedrag is op 4 januari 2023 door CAK teruggeboekt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de hoofdsom niet tijdig heeft betaald en dat de terugboeking niet rechtmatig was, waardoor de vordering van CAK voor toewijzing gereed ligt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde geen recht heeft op de gevorderde buitengerechtelijke kosten, omdat deze niet tijdig zijn aangezegd. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, en de proceskosten zijn begroot op € 360,48. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag van € 112,00, vermeerderd met de wettelijke rente en de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 4 september 2024 door de kantonrechter P.H.M. Kuster.