Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
opzettelijkletsel heeft toegebracht. Het gegeven dat een casus waarbij dergelijk letsel is geconstateerd nadat een kindje uit de armen van iemand op de box en vervolgens op de grond is gevallen, niet beschreven is in de medische literatuur, brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Nu het dossier en het verhandelde ter terechtzitting overigens onvoldoende bewijs bevatten waaraan de rechtbank de overtuiging kan ontlenen dat de verdachte met opzet jegens zijn dochtertje heeft gehandeld, zal hij integraal worden vrijgesproken. Hieraan doet niet af dat de beenbreukjes volgens de deskundigen vrijwel zeker niet kunnen zijn ontstaan door het vallen zoals de verdachte heeft omschreven. In de periode waarin volgens deze deskundigen de breukjes kunnen zijn ontstaan (tussen 29 augustus 2020 en een week daarvoor), hebben ook anderen voor [slachtoffer] gezorgd, terwijl er geen bewijsmiddelen zijn die er op duiden dat de verdachte in die periode iets met deze letsels te maken heeft, laat staan dat hij die letsels opzettelijk heeft toegebracht.
4.De beslissing
opzettelijk van het leven te beroven, meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft beetgepakt en/of beetgehouden en/of (vervolgens) (met kracht) heen en weer heeft geschud en/of (met kracht) tegen een hard voorwerp heeft geslagen en/of geduwd en/of gegooid en/of anderzins geweld heeft uitgeoefend op het hoofd en/of het lichaam van die dochter, terwijl de uitvoering
van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 augustus 2020 tot en met 29 augustus 2020 in de gemeente Landgraaf
aan een kind, te weten zijn, verdachtes, dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2020,
(telkens) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten:
-meerdere schedelbreuken in het wandbeen links en rechts,
-bloedingen in het hoofd: bloedingen onder het harde hersenvlies ("subduraal"),
bloedingen onder het zachte hersenvlies ("subarachnoïdaal"), microbloedingen en
afwijkingen in het hersenweefsel passend bij hersenweefselbeschadiging,
-een subgaleaal hematoom,
-een metafysaire hoekfractuur en
-een torus fractuur aan de kniezijde van het rechterdijbeen,
heeft toegebracht door, opzettelijk, meermalen althans eenmaal, voornoemde [slachtoffer] beet te pakken en/of beet te houden en/of (vervolgens) (met kracht) heen en weer te schudden en/of (met kracht) tegen een hard voorwerp te slaan en/of te duwen en/of te gooien en/of anderzins geweld uit te oefenen op het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] ;
( art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 augustus 2020 tot en met 29 augustus 2020 in de gemeente Landgraaf
een kind, te weten zijn dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2020, heeft mishandeld door (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer] , meermalen althans eenmaal, beet te pakken en/of beet te houden en/of (vervolgens) (met kracht) heen en weer te schudden en/of (met kracht) tegen een hard voorwerp te slaan en/of te duwen
en/of te gooien en/of anderzins geweld uit te oefenen op het hoofd en/of het lichaam van die Jaile,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten:
-meerdere schedelbreuken in het wandbeen links en rechts,
-bloedingen in het hoofd: bloedingen onder het harde hersenvlies ("subduraal"),
bloedingen onder het zachte hersenvlies ("subarachnoïdaal"), microbloedingen en
afwijkingen in het hersenweefsel passend bij hersenweefselbeschadiging,
-een subgaleaal hematoom,
-een metafysaire hoekfractuur en
-een torus fractuur aan de kniezijde van het rechterdijbeen,
ten gevolge heeft gehad;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 300 lid 2 Wetboek van Strafrecht )