Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord, met één productie
- de conclusie van repliek, met producties 4 t/m 7
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V. (hierna: VGZ) betaling van een bedrag van € 1.626,12 van de gedaagde partij, die een zorgverzekeringsovereenkomst met VGZ heeft gesloten. De gedaagde heeft een deel van de verschuldigde premies en kosten onbetaald gelaten, wat heeft geleid tot een gerechtelijke procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde, ondanks meerdere aanmaningen, niet heeft gereageerd op de vorderingen van VGZ. De gedaagde erkent de hoofdsom, maar betwist de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde als consument wordt beschouwd en dat de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht niet zijn geschonden. De kantonrechter wijst de hoofdsom van € 1.331,75 toe, maar wijst de kosten acceptgiro van € 1,50 af. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden gedeeltelijk toegewezen tot het wettelijk tarief van € 171,84. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de dag van dagvaarding. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van in totaal € 1.503,59, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, die zijn begroot op € 1.019,39.