Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
subsidiairmedeplichtig hieraan is geweest door een pand te huren, een huurcontract op zijn naam te ondertekenen en dit pand ter beschikking te stellen voor hennepteelt;
subsidiairmedeplichtig hieraan is geweest door de onder 1 subsidiair genoemde handelingen;
subsidiairmedeplichtig hieraan is geweest door de onder 1 subsidiair genoemde handelingen.
3.De beoordeling van het bewijs
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 14 augustus 2024;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 3] van 23 januari 2018, pagina’s 151 en 152;
- de rapportage bevindingen positieve netmeting van [naam 2] van 23 januari 2018, pagina 154;
- het proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2018, pagina’s 176 en 177;
- het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 15 februari 2018, pagina’s 164 tot en met 169.
tot het plegen van welk misdrijf verdachte te Voerendaal opzettelijk behulpzaam is geweest door dat pand te huren door een huurcontract op zijn naam te zetten en dat huurcontract te ondertekenen.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De beslissing
- verklaart het onder 1 subsidiair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat onder 1 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
hij op of omstreeks 24 januari 2018 te Voerendaal
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of
vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te
weten ongeveer 1723 hennepplanten,
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan
wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
( art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
kunnen leiden:
althans een of meer anderen en/of onbekend gebleven personen op of omstreeks
24 januari 2018 te Voerendaal met elkaar, althans één van hen, opzettelijk
heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan
de [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1723
hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan,
in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep,
zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks
24 januari 2018 te Voerendaal, in elk geval in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door dat pand te huren en door middel van een huurcontract op zijn naam te zetten en dat huurcontract te ondertekenen en/of dat pand vervolgens ter beschikking te stellen aan voornoemde personen ten behoeve van de teelt/het kweken van hennepplanten;
( art 11 lid 5 Opiumwet, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2
Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te
Voerendaal
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
[naam 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of
verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
althans een of meer anderen en/of onbekend gebleven personen, in of omstreeks de
periode van 1 mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te Voerendaal
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
[naam 2] , in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2]
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen en/of
onbekend gebleven personen en/of zijn/hun mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] ,
althans een of meer anderen en/of onbekend gebleven personen en/of zijn/hun
mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben
gebracht door middel van braak en/of verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1
mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te Voerendaal
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door dat pand te huren en door middel van een huurcontract op zijn naam te zetten en dat huurcontract te ondertekenen en/of dat pand vervolgens ter beschikking te stellen aan voornoemde personen ten behoeve van de teelt/het kweken van hennepplanten;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht,
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te
Voerendaal
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid water, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [naam 1] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
kunnen leiden:
althans een of meer anderen en/of onbekend gebleven personen, in of omstreeks de
periode van 1 mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te Voerendaal
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid water, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [naam 1] , in elk
geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3]
[medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen en/of onbekend gebleven
personen en/of zijn/hun mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer
anderen en/of onbekend gebleven personen en/of zijn/hun mededader(s) zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te
nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak en/of verbreking,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1
mei 2017 tot en met 24 januari 2018 te Voerendaal
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door dat pand te huren en door middel van een huurcontract op zijn naam te zetten en dat huurcontract te ondertekenen en/of dat pand vervolgens ter beschikking te stellen aan voornoemde personen ten behoeve van de teelt/het kweken van hennepplanten;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art
311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht,
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )