ECLI:NL:RBLIM:2024:5996

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
11183347 AZ VERZ 24-50
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van verzoeken tot betaling van transitievergoeding en achterstallig loon in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker] en DOT PERSONEEL B.V. De arbeidsovereenkomst van [verzoeker] is op verzoek van de werkgever niet verlengd, waarna [verzoeker] verzoekt om betaling van een transitievergoeding, onterechte inhoudingen op het loon, achterstallig loon en aanmelding bij een pensioenuitvoerder met afdracht van de pensioenpremie over de duur van het dienstverband. De werkgever, DOT, heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen op de zitting, waardoor de verzoeken van [verzoeker] als niet weersproken zijn toegewezen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op 1 oktober 2022 in dienst is getreden bij DOT als accountmanager voor 24 uur per week, met een bruto salaris van € 2.217,19 per vier weken. Het dienstverband is per 1 mei 2024 geëindigd. [verzoeker] heeft een transitievergoeding van € 1.369,04 bruto gevorderd, evenals bedragen voor onterechte inhoudingen en achterstallig loon. De kantonrechter heeft de verzoeken van [verzoeker] toegewezen, met uitzondering van enkele bedragen die niet correct waren berekend.

De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat DOT in gebreke is gebleven met de nakoming van de pensioenovereenkomst en heeft DOT veroordeeld om binnen twee weken na de beschikking een uitvoeringsovereenkomst te sluiten met een wettelijk toegestane pensioenuitvoerder. Tevens is DOT veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [verzoeker]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11183347 \ AZ VERZ 24-50
Beschikking van 28 augustus 2024
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: R.A. van de Voorde,
tegen
DOT PERSONEEL B.V.,
gevestigd te Maastricht,
verwerende partij,
hierna te noemen: DOT,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- de nagezonden productie 9 van 23 juli 2024 van [verzoeker]
- het verzoek om uitstel van DOT van 21 augustus 2024
- de ter zitting overhandigde e-mail van 21 augustus 2024 van DOT aan [verzoeker]
- de mondelinge behandeling van 22 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] is op 1 oktober 2022 bij DOT in dienst getreden in de functie van accountmanager voor 24 uur per week. Het salaris wordt per periode van vier weken uitbetaald en bedraagt € 2.217,19 bruto exclusief 8% vakantietoeslag.
2.2.
Het dienstverband is per 1 mei 2024 van rechtswege geëindigd.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt (samengevat), voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. veroordeling van DOT tot betaling van een transitievergoeding van € 1.369,04 bruto;
2. veroordeling van DOT tot betaling van een bedrag van € 2.079,00 netto wegens onterechte inhoudingen;
3. veroordeling van DOT tot betaling van een bedrag van € 238,40 netto wegens te weinig uitbetaald loon over 2022;
4. veroordeling van DOT tot betaling van een bedrag van € 2.785,67 netto wegens te weinig uitbetaald loon over 2023;
5. veroordeling van DOT tot betaling van de wettelijke verhoging van 50% over de bedragen genoemd onder 2, 3 en 4;
6. veroordeling van DOT tot betaling van de wettelijke rente over de gevorderde bedragen vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag van volledige betaling;
7. veroordeling van DOT tot verstrekking van een bruto-netto specificatie ten aanzien van de bedragen genoemd onder 1, 2, 3 en 4 op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat DOT hiermee in gebreke blijft;
8. te verklaren voor recht dat DOT in gebreke is gebleven met de nakoming van de pensioenovereenkomst, met veroordeling van DOT om binnen twee weken na datum van de beschikking een uitvoeringsovereenkomst te sluiten met een wettelijk toegestane pensioenuitvoerder, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat DOT hiermee in gebreke blijft, en met veroordeling van DOT om binnen twee weken na datum van de beschikking te zorgen voor de afdracht van de pensioenpremie gedurende de hele duur van het dienstverband, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat DOT hiermee in gebreke blijft;
9. veroordeling van DOT in de proceskosten.
3.2.
Aan het verzoek heeft [verzoeker] het volgende ten grondslag gelegd.
3.3.
Nu de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op initiatief van DOT niet is voortgezet, vordert [verzoeker] de transitievergoeding ex artikel 7:673 lid 1 BW. [verzoeker] berekent de transitievergoeding op € 1.369,04 bruto.
3.4.
Op de salarisstroken staan bedragen vermeld als ‘inhoudingen’, waarvan niet duidelijk is waar deze voor zijn. [verzoeker] stelt zich op het standpunt dat deze inhoudingen onterecht zijn en vordert betalingen van het ingehouden bedrag van totaal € 2.079,00 netto.
3.5.
Daarnaast heeft [verzoeker] lagere bedragen per bank mogen ontvangen dan op de loonstroken staan vermeld. [verzoeker] verzoekt om betaling van dit verschil, hetgeen hij heeft berekend op € 238,40 netto over het jaar 2022 en € 2.785,67 netto over het jaar 2023.
3.6.
Tot slot beroept [verzoeker] zich op het bepaalde in artikel 12 van zijn arbeidsovereenkomst waarin staat dat er voor [verzoeker] een pensioenvoorziening zal worden getroffen. [verzoeker] vordert alsnog een pensioenvoorziening en pensioenopbouw voor de gehele duur van zijn dienstverband, zijnde van 1 oktober 2022 tot 1 mei 2024.
3.7.
DOT heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat DOT niet is verschenen en pas op 21 augustus 2024 om 16:40 uur een verzoek tot uitstel heeft ingediend. DOT stelt niet eerder een oproep te hebben ontvangen. Nadat door de rechtbank van DOT geen verhinderdata zijn ontvangen, is de datum voor de mondelinge behandeling bepaald. De kantonrechter stelt vast dat deze datumbepaling op 16 juli 2024 per aangetekende post is verstuurd naar het adres van DOT. Daarmee is DOT deugdelijk opgeroepen.
4.2.
[verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven niet in te stemmen met het door DOT verzochte uitstel. Op grond van artikel 1.4.7 van het Landelijk procesreglement verzoekschriften rechtbanken, kanton, kan na het bepalen van de zittingsdatum én nadat partijen in de gelegenheid zijn geweest om verhinderdata op te geven, alleen nog uitstel worden verleend:
a. op eenstemmig verzoek van alle partijen, tenzij uitstel zou leiden tot onredelijke vertraging van het geding, of
b. op verzoek van één partij op grond van klemmende redenen, onder opgave van die redenen.
Hiervan is niet gebleken, zodat de kantonrechter voorbij gaat aan het uitstelverzoek van DOT en de zaak inhoudelijk zal behandelen.
4.3.
Gelet op de niet weersproken verzoeken van [verzoeker] zijn deze toewijsbaar op de wijze als hierna vermeld.
4.4.
Ten aanzien van het verzochte niet uitbetaalde loon over de periode 2023 uit randnummer 7.3 van het verzoekschrift komt de kantonrechter op een bedrag van € 2.585,67 netto in plaats van de door [verzoeker] gestelde € 2.785,67 netto.
4.5.
De gevraagde bruto-netto specificaties over de bedragen die DOT dient te betalen zullen alleen toegewezen worden ten aanzien van de uit te betalen transitievergoeding van € 1.369,04 bruto. De andere toe te wijzen nettobedragen staan immers al op de salarisstroken vermeld maar zijn door DOT niet correct uitbetaald.
4.6.
Aan de gevorderde dwangsommen zal de kantonrechter een maximum verbinden.
4.7.
DOT zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot de datum van deze beschikking begroot op € 1.062,00, bestaande uit € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 248,00 aan griffierecht.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt DOT om aan [verzoeker] te betalen binnen termijn van 2 weken na datum van deze beschikking:
€ 1.369,04 bruto;
€ 2.079,00 netto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%;
€ 238,40 netto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%;
€ 2.585,67 netto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van 50%,
5.2.
veroordeelt DOT om aan [verzoeker] de wettelijke rente over de onder 5.1 genoemde bedragen te betalen vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid tot aan de dag van volledige voldoening,
5.3.
veroordeelt DOT om aan [verzoeker] binnen veertien dagen na datum van deze beschikking een bruto-netto specificatie over het bedrag genoemd onder 5.1 sub 1 te verstrekken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag dat DOT in gebreke blijft daaraan te voldoen met een maximum van € 25.000,00,
5.4.
verklaart voor recht dat DOT in gebreke is gebleven met de nakoming van een pensioenvoorziening voor [verzoeker] ,
5.5.
veroordeelt DOT om voor [verzoeker] binnen veertien dagen na datum van deze beschikking een uitvoerdersovereenkomst met een wettelijke pensioenuitvoerder te sluiten en om binnen bovengenoemde termijn de pensioenpremie voor de gehele duur van het dienstverband af te dragen aan de pensioenuitvoerder, beiden op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat DOT in gebreke blijft daaraan te voldoen met een maximum van € 25.000,00,
5.6.
veroordeelt DOT tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [verzoeker] tot de datum van deze beschikking begroot op € 1.062,00,
5.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024.
VC