Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
8.De wettelijke voorschriften
- de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 55 en 157 van het Wetboek van Strafrecht,
- artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit,
- artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer,
- de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten,
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten 1 primair en 2 tot een
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 2 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd;
- stelt de volgende
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij,
- veroordeelt de verdachte tevens in de
- wijst het meer of anders verzochte ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding (post h,) af;
- bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 5.228,47. Voormeld bedrag bestaat uit € 228,47 aan materiële schade en € 5.000,00 euro aan immateriële schade, het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
- de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Woonwenz, van een bedrag van
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van Woonwenz, van een bedrag van € 4.686,80. Voormeld bedrag bestaat uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt
- de verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht in/aan een pand (gelegen aan de
[adres] te Belfeld (gemeente Venlo) door (zwaar professioneel)
vuurwerk met knaleffect en/of een explosie(f)(ven) te ontsteken en/of
(vervolgens) tegen de (voor)deur van voornoemd pand te
plaatsen/bevestigen waarbij/waardoor een ontploffing is ontstaan
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning, gelegen aan de
[adres]
Belfeld, en/of de in dat pand aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander,
te weten [slachtoffer]
en/of voor anderen zich in de woning gelegen aan de [adres]
bevindende personen
te duchten was;
mocht of zou kunnen leiden:
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk een (voor)deur, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Woonwenz, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n)
heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of
weggemaakt;