Op 6 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die ontucht heeft gepleegd met een 12-jarig meisje. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die zich bewust was van de kwetsbaarheid van het slachtoffer, een gevangenisstraf van 12 maanden moet ondergaan, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De ontucht bestond uit het seksueel binnendringen van het slachtoffer, wat de rechtbank als een ernstige schending van de lichamelijke integriteit beschouwde. De rechtbank benadrukte dat de bescherming van minderjarigen tegen seksuele misbruik centraal staat in de wetgeving. De verdachte had eerder al gewaarschuwd gekregen om geen contact meer te hebben met het slachtoffer, maar heeft deze waarschuwing genegeerd. De rechtbank vond het noodzakelijk om een hogere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie was gevorderd, om zowel de verdachte als anderen af te schrikken van het plegen van dergelijke feiten. De bijzondere voorwaarde van een contactverbod met het slachtoffer werd ook opgelegd, evenals een proeftijd van drie jaar. De rechtbank baseerde haar beslissing op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd en de achtergrond van de verdachte, die zelf als kind slachtoffer was van seksueel misbruik.