ECLI:NL:RBLIM:2024:5540
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake verzoek om maatregelen tegen loslopende hond
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 16 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar beoordeeld. Eiser had op 30 augustus 2022 de burgemeester van Roermond verzocht om maatregelen te nemen tegen een loslopende hond in zijn straat. Het college van burgemeester en wethouders heeft echter in een brief van 29 november 2022 laten weten dat zij niet bevoegd zijn om de gevraagde maatregelen te nemen. Eiser heeft vervolgens op 7 juli 2023 het college herinnerd aan het uitblijven van een besluit en op 31 augustus 2023 heeft het college hem opnieuw gewezen op de eerdere brief. Het college heeft op 11 januari 2024 het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet gericht was tegen een besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 23 juli 2024 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser minder dan drie uur voor de zitting aanvullende stukken heeft ingediend, die te laat waren en daarom niet in behandeling konden worden genomen. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of de brief van 7 juli 2023 kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat het college het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat er geen bevoegdheid bestond om de gevraagde maatregelen te nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen griffierecht terugkrijgt en ook geen proceskosten vergoed krijgt.