4.1.Ter zitting heeft de gemachtigde van verzoeker naar voren gebracht dat verzoeker in [plaats] is, dat zij de reden daarvan niet weet en dat het voor verzoeker het beste zou zijn om hem in een nieuwe, buiten [plaats] gelegen, opvanglocatie voor ontheemde Oekraïners op te vangen waar hij een nieuwe start kan maken. De gemachtigde van verzoeker heeft verder op de zitting naar voren gebracht dat er niet zozeer een taalprobleem is maar dat verzoeker bang is voor conflicten op de opvang [naam] en dat hij bang is om daar verslaafd te raken. Voorts heeft de gemachtigde van verzoeker tijdens de zitting naar voren gebracht dat de opvang [naam] alleen nachtopvang is, dat verzoeker waarschijnlijk op een slaapzaal moet slapen en dat het belangrijk voor verzoeker is dat hij op een locatie verblijft waar met hem een gesprek gevoerd kan worden en hij een gevoel van veiligheid heeft.
Oordeel voorzieningenrechter
5. De voorzieningenrechter verwijst voor de relevante regelgeving naar een bijlage bij deze uitspraak.
6. De voorzieningenrechter ziet gelet op de aard van deze zaak, het beëindigen van de opvang voor een ontheemde Oekraïne en het verwijzen naar de nachtopvang in [plaats] , geen aanleiding om de spoedeisendheid niet aan te nemen. De burgemeester heeft de spoedeisendheid verder niet betwist.
7. Uit de in het besluit van 31 mei 2024 en het besluit van 24 juni 2024 beschreven incidenten blijkt dat verzoeker zich herhaaldelijk agressief, intimiderend en/of bedreigend heeft gedragen en daarmee in strijd heeft gehandeld met het Huishoudelijk reglement gemeentelijke opvanglocatie ontheemden uit Oekraïne (Huishoudelijk reglement). Verzoeker heeft de in het besluit van 31 mei 2024 en 18 juni 2024 beschreven incidenten niet althans onvoldoende betwist. De burgemeester kan maatregelen treffen op grond van artikel 7, eerste lid, aanhef, en onder c en d van de RooO als de ontheemde in strijd handelt met het Huishoudelijk reglement. De burgemeester heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het gedrag van verzoeker voldoende aanleiding mogen zien om maatregelen te nemen. De vraag is of de burgemeester verzoeker de toegang tot de opvang in de gemeente [plaats] definitief mag onthouden en of de burgemeester verzoeker kan verwijzen naar de nachtopvang [naam]
8. De mogelijkheid om voorzieningen te beperken of in te trekken wegens geweld of overtreding van het Huishoudelijk reglement is per 1 oktober 2023 in artikel 7, eerste lid, aanhef, onder c en d van de RooO opgenomen. De toelichting bij deze wijziging vermeldt onder meer:
“Met het opnemen van twee nieuwe onderdelen in artikel 7, eerste lid, wordt geregeld dat de burgemeester ook bij niet naleving van de huishoudelijke reglementen of geweldpleging in de gemeentelijke opvang de verstrekkingen zoals beschreven in artikel 6, eerste lid, kan beperken.
Deze wijziging is overeenkomstig artikel 10, eerste lid, punten h en i, Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva), sluit tevens aan bij de behoefte van gemeenten aan meer handelingsperspectief bij overlastgevend gedrag op de gemeentelijke opvanglocaties voor ontheemden uit Oekraïne en is onderdeel van een breder handelingsperspectief voor deze doelgroep. Deze wijziging biedt de burgemeester de mogelijkheid om in ieder geval één of meer van de volgende maatregelen te nemen:
–het inhouden van leefgeld;
–beperken van deelname aan recreatieve of educatieve activiteiten;
–Het toepassen van een afwijkend regime op basis van de huisregels gedurende maximaal 8 uur per etmaal.
[...]
Of, en zo ja, in welke mate de verstrekkingen kunnen worden beperkt hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, waarbij als uitgangspunt geldt dat de maatregel in een juiste verhouding staat tot het gedrag of het nalaten van de desbetreffende bewoner (proportionaliteit). [...] Zodra de betrokkene weer voldoet aan de verplichtingen bedoeld in artikel 6, derde lid, worden de beperkingen opgeheven en het uitkeren van verstrekkingen hervat.
[...]
De ontheemde blijft ook vallen onder de reikwijdte van de richtlijn, en dat brengt in gevolge artikel 13 van de richtlijn, waaraan deze regeling dus moet voldoen, mee dat aan ontheemden ‘een fatsoenlijk onderkomen krijgen of, in voorkomend geval, middelen te hunner beschikking krijgen om huisvesting te vinden.’ In aansluiting bij artikel 10 van de Rva is het mogelijk om de verstrekkingen te beperken of beëindigen in een aantal gevallen, waarbij altijd in de basisvoorzieningen moet worden voorzien. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het leefgeld te beperken of te beëindigen of een aangepast programma aan te bieden. Ook is het mogelijk om een ontheemde onder te brengen in een afgezonderd gedeelte van de opvanglocatie waar andere voorzieningen beschikbaar zijn. Tegelijk krijgen gemeenten een zekere mate van vrijheid om in hun huisregels een aangepast regime vast te leggen; er is ruimte voor gemeenten om in hun huisregels vast te leggen welk regime van toepassing is na overlast gevend gedrag, bijvoorbeeld voor een beperkter aanbod gedurende de dag.”