ECLI:NL:RBLIM:2024:5508

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
14 augustus 2024
Zaaknummer
ROE 24 / 3778
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van opvang voor ontheemde Oekraïner wegens wangedrag en verwijzing naar nachtopvang

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 15 augustus 2024, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van een ontheemde Oekraïner behandeld. De verzoeker, die sinds enkele jaren op gemeentelijke opvanglocaties verblijft, heeft zich herhaaldelijk agressief en bedreigend gedragen, wat heeft geleid tot een definitieve beëindiging van zijn verblijf op de opvanglocatie ‘Californië’ in Venlo. De burgemeester heeft de verzoeker tijdelijk de toegang tot deze locatie ontzegd en hem verwezen naar een nachtopvang in een andere gemeente. De voorzieningenrechter oordeelt dat er ernstige twijfels zijn over de motivering en zorgvuldigheid van de besluiten van de burgemeester, maar dat de verzoeker op dit moment terecht kan bij de nachtopvang waar hij een gegarandeerde slaapplek heeft en leefgeld ontvangt. De voorzieningenrechter weegt het belang van de burgemeester om op te treden tegen overlastgevend gedrag zwaarder dan het belang van de verzoeker om in de gemeente Venlo te blijven. Daarom wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 24/3778

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 augustus 2024 in de zaak tussen

[naam] , uit p/a advocaat, verzoeker

(gemachtigde: mr. L.A. Fischer),
en

de Burgemeester van de gemeente Venlo, de burgemeester

(gemachtigde: C.H.J.M. Michels).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de besluiten van 31 mei 2024 en 24 juni 2024.
1.1.
Met het besluit van 31 mei 2024 heeft de burgemeester verzoeker de toegang tot de opvang in de opvanglocatie ‘Californië’ aan de [adres] te [plaats] (verder ‘Californië’) tijdelijk voor de duur van 12 uur tot 31 mei 2024 9.00 uur ontzegd en heeft de burgemeester vervolgens verzoeker definitief van de opvang in [plaats] verwijderd.
1.2.
Met het besluit van 24 juni 2024 heeft de burgemeester verzoeker vanaf 14 juni 2024 verwezen naar de daklozen(nacht)opvang Moveoo aan de [adres] te [plaats] (verder [adres] [plaats] ) en heeft, nadat gebleken is dat verzoeker van deze opvang geen gebruik wil maken en van deze opvang geen gebruik heeft gemaakt, verzoeker vanaf 24 juni 2024 verwezen naar de nachtopvang [adres] te [plaats] (verder [adres] [plaats] ) vanaf 24 juni 2024.
1.3.
Verzoeker heeft tegen deze besluiten bezwaar gemaakt.
1.4.
De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de burgemeester.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Waar gaat deze zaak over?
3. Verzoeker is afkomstig uit Oekraïne en verblijft sinds enkele jaren op gemeentelijke opvanglocaties in [plaats] op grond van de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO). Verzoeker heeft vanwege agressief gedrag waaronder bedreigingen richting medebewoners en personeel en het zich niet houden aan de huisregels vanaf eind 2022 diverse schriftelijke waarschuwingen gekregen, maatregelen opgelegd gekregen en is twee keer overgeplaatst naar een andere opvanglocatie binnen [plaats] . Verzoeker heeft in oktober 2023 ten aanzien van twee besluiten een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. De voorzieningenrechter heeft bij uitspraak van 21 november 2023 (zaaknummers 23/3306 en 23/3313) het verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit over opgelegde maatregelen afgewezen omdat het spoedeisend belang ontbrak vanwege de tijdelijkheid van de maatregelen en deze maatregelen hun werking hadden verloren door het besluit over de beëindiging van de opvang. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen ten aanzien van het besluit over de intrekking van de opvang toegewezen en het betreffend besluit geschorst tot twee weken na het nemen van het besluit op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft daarbij overwogen dat de bevoegdheid tot intrekking van de opvang op grond van de RooO ontbreekt; de burgemeester heeft wel de mogelijkheid om verstrekkingen in een aantal in de RooO beschreven situaties te beperken en de opvang op de betreffende opvanglocatie (Beerendonck) te beëindigen als daarbij een alternatieve opvanglocatie wordt geboden, waarbij beperkingen kunnen worden opgelegd mits in de basisvoorzieningen wordt voorzien.
3.1.
Verzoeker heeft vanaf 16 januari 2024 verbleven op de opvanglocatie ‘Californië’ te [plaats] . In mei 2024 heeft een aantal incidenten op deze opvanglocatie plaatsgevonden waarbij verzoeker zich agressief en bedreigend heeft gedragen tegen medebewoners en personeel van de opvang. De voorzieningenrechter verwijst naar de door de burgemeester in het besluit van 31 mei 2024 beschreven gebeurtenissen. De politie is erbij gehaald en deze heeft verzoeker gearresteerd. Verzoeker is na een of twee dagen vrijgekomen.
3.2.
De burgemeester heeft vervolgens het besluit van 31 mei 2024 genomen waarbij verzoeker tijdelijk tot 31 mei 9:00 uur de toegang tot de opvanglocatie ‘Californië’ is ontzegd en heeft vervolgens verzoeker vanwege het zeer ernstige wangedrag definitief van de opvang in [plaats] verwijderd. De burgemeester heeft de veiligheid van andere bewoners en het personeel zwaarder laten wegen dan het belang van verzoeker van een opvangplek in de gemeente [plaats] . In het besluit is verder vermeld dat de burgemeester zich waar mogelijk zal inspannen om in een andere gemeente een opvangplek te realiseren.
3.3.
Verzoeker heeft vervolgens voor de duur van 14 dagen een time-out locatie te [plaats] toegewezen gekregen.
3.4.
Verzoeker heeft op 14 juni 2024 vernomen dat hij terecht kan bij de nachtopvang [naam] . De burgemeester heeft dit schriftelijk, bij besluit van 24 juni 2024, verzoeker medegedeeld. Verzoeker wilde niet op deze opvanglocatie verblijven en weigerde om een zorgovereenkomst te tekenen. De burgemeester heeft eveneens in het besluit van
24 juni 2024 verzoeker vanaf 24 juni 2024 vanaf 21.00 uur de nachtopvang [naam] aangeboden. Verzoeker dient zich, als hij van deze locatie gebruik wil maken iedere dag eerst telefonisch te melden tussen 9:00 en 17:00 uur. De burgemeester neemt deze maatregel op basis van een aantal nog in juni 2024 plaatsgevonden incidenten als beschreven in het besluit van 24 juni 2024. Minder vergaande maatregelen hebben volgens de burgemeester geen effect gehad; verzoeker is op geen enkele opvanglocatie in [plaats] te handhaven. De burgemeester weegt het belang van personeel en bewoners zwaarder dan het belang van verzoeker. Er zijn op andere locaties binnen de gemeente al eerder voorvallen geweest en de burgemeester vindt andere locaties in [plaats] geen optie.
Wat wil verzoeker?
4. Verzoeker wil met zijn verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat de burgemeester per direct opvang beschikbaar stelt in een daartoe bestemde opvangvoorziening waarbij rekening moet worden gehouden met zijn bijzondere opvangbehoeften. Verzoeker heeft in het verzoekschrift aangevoerd dat de opvanglocatie [naam] niet voldoet aan de minimumvereisten, dat hij moet bellen voor een plek maar geen Nederlands en Engels spreekt en op de locatie [naam] men geen Oekraïens of Russisch spreekt. Volgens verzoeker weet de burgemeester dat en is het besluit van 24 juni 2024 een verwijzing naar de straat.
4.1.
Ter zitting heeft de gemachtigde van verzoeker naar voren gebracht dat verzoeker in [plaats] is, dat zij de reden daarvan niet weet en dat het voor verzoeker het beste zou zijn om hem in een nieuwe, buiten [plaats] gelegen, opvanglocatie voor ontheemde Oekraïners op te vangen waar hij een nieuwe start kan maken. De gemachtigde van verzoeker heeft verder op de zitting naar voren gebracht dat er niet zozeer een taalprobleem is maar dat verzoeker bang is voor conflicten op de opvang [naam] en dat hij bang is om daar verslaafd te raken. Voorts heeft de gemachtigde van verzoeker tijdens de zitting naar voren gebracht dat de opvang [naam] alleen nachtopvang is, dat verzoeker waarschijnlijk op een slaapzaal moet slapen en dat het belangrijk voor verzoeker is dat hij op een locatie verblijft waar met hem een gesprek gevoerd kan worden en hij een gevoel van veiligheid heeft.
Oordeel voorzieningenrechter
5. De voorzieningenrechter verwijst voor de relevante regelgeving naar een bijlage bij deze uitspraak.
6. De voorzieningenrechter ziet gelet op de aard van deze zaak, het beëindigen van de opvang voor een ontheemde Oekraïne en het verwijzen naar de nachtopvang in [plaats] , geen aanleiding om de spoedeisendheid niet aan te nemen. De burgemeester heeft de spoedeisendheid verder niet betwist.
7. Uit de in het besluit van 31 mei 2024 en het besluit van 24 juni 2024 beschreven incidenten blijkt dat verzoeker zich herhaaldelijk agressief, intimiderend en/of bedreigend heeft gedragen en daarmee in strijd heeft gehandeld met het Huishoudelijk reglement gemeentelijke opvanglocatie ontheemden uit Oekraïne (Huishoudelijk reglement). Verzoeker heeft de in het besluit van 31 mei 2024 en 18 juni 2024 beschreven incidenten niet althans onvoldoende betwist. De burgemeester kan maatregelen treffen op grond van artikel 7, eerste lid, aanhef, en onder c en d van de RooO als de ontheemde in strijd handelt met het Huishoudelijk reglement. De burgemeester heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het gedrag van verzoeker voldoende aanleiding mogen zien om maatregelen te nemen. De vraag is of de burgemeester verzoeker de toegang tot de opvang in de gemeente [plaats] definitief mag onthouden en of de burgemeester verzoeker kan verwijzen naar de nachtopvang [naam]
8. De mogelijkheid om voorzieningen te beperken of in te trekken wegens geweld of overtreding van het Huishoudelijk reglement is per 1 oktober 2023 in artikel 7, eerste lid, aanhef, onder c en d van de RooO opgenomen. De toelichting bij deze wijziging vermeldt onder meer:
“Met het opnemen van twee nieuwe onderdelen in artikel 7, eerste lid, wordt geregeld dat de burgemeester ook bij niet naleving van de huishoudelijke reglementen of geweldpleging in de gemeentelijke opvang de verstrekkingen zoals beschreven in artikel 6, eerste lid, kan beperken.
Deze wijziging is overeenkomstig artikel 10, eerste lid, punten h en i, Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 (Rva), sluit tevens aan bij de behoefte van gemeenten aan meer handelingsperspectief bij overlastgevend gedrag op de gemeentelijke opvanglocaties voor ontheemden uit Oekraïne en is onderdeel van een breder handelingsperspectief voor deze doelgroep. Deze wijziging biedt de burgemeester de mogelijkheid om in ieder geval één of meer van de volgende maatregelen te nemen:
–het inhouden van leefgeld;
–beperken van deelname aan recreatieve of educatieve activiteiten;
–Het toepassen van een afwijkend regime op basis van de huisregels gedurende maximaal 8 uur per etmaal.
[...]
Of, en zo ja, in welke mate de verstrekkingen kunnen worden beperkt hangt af van de concrete omstandigheden van het geval, waarbij als uitgangspunt geldt dat de maatregel in een juiste verhouding staat tot het gedrag of het nalaten van de desbetreffende bewoner (proportionaliteit). [...] Zodra de betrokkene weer voldoet aan de verplichtingen bedoeld in artikel 6, derde lid, worden de beperkingen opgeheven en het uitkeren van verstrekkingen hervat.
[...]
De ontheemde blijft ook vallen onder de reikwijdte van de richtlijn, en dat brengt in gevolge artikel 13 van de richtlijn, waaraan deze regeling dus moet voldoen, mee dat aan ontheemden ‘een fatsoenlijk onderkomen krijgen of, in voorkomend geval, middelen te hunner beschikking krijgen om huisvesting te vinden.’ In aansluiting bij artikel 10 van de Rva is het mogelijk om de verstrekkingen te beperken of beëindigen in een aantal gevallen, waarbij altijd in de basisvoorzieningen moet worden voorzien. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het leefgeld te beperken of te beëindigen of een aangepast programma aan te bieden. Ook is het mogelijk om een ontheemde onder te brengen in een afgezonderd gedeelte van de opvanglocatie waar andere voorzieningen beschikbaar zijn. Tegelijk krijgen gemeenten een zekere mate van vrijheid om in hun huisregels een aangepast regime vast te leggen; er is ruimte voor gemeenten om in hun huisregels vast te leggen welk regime van toepassing is na overlast gevend gedrag, bijvoorbeeld voor een beperkter aanbod gedurende de dag.”
8.1.
In deze toelichting wordt verwezen naar een handelingsperspectief. Dit is het door de minister van Justitie en Veiligheid opgestelde ‘Handelingsperspectief aanpak overlast door vluchtelingen uit Oekraïne in gemeentelijke opvang’. Onderdeel hiervan vormt het ‘Maatregelenpakket bij overlast voortkomend uit onaangepast en ongeoorloofd gedrag in gemeentelijke opvang’. Daarin staat onder meer vermeld:
“Als gevolg van een bindend arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak [naam] is het niet toegestaan om opvang aan overlastgevende asielzoekers volledig te onthouden, tenzij de betreffende lidstaat elders in de opvang voorziet. Dit arrest geldt onverkort voor ontheemden uit Oekraïne. Dit betekent dus dat ook een overlastgevende bewoner het recht op opvang behoudt. De opvang hoeft echter niet per se in dezelfde locatie te worden gecontinueerd. Overplaatsing naar een andere locatie is daarmee juridisch mogelijk.
[...]
Beperken of intrekken van verstrekkingen
Als het ongewenste gedrag ook na de correctiegesprekken onveranderd blijft of verergert, kan de burgemeester maatregelen treffen waarbij de verstrekkingen waar de bewoner recht op heeft wordt ingehouden. [...] Hiermee kan bij voortduring van het overlastgevende gedrag uiteindelijk een proportioneel besluit genomen worden, waarbij tevens is voldaan aan het subsidiariteitsbeginsel, en de bewoner kan worden overgeplaatst naar een andere (time-out) locatie of andere maatregelen met grote impact voor de bewoner kunnen worden genomen.
Het beperken of intrekken van verstrekkingen kan bestaan uit:
• Het inhouden van leefgeld;
• beperken van deelname aan recreatieve of educatieve activiteiten;
• het toepassen van een afwijkend regime voor een maximale duur van 8 uur per etmaal.
Hierbij kan de toegang tot de opvanglocatie in die periode worden gelimiteerd, op voorwaarde dat altijd, binnen of buiten de opvanglocatie, in de minimale basisvoorzieningen (eten, onderdak) van de ontheemde wordt voorzien.
Overplaatsing naar een andere opvanglocatie binnen de gemeente
De burgemeester heeft op basis van artikel 9 RooO de bevoegdheid om een bewoner over te plaatsen naar een andere opvangvoorziening in dezelfde gemeente, indien dit in het belang van openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht. Daarnaast kunnen gemeenten, indien noodzakelijk, een alternatieve opvangplek voor een bewoner regelen binnen dezelfde gemeente.
Overplaatsing naar een time-out locatie
Indien sprake is van overlast met een grote impact op overige bewoners of medewerkers van de opvanglocatie en andere maatregelen niet toereikend zijn, dan kan een bewoner tijdelijk worden overgeplaatst naar een time-out locatie, voor een maximale duur van 14 dagen. Overplaatsing naar een time-out locatie dient te worden gedaan op basis van het aannamebeleid dat is opgesteld door de gemeente die verantwoordelijk is voor de time-out locatie. Het uitgangspunt is dat de bewoner daarna weer terugkeert naar de oorspronkelijke gemeentelijke opvanglocatie.”
8.2.
Uit de toelichting op artikel 7, van de RooO volgt dat bedoeld is om het mogelijk te maken om de verstrekkingen te beperken of beëindigen wegens onder meer geweld, maar dat daarbij altijd in de basisvoorzieningen moet worden voorzien. Die basisvoorzieningen betreffen onder meer een fatsoenlijk onderkomen of middelen om huisvesting te vinden. Dit uitgangspunt volgt ook uit het door de minister van Justitie en Veiligheid opgestelde handelingsperspectief en maatregelenpakket. Daarin wordt expliciet overwogen dat ook een overlastgevende ontheemde uit Oekraïne recht op een bepaalde mate van opvang behoudt. Uit het maatregelenpakket blijkt bovendien dat indien sprake is van overlast met een grote impact op overige bewoners of medewerkers van de opvanglocatie en andere maatregelen niet toereikend zijn, als uiterste middel een bewoner tijdelijk kan worden overgeplaatst naar een time-out locatie, voor een maximale duur van 14 dagen.
8.3.
Verzoeker heeft na de beëindiging van de opvang ‘Californië’ voor de duur van 14 dagen een time-out locatie in [plaats] toegewezen gekregen. Ter zitting is gebleken dat verzoeker enkele dagen in de time-out locatie is geweest. Niet duidelijk is geworden of van het verblijf in de time-out locatie rapporten zijn gemaakt. Na het verstrijken van de 14 dagen termijn kon verzoeker niet terug naar de opvanglocatie Californië omdat het besluit tot definitieve beëindiging van de opvang al was genomen. De burgemeester heeft verzoeker vanaf 14 juni 2024 verblijf bij de nachtopvang [naam] toegewezen. Verzoeker heeft van deze opvang geen gebruik willen maken. Vervolgens heeft de burgemeester verzoeker vanaf 24 juni 2024 de nachtopvang [naam] toegewezen.
8.4.
De voorzieningenrechter heeft ernstige twijfels of het besluit van 31 mei 2024 en het besluit van 24 juni 2024 in stand kan blijven in bezwaar vanwege een motiverings- en zorgvuldigheidsgebrek. Het besluit van 31 mei 2024 betreft een definitieve beëindiging van de opvang in [plaats] en het besluit van 24 juni 2024 betreft een verwijzing naar nachtopvang naar een andere gemeente.
8.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de aangeboden nachtopvang [naam] vooralsnog wel voldoet aan de minimumvereisten omdat deze opvang, zoals ter zitting is gebleken een gegarandeerde slaapplek biedt, mits verzoeker zich telefonisch tussen 9:00 en 17:00 uur meldt. Er wordt in dat geval een bed voor hem vrijgehouden. Ter zitting heeft de gemachtigde van de gemeente toegelicht dat de exploitant van locatie [naam] op de hoogte is gesteld van het feit dat verzoeker door de burgemeester is verwezen naar deze opvanglocatie. Gemachtigde van verzoeker heeft eveneens contact gehad met de locatie aan de [adres] in [plaats] en dit bevestigd. Verder kan op deze opvanglocatie op verzoek psychische hulpverlening plaatsvinden. Verzoeker ontvangt ook leefgeld (€ 300,- per maand) van de gemeente [plaats] . Niet is onderbouwd noch anderszins is gebleken dat verzoeker om gezondheidsredenen of andere redenen niet tijdelijk op deze locatie zou kunnen verblijven.
8.6.
De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat uit de besluitvorming onvoldoende blijkt, gelet op het definitieve karakter van de aangeboden nachtopvang, dat deze maatregel voldoet aan de eisen van proportionaliteit (evenwichtigheid) en subsidiariteit (noodzakelijkheid). Uitgangspunt bij het opleggen van een maatregel op grond van de RooO is dat deze tijdelijk van aard is en dat bij gebleken structurele verbetering van gedrag de mogelijkheid van terugkeer naar een daartoe bestemde opvangvoorziening Gemeentelijke opvang Oekraïners, die voldoet aan de minimumeisen van artikel 6 van de RooO, blijft bestaan. In dat kader rust op de burgemeester, gelet op zijn verantwoordelijkheid (zie de onder 8 beschreven toelichting op de regelgeving en het onder 8.1 beschreven maatregelenpakket), ook de verplichting om onderzoek te doen (desnoods bij andere gemeenten) naar de mogelijkheden om verzoeker terug te laten keren naar een daartoe bestemde opvangvoorziening. Niet gebleken is dat de burgemeester dit heeft gedaan. Hoewel het voorgaande, naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, blijk geeft van enkele gebreken in de besluitvorming, is het de verwachting dat de burgemeester deze gebreken in de beslissingen op bezwaar nog kan herstellen. Gelet op het feit dat verzoeker wel terecht kan bij de nachtopvang en daar een gegarandeerde slaaplek heeft en dat hij leefgeld heeft ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om op dit moment een voorziening te treffen. De voorzieningenrechter laat daarbij het belang van de burgemeester om te kunnen optreden tegen het overlastgevend gedrag van verzoeker en de veiligheid van andere ontheemden zwaarder wegen dan het belang van verzoeker om op een gemeentelijke opvanglocatie voor Oekraïners binnen de gemeente [plaats] te verblijven omdat verzoeker terecht kan bij de nachtopvang.

Conclusie en gevolgen

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat verzoeker geen gelijk krijgt. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.J.J. Derks-Voncken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G. Cremers, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 augustus 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 15 augustus 2024.

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Bijlage
Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO)
Artikel 2
1. De burgemeester draagt zorg voor de opvang van ontheemden. (…)
Artikel 3
1. De burgemeester kan een tijdelijke alternatieve opvangvoorziening beschikbaar stellen die voldoet aan de minimumnormen zoals opgenomen in deze regeling indien:
a. er geen opvangvoorziening meer beschikbaar is; of
b. de specifieke situatie en bijzondere opvangbehoeften van een kwetsbare ontheemde andersoortige opvang vereist.
Artikel 4
1. De burgemeester kan een ontheemde uitsluiten van de opvang, bedoeld in het artikel 2, eerste lid, indien:
a. de ontheemde rechtens van zijn vrijheid is ontnomen;
b. door de Minister belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 is geoordeeld dat betrokkene tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn;
c. de ontheemde tevens de Nederlandse nationaliteit bezit.
2. Het recht op opvang van een ontheemde wiens asielaanvraag die recht op opvang heeft gegeven is afgewezen, eindigt indien de tijdelijke bescherming is geëindigd en de vertrektermijn als bedoeld in artikel 62 van de Vreemdelingenwet 2000 is verstreken.
Artikel 6
1. De opvang omvat in elk geval de volgende verstrekkingen:
a. onderdak in opvangvoorzieningen die een toereikend huisvestingsniveau bieden;
b. een maandelijkse financiële toelage ten behoeve van voedsel, kleding en andere persoonlijke uitgaven, tenzij de ontheemde inkomsten uit arbeid heeft;
c. recreatieve en educatieve activiteiten;
d. een verzekering tegen de financiële gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid; en
e. betaling van buitengewone kosten.
2. (…)
3. De burgemeester stelt voor elke opvangvoorziening een huishoudelijk reglement op waarin tenminste passende maatregelen zijn opgenomen om geweldpleging en gender gerelateerd geweld, met inbegrip van aanranding en seksuele intimidatie, te voorkomen en de verplichting van de ontheemde om:
a. de huisregels na te leven die zijn neergelegd in het reglement van de desbetreffende opvangvoorziening;
b. gevolg te geven aan de aanwijzingen van het personeel van de desbetreffende opvangvoorziening;
c. schoonmaakwerkzaamheden te verrichten in en rond de woonruimte; en
d. toegang te verlenen aan het personeel van de opvangvoorziening tot zijn woonruimte indien een redelijk vermoeden bestaat dat de ontheemde de huisregels overtreedt of indien dit voor het beheer van de opvangvoorziening redelijkerwijs noodzakelijk is.
Artikel 7
1. De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, beperken of intrekken indien:
a. de opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;
b. de ontheemde de opvang definitief verlaat of gedurende een periode van 28 dagen niet in de opvang is verschenen zonder de burgemeester hiervan op de hoogte te stellen;
c. de ontheemde ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid;
d. de ontheemde een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de voorziening, of aan anderen.
(…)
Artikel 9
1. De burgemeester bepaalt in welke opvangvoorziening binnen de gemeente een ontheemde wordt geplaatst en is bevoegd een ontheemde naar een andere voorziening binnen de gemeente over te plaatsen indien dit in het belang van de openbare orde of de veiligheid van andere ontheemden noodzakelijk wordt geacht.
(…)