ECLI:NL:RBLIM:2024:5504

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 juli 2024
Publicatiedatum
14 augustus 2024
Zaaknummer
03.269888.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in drugszaak met procesafspraken en gevangenisstraf

Op 22 juli 2024 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het produceren en aanwezig hebben van harddrugs, het voorbereiden van Opiumwetdelicten en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 1982 en bijgestaan door advocaat mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans, heeft voorafgaand aan de zitting procesafspraken gemaakt met het openbaar ministerie. Deze afspraken hielden in dat de verdachte geen onderzoekswensen indient, geen bewijsverweren voert en geen nadere verklaring hoeft af te leggen. In ruil hiervoor zou het openbaar ministerie geen hoger beroep instellen als de rechtbank de afgesproken bewezenverklaring en straf overneemt.

De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 8 juli 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De tenlastelegging omvatte drie feiten: het produceren en aanwezig hebben van MDMA en metamfetamine, het voorbereiden van Opiumwetdelicten, en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte vrijwillig heeft ingestemd met de procesafspraken en dat deze in overeenstemming zijn met de eisen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en heeft een gevangenisstraf van 54 maanden opgelegd. De rechtbank overwoog dat de verdachte een sturende rol had binnen de criminele organisatie en dat zijn handelen ernstige gevolgen heeft voor de samenleving. De opgelegde straf is in lijn met de strafeis van het openbaar ministerie en houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die heeft aangegeven afstand te willen nemen van zijn criminele verleden. De rechtbank heeft de tijd in voorarrest in mindering gebracht op de gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03.269888.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.
d.
22 juli 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboortegegevens] 1982,
wonende te [adres] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. G.J.J.G. Stevens-Waltmans, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 8 juli 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. Voorafgaand aan de zitting hebben het openbaar ministerie en de verdachte een overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over de afdoening van de zaak, een zogenoemd afdoeningsvoorstel, hierna ook aangeduid met: procesafspraken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van deze procesafspraken. De rechtbank heeft tevens kennis genomen van de inhoud van het procesdossier en dit dossier ter terechtzitting besproken. Ter zitting is ook het afdoeningsvoorstel besproken en hebben de officier van justitie, de raadsvrouw en de verdachte hun standpunten naar voren gebracht.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt erop neer dat de verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan het produceren en aanwezig hebben van harddrugs (feit 1), aan het samen met anderen voorbereiden van Opiumwetdelicten (feit 2) en aan deelname aan een criminele organisatie op dit gebied (feit 3).

3.Het afdoeningsvoorstel

Het openbaar ministerie en de verdediging zijn overeengekomen dat:
de verdachte geen onderzoekswensen indient en al ingediende onderzoekswensen intrekt;
de verdachte geen bewijsverweren voert;
de verdachte geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen;
door de verdachte en het openbaar ministerie geen hoger beroep zal worden ingesteld, wanneer de rechtbank de tussen hen afgesproken bewezenverklaring en straf overneemt;
de verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken;
de verdachte ermee akkoord gaat dat de overeenkomst en het in verband daarmee te wijzen vonnis aan het CJIB wordt verstrekt ter executie daarvan;
door het openbaar ministerie aan de minister/het CJIB geadviseerd wordt hoe de tenuitvoerlegging van de overeengekomen straf aanvangt;
et openbaar ministerie ter terechtzitting een strafeis zal vorderen van 4,5 jaar gevangenisstraf.
Het openbaar ministerie heeft verder in de overeenkomst opgenomen dat de verdachte “in het kader van de afspraken” geen nadere verklaring hoeft af te leggen. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat de hiervoor onder c weergegeven afspraak ziet op het afleggen van een verklaring als verdachte in het kader van de behandeling ter terechtzitting waarop de procesafspraken worden besproken, en dat dit los staat van enige wettelijke verplichting om, behoudens het hem toekomende verschoningsrecht, als getuige een verklaring af te leggen.
De verdachte heeft ter terechtzitting zich ten aanzien van de feiten op zijn zwijgrecht beroepen, en heeft volstaan met het voorlezen van een verklaring waarin hij jegens zijn familie verantwoording aflegt.
De rechtbank constateert dat de verdachte in de overeenkomst afstand doet van bepaalde aan hem toekomende verdedigingsrechten. Op grond van de verklaring die de verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd over de totstandkoming en de inhoud van de overeenkomst, stelt de rechtbank vast dat verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing om mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
De rechtbank concludeert dan ook dat is voldaan aan de eisen die artikel 6 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden stelt, en heeft het afdoeningsvoorstel bij de beoordeling van de vragen van artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering in overweging genomen.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, overeenkomstig het afdoeningsvoorstel, gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de feiten. Ten aanzien van feit 3, deelname aan een criminele organisatie, heeft zij gerekwireerd tot een bewezenverklaring, maar de kring van deelnemers aan de criminele organisatie moet worden beperkt, wat tot een deelvrijspraak zou moeten leiden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, overeenkomstig het afdoeningsvoorstel, geen bewijsverweren gevoerd en zich niet over het bewijs uitgelaten
.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft op grond van de bewijsmiddelen de overtuiging gekregen dat de verdachte de feiten zoals tenlastegelegd onder de feiten 1, 2 en 3 heeft begaan zoals hieronder weergegeven onder 4.4.
Het afdoeningsvoorstel dat door het openbaar ministerie en de verdachte is voorgelegd bevat geen (substantiële) afwijkingen van het bewijsoordeel van de rechtbank, zodat er geen aanleiding is voor de rechtbank om tot een afwijkend oordeel te komen.
Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring, opgenomen in een aanvulling op het vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het vonnis gehecht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 1
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België tezamen en in vereniging met anderen meermalen opzettelijk heeft vervaardigd en opzettelijk aanwezig heeft gehad (zeer grote) hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of metamfetamine, te weten onder meer
MDMA:
- ( ongeveer) 1425 kilogram MDMA;
- ( ongeveer) 154 kilogram MDMA;
- ( ongeveer) 170 kilogram MDMA;
MDMA en/of metamfetamine:
- ( ongeveer) 246 kilogram MDMA en/of metamfetamine,
zijnde MDMA en/of metamfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA, zijnde amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (één of meer van zijn) mededaders in voornoemde periode, in voornoemde pleegplaatsen:
- gebruik gemaakt van PGP telefoons van verschillende versleutelde communicatiediensten (Encrochat en/of SKY en/of ANOM), en/of
- ontmoetingen gehad met en/of (telefonische) afspraken gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s) en/of een of meer anderen, om de hiervoor genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware (bestemd voor de productie van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA) te kopen en/of te verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of betreffende de wijze waarop die verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware zou(den) worden gekocht en/of geleverd en/of vervoerd en/of geproduceerd en/of uitgevoerd en/of ingevoerd, en/of
- geld verstrekt en/of afgeleverd en/of betalingen gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf van genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen, en/of
- stashplekken (voor de opslag van genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of voorwerpen bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen) en/of locaties ter bereiding/verwerking (van die verdovende middelen) gezocht, en/of
- bemiddeld bij het verkrijgen van bedoelde stashplekken en/of locaties, en/of
- geld verstrekt en/of afgeleverd en/of betalingen gedaan en/of laten doen ten behoeve van het gebruik van de hiervoor bedoelde stashplekken en/of locaties, en/of
- een Peugeot Boxer (kenteken [kentekennummer] ) in gebruik gehad ten behoeve van het vervoeren van verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën bestemd voor de productie van verdovende middelen en/of
- grote hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen en/of voorwerpen die gebruikt worden bij de vervaardiging/productie van genoemde verdovende middelen, althans synthetische drugs, voorhanden gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
feit 3
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder meer) [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde en/of vierde lid van de Opiumwet en/of artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet.
De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 1
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3
deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde en vierde lid van de Opiumwet.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De straf en/of de maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft in overeenstemming met het afdoeningsvoorstel gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren en 6 maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft overeenkomstig het afdoeningsvoorstel geen strafmaatverweer gevoerd.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte is gedurende een aanzienlijke periode onderdeel geweest van een criminele organisatie die zich bezig hield met de (voorbereiding van de) productie en de handel in harddrugs, met name MDMA. De verdachte kan als de rechterhand van de leider van de organisatie worden beschouwd en had binnen de organisatie een sturende en coördinerende rol. De communicatie verliep via cryptotelefoons, en uit de chatberichten volgt dat de verdachte samen met anderen verantwoordelijk kan worden gehouden voor de productie van en handel in een aantal aanzienlijke partijen MDMA en daarnaast de handel in grondstoffen voor die productie.
Het gaat om ernstige feiten die een ontwrichtende uitwerking hebben op onze samenleving en economie. Naast schade aan het milieu en de volksgezondheid door drugsgebruik, draagt het handelen van de verdachte eraan bij dat Nederland de dubieuze status krijgt van narcostaat, en geconfronteerd wordt met (ernstige vormen van) geweld binnen het criminele circuit, waar soms ook onschuldige burgers slachtoffer van worden. Voorts gaat er een ondermijnend effect uit van het overtreden van de Opiumwet op de maatschappij door de voortdurende pogingen van drugscriminelen om het illegaal verkregen vermogen wit te wassen.
De rechtbank houdt in haar oordeel rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze ter terechtzitting zijn besproken. De verdachte heeft verklaard afstand te hebben genomen van de criminele kringen waarin hij verkeerde, en zich – na het uitzitten van zijn vrijheidsstraf - aan zijn werk en gezin te willen wijden. Verder houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte de tenlastegelegde feiten ruim drie jaar geleden heeft gepleegd en ondanks het feit dat de procesafspraken al op 10 oktober 2023 zijn ondertekend, verdachte en zijn gezin tot op heden in onzekerheid hebben verkeerd over de afloop van de zaak.
Gezien de ernst van de feiten en de (uitvoerende) rol die verdachte daarin heeft vervuld enerzijds en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte anderzijds, kan de rechtbank zich vinden in de strafeis van het openbaar ministerie, waarin een evenwichtige afweging is gemaakt tussen het hierboven besprokene en het proceseconomisch voordeel dat met de onderhavige afspraken wordt behaald. Het betreft een zaak met een omvangrijk dossier, die bij een in volle omvang gevoerd strafproces, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, een forse impact zou hebben op de capaciteit van de rechtspraak. Met een gevangenisstraf van 54 maanden wordt, zonder dat de verdachte hiermee onevenredig wordt bevoordeeld, voldoende recht gedaan aan het maatschappelijk belang bij het bestrijden van drugscriminaliteit. De verdachte heeft zijn verantwoordelijkheid genomen en zal een forse gevangenisstraf moeten ondergaan.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezen verklaarde feiten tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H. van den Hombergh, voorzitter, mr. K.G. Witteman en mr. J. Trifunović, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.P. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 juli 2024.
Buiten staat
Mr. Witteman is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
feit 1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer (zeer grote) hoeveelheid/hoeveelheden, van een materiaal bevattende MDMA en/of PMA en/of metamfetamine en/of amfetamine, te weten (onder meer)
MDMA:
- ( ongeveer) 1425 kilogram MDMA (p. 1285);
- ( ongeveer) 154 kilogram MDMA (p. 1984);
- ( ongeveer) 170 kilogram MDMA (p. 947);
MDMA en/of metamfetamine:
- ( ongeveer) 246 kilogram MDMA en/of metamfetamine (p. 1024),
zijnde MDMA en/of PMA en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten (telkens) het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of binnen en /of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA, zijnde amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
- voor te bereiden en/of te bevorderen:
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
en/of
- zich of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen,
en/of
- ( een) voorwerp(en) en/of (een) vervoermiddel(en) en/of (een) stof(fen) en/of gelden en/of (een) ander(e) betaalmiddel(en) voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (één of meer van zijn) mededaders in voornoemde periode, in voornoemde pleegplaatsen:
- gebruik gemaakt van PGP telefoons van verschillende versleutelde communicatiediensten (Encrochat en/of SKY en/of ANOM), en/of
- ontmoetingen gehad met en/of (telefonische) afspraken gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s) en/of een of meer anderen, om de hiervoor genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware (bestemd voor de productie van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of PMA) te kopen en/of te verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of betreffende de wijze waarop die verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware zou(den) worden gekocht en/of geleverd en/of vervoerd en/of geproduceerd en/of uitgevoerd en/of ingevoerd, en/of
- geld verstrekt en/of afgeleverd en/of betalingen gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf van genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën en/of productiemiddelen/apparatuur/hardware bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen, en/of
- stashplekken (voor de opslag van genoemde verdovende middelen en/of grondstoffen en/of voorwerpen bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen) en/of locaties ter bereiding/verwerking (van die verdovende middelen) gezocht, en/of
- bemiddeld bij het verkrijgen van bedoelde stashplekken en/of locaties, en/of
- geld verstrekt en/of afgeleverd en/of betalingen gedaan en/of laten doen ten behoeve van het gebruik van de hiervoor bedoelde stashplekken en/of locaties, en/of
- een Peugeot Boxer (kenteken [kentekennummer] ) in gebruik gehad ten behoeve van het vervoeren van verdovende middelen en/of grondstoffen en/of chemicaliën bestemd voor de productie van verdovende middelen en/of
- grote hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen bestemd voor de productie van genoemde verdovende middelen en/of voorwerpen die gebruikt worden bij de vervaardiging/productie van genoemde verdovende middelen, althans synthetische drugs, voorhanden gehad, waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
feit 3
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 8 juni 2021 te Nederland en/of België heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder meer) [naam 1] , [naam 2] , [naam 7] , [naam 3] , [naam 4] , [naam 8] , [naam 9] , [naam 5] , [naam 6] en [naam 10] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet en/of artikel 10a, eerste lid, van de Opiumwet.