ECLI:NL:RBLIM:2024:55

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
5 januari 2024
Zaaknummer
10729958 \ CV EXPL 23-4239
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgverzekeringspremie en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap N.V. Univé Zorg, gevestigd te Arnhem, en een gedaagde partij die als consument wordt beschouwd. Univé vordert betaling van een bedrag van € 1.137,14, bestaande uit een achterstand op de zorgverzekering, wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde heeft na verkregen uitstel niet meer gereageerd op de vordering, waardoor de kantonrechter oordeelt dat de vordering als niet weersproken kan worden toegewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schending is van de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht en dat de gevorderde bedragen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, toewijsbaar zijn. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Univé zijn begroot op € 584,48. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10729958 \ CV EXPL 23-4239
Vonnis van de kantonrechter van 3 januari 2024
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
N.V. UNIVÉ ZORG,
gevestigd te Arnhem,
eisende partij,
gemachtigde Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen:
[gedaagde],
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde Paffen Bewindvoering en Inkomensbeheer B.V..
Partijen zullen hierna Univé en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Univé vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
€ 1.137,14 te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert Univé (samengevat) het volgende aan.
Univé heeft op grond van een met [gedaagde] gesloten zorgverzekeringsovereenkomst bedragen bij [gedaagde] in rekening gebracht. De totale achterstand bedraagt volgens Univé
€ 977,50. Daarnaast is [gedaagde] aan haar de wettelijke rente verschuldigd. Univé berekent de wettelijke rente tot 22 augustus 2023 op € 23,22. Voorts stelt zij dat [gedaagde] aan haar een vergoeding van € 166,57 voor buitengerechtelijke kosten inclusief btw verschuldigd is. Op de vordering kan nog een bedrag van € 30,15 aan deelbetalingen in mindering strekken.
3. De beoordeling
3.1.
[gedaagde] is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
3.2.
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
3.3.
[gedaagde] heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord. De vordering ten aanzien van de hoofdsom staat daarom als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
3.4.
[gedaagde] heeft geen zelfstandig verweer gevoerd tegen de gevorderde vervallen wettelijke rente van € 23,22, zodat die - als op de wet gegrond - wordt toegewezen. Ook de wettelijke rente vanaf 22 augustus 2023 kan worden toegewezen.
3.5.
Univé maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden.
De door Univé verzonden aanmaning voldoet niet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen, nu daarin een lager bedrag is genoemd dan het bedrag waarop het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten in dit geval recht geeft. Door deze afwijking is de [gedaagde] echter niet in haar belangen geschaad. De gevorderde buitengerechtelijke kosten worden daarom slechts toegewezen tot het in de aanmaning genoemde bedrag van € 166,57.
3.6.
De conclusie van het voorgaande is dat een bedrag van € 1.137,14, bestaande uit:
- € 977,50 aan hoofdsom
- € 23,22 aan vervallen wettelijke rente
- € 166,57 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw
- minus € 30,15 aan deelbetalingen,
te vermeerderen met de wettelijke rente over € 977,50 vanaf 22 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling, zal worden toegewezen.
3.7.
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van Univé worden begroot op:
  • dagvaarding € 130,48
  • griffierecht € 322,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 584,48
3.8.
De gevorderde nakosten worden, met inachtneming van de richtlijnen van het LOVCK, toegewezen op de hierna in het dictum te vermelden wijze. De gevorderde btw over de nakosten zal, voor zover die nakosten zien op het salaris gemachtigde, worden afgewezen nu hiervoor geen wettelijke grondslag bestaat.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Univé tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 1.137,14, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 977,50 vanaf 22 augustus 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van Univé gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 584,48,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] als deze niet binnen twee weken na aanschrijving door Univé volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 66,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, dit bedrag te vermeerderen met de hierover verschuldigd zijnde btw,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.V.L. Heuts en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC