Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 augustus 2024 in de zaak tussen
[eiser 1] ,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht
[derde-partij]uit [vestigingsplaats] , vergunninghoudster,
Procesverloop
Overwegingen
Stadspark Ien
IIom in de parkeerbehoefte voor de bewonersparkeerplaatsen te voorzien. Ter zitting is door verweerder en vergunninghoudster bevestigd dat het voor bewonersparkeerplaatsen specifiek gaat om de parkeerlocaties
Stadspark Ien
IIen niet om de parkeerlocatie
Stadspark IIIzoals eerder door eisers aangevoerd. Ter beoordeling staat dus of met abonnementen voor de parkeerlocaties
Stadspark Ien
IIin voldoende parkeergelegenheid voor bewoners wordt voorzien.
Stadspark Ien
IIde beschikbaarheid van parkeerplaatsen voor bewoners onvoldoende zou zijn gewaarborgd, zoals door eisers aangevoerd. De rechtbank is immers uit de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gebleken dat verweerder daarnaar onderzoek heeft gedaan. Vergunninghoudster heeft een overeenkomst gesloten met Q-Park voor 25 parkeerabonnementen op kentekenbasis. Verweerder heeft toegelicht dat daarmee niet alleen voor de parkeerbehoefte van de bewoners verzekerd is dat er geparkeerd kan worden op de locaties
Stadspark Ien
II,maar ook dat daarmee voldoende is verzekerd dat er daadwerkelijk parkeergelegenheid is op die locaties. Verweerder heeft op zitting namelijk nader toegelicht dat op de parkeerplaatsen van Q-Park waarbij sprake is van een abonnementensysteem op kenteken, ten behoeve van die betalende abonnementhouders een algoritme wordt gehanteerd waardoor op de betreffende locaties voor abonnementhouders steeds voldoende feitelijke parkeergelegenheid aanwezig is. Er worden voor deze abonnementen als het ware plekken in reserve gehouden. Verder overweegt de rechtbank dat verweerder bij het bestreden besluit voorschriften aan de omgevingsvergunning heeft toegevoegd die tot doel hebben dat de bij Q-Park beschikbare parkeerplaatsen ook daadwerkelijk door bewoners worden gebruikt als zijn hun auto moeten parkeren. Verweerder heeft onder meer voorgeschreven en betoogd dat bewoners van het pand niet in aanmerking (kunnen) komen voor een parkeervergunning om op straat te parkeren en dat de kantoren enkel mogen worden gebruikt door bewoners, zodat voor bewoners geen parkeerplaatsen in de openbare ruimte nodig zijn. De rechtbank volgt eisers daarom niet in hun standpunt dat deze parkeerplaatsen op de locaties
Stadspark Ien
IIonvoldoende zouden zijn om in de parkeerbehoefte voor de bewoners te voorzien.
Stadspark Ien
IIvoor bewoners kon worden afgeweken van de in de parkeernota opgenomen maximale loopafstand van 400 meter of dat verweerder hierin aanleiding had moeten zien om de omgevingsvergunning wegens strijd met het facetbestemmingsplan te weigeren. Tussen partijen is namelijk niet in geschil dat de loopastanden tussen deze parkeerlocaties en de betreffende woonlocatie worden overschreden en dat op dat punt van de parkeernota wordt afgeweken.
Stadspark Ien
IIdoor de bewoners daadwerkelijk gebruikt zullen gaan worden als zij ervoor kiezen om in het complex te gaan wonen in het bezit van een auto. Verweerder heeft deze parkeerlocaties daarom toch als effectief kunnen zien om in de parkeerbehoefte voor de bewoners te voorzien. Verder heeft verweerder erop gewezen dat ook in twee laad- en losplekken op de locatie bij het bouwplan is voorzien, die eveneens in de vergunningvoorschriften zijn gewaarborgd om het laden en lossen op eigen terrein te laten plaatsvinden en te reguleren. De parkeerproblematiek voor bewoners en de loopafstand tot de parkeerlocaties heeft verweerder hiermee naar het oordeel van de rechtbank voldoende opgelost en verweerder heeft daarmee voldoende gemotiveerd van de voorgeschreven loopafstand afgeweken. De rechtbank ziet hierin daarom evenmin grond voor het oordeel dat verweerder de omgevingsvergunning wegens strijd met het facetbestemmingsplan had moeten weigeren.
Beslissing
- verklaart het beroep van [eiser 3] niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep van de overige eisers ongegrond.