ECLI:NL:RBLIM:2024:5320

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
C/03/330820 / HA ZA 24-239
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident over privacy-inbreuk door wildcamera's en erfdienstbaarheid tussen buren

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 31 juli 2024 een vonnis gewezen in een incident dat voortvloeit uit een geschil tussen buren over de plaatsing van wildcamera's en de rechten voortvloeiend uit een erfdienstbaarheid. De eiseres in het incident stelt dat haar buren twee wildcamera's hebben geplaatst in een heg op de erfgrens, waardoor er permanent zicht is op haar tuin. Zij beschouwt dit als een inbreuk op haar privacy en vordert dat de buren documenten overleggen die aantonen sinds wanneer de camera's zijn geplaatst. De buren ontkennen echter de aanwezigheid van deze camera's.

De rechtbank oordeelt dat de eiseres in het incident onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de aanwezigheid van de wildcamera's en wijst de vordering tot het overleggen van de aankoopnota's af. De rechtbank concludeert dat er geen voldoende onderbouwing is voor de stelling dat de camera's in de heg zijn geplaatst. Dit vonnis is een onderdeel van een breder geschil waarin ook een vordering tot schadevergoeding en het opheffen van een erfdienstbaarheid aan de orde is. De rechtbank heeft de eiseres in het incident veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 614,00.

De zaak zal op 7 augustus 2024 opnieuw op de rol staan voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van de verweerders.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/330820 / HA ZA 24-239
Vonnis in incident bij vervroeging van 31 juli 2024
in de zaak van

1.[eiser in conventie in de hoofdzaak, verweerder] ,

2.
[eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster],
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
eisers in conventie in de hoofdzaak,
verweerders in reconventie in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
advocaat mr. K.M. Ruiter te Maastricht,
tegen
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M.H.J.M. Stassen te Valkenburg.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 11,
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, tevens incident ex artikel 843a Rv,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

2.1.
Partijen zijn buren van elkaar. [eiser in conventie in de hoofdzaak, verweerder] en [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster] zijn eigenaren van het woonhuis met ondergrond, tuin en weiland, aan [adres 1] te [plaats 1] en [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] is eigenaar van de daarnaast gelegen woning aan [adres 2] .
2.2.
In artikel 8 van de notariële leveringsakte van 1 november 2006, waarbij de woning aan [adres 1] te [plaats 1] aan [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] is geleverd, is ten behoeve van het erf van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] een erfdienstbaarheid van weg gevestigd op grond waarvan zij ten laste van het erf van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] gebruik mogen maken om vanaf hun erf de Provinciale weg te bereiken en vice versa.

3.Het geschil

In de hoofdzaak

in conventie
3.1.
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] stellen dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] het recht van erfdienstbaarheid frustreert door het plaatsen van meerdere voertuigen op de oprit ten aanzien waarvan de erfdienstbaarheid geldt en waardoor de toegang wordt geblokkeerd. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] heeft verder nieuwe sloten op het hekwerk aangebracht zonder [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] een sleutel te geven. Ook hierdoor kunnen zij hun garage, die aan de achterzijde van hun perceel is gelegen, niet meer bereiken. Daarnaast stellen [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] (draaibare) camera’s heeft geplaatst achter haar woning, die op het erf van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] zijn of kunnen worden gericht. Dit is een ongeoorloofde inbreuk op hun recht van privacy. [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] maken aanspraak op een vergoeding voor gederfd woongenot en op smartengeld.
3.2.
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] vorderen daarom – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] veroordeelt om [eiser in conventie in de hoofdzaak, verweerder] en [eiseres in conventie in de hoofdzaak, verweerster] onbeperkt en onverkort toegang te verschaffen tot het dienende erf overeenkomstig de gevestigde erfdienstbaarheid van weg, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] verbiedt om camera’s te bevestigen aan/op haar eigendom, gericht op eisers en de hunnen, het registergoed van eisers, dan wel overige bezittingen van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] , alsmede [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] beveelt de reeds aangebrachte camera’s bevestigd aan de garage, het tuinhuis en de achtertuin van haar eigendom te verwijderen en verwijderd te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] veroordeelt tot betaling van € 12.177,- aan schadevergoeding voor gederfd woongenot,
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] veroordeelt tot betaling van € 7.500,- aan immateriële schadevergoeding,
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] veroordeelt in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente hierover.
in reconventie
3.3.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] voert aan dat [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] op grond van artikel 8 van de notariële akte gehouden zijn om de helft van de onderhoudskosten van de erfdienstbaarheid van weg voor hun rekening te nemen. Zij laten dat na. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] stelt verder dat haar onlangs is gebleken dat zich twee wildcamera’s in een heg bevinden, die gelegen is op de erfgrens, achter het tuinhuis van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] . [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] hebben die daar geplaatst. Deze camera’s hebben permanent zicht op haar tuin. Daarnaast hebben [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] in 2009 een camera gemonteerd op de achtergevel van hun woning en een camera op een paal in de tuin. [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] maken daarmee inbreuk op het recht van privacy van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] en handelen daarmee onrechtmatig. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] maakt daarom aanspraak op schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad. Met betrekking tot het recht van erfdienstbaarheid stelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] dat [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] geen belang (meer) hebben bij de erfdienstbaarheid nu ten behoeve van de rechterzijde van het perceel van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] eveneens een recht van erfdienstbaarheid van weg is gevestigd ten laste van het perceel aan [adres 3] tot en met [adres 4] . [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] hebben de mogelijkheid om via die erfdienstbaarheid de achter hun perceel gelegen garage te bereiken.
3.4.
Om die reden vordert [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] – samengevat – dat de rechtbank bij vonnis
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt tot verwijdering van de camera, gemonteerd op de achtergevel van de woning van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] , de camera op de paal, bevindend op het perceel van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] , alsmede de twee wildcamera’s, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] van € 1.061,02,
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] van € 10.500,- uit hoofde van gederfd woongenot,
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt tot betaling van € 5.000,- uit hoofde van immateriële schadevergoeding,
de erfdienstbaarheid van weg, vastgelegd in de notariële akte van 1 november 2006, in artikel 8 onder “voor zover het betreft de perceelnummers [perceelnummer 1] en [perceelnummer 2] ”, gelegen aan de linkerzijde van de percelen [adres 2] en [adres 1] te [plaats 2] , opheft,
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt in de proceskosten, de nakosten en de wettelijke rente daarover.
In het incident
3.5.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] vordert, zo begrijpt de rechtbank (een petitum in het incident ontbreekt in het processtuk op pagina 17), dat de rechtbank [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] veroordeelt tot het overleggen van de aankoopnota(‘s) van de twee wildcamera’s dan wel andere documenten waaruit blijkt sinds wanneer het heimelijk opnemen via deze wildcamera’s is gestart, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3.6.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] stelt een rechtmatig belang te hebben bij die vordering, nu uit de bescheiden zal blijken sinds wanneer de betreffende wildcamera’s in de heg zijn geplaatst. Vanaf dat moment is het heimelijk opnemen immers aangevangen. [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] is voornemens in reconventie haar eis te vermeerderen met betrekking tot de door haar geleden schade als gevolg van het maken van een inbreuk op haar privacy.
3.7.
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] voeren verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.

4.De beoordeling in het incident

De vordering ex artikel 843a Rv

4.1.
[eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] hebben de aanwezigheid van de gestelde wildcamera’s uitdrukkelijk betwist. Volgens hen is niet duidelijk waar [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] op doelt. Uit de stellingen en de door [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] overgelegde producties kan het bestaan van deze wildcamera’s niet worden afgeleid, aldus [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders]
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] onvoldoende gemotiveerd heeft onderbouwd dat zich twee wildcamera’s in de heg aan de achterzijde van het perceel van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] bevinden. Gelet daarop zal de vordering in het incident tot het overleggen van de aankoopnota(‘s) van deze camera’s althans andere bescheiden worden afgewezen.
De vordering tot opheffing van de erfdienstbaarheid van weg
4.3.
De opmerkingen van [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] die zien op de reconventionele vordering die strekt tot opheffing van de erfdienstbaarheid van weg, staan geplaatst onder het kopje ‘incident vordering ex artikel 842a Rv’. Om die reden hebben [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] in hun conclusie van antwoord in het incident gereageerd op die vordering tot opheffing. De rechtbank begrijpt dat [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] bedoeld heeft deze vordering uitsluitend in reconventie in te stellen gelet op het petitum in reconventie. De rechtbank zal daarom in het kader van de beoordeling van het incident voorbij gaan aan de vordering tot opheffing van het recht van erfdienstbaarheid.
Proceskosten
4.4.
[gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie in de hoofdzaak, eiseres] in de kosten van het incident, aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders] tot op heden begroot op € 614,00
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
5.4.
verstaat dat de zaak op de rol staat van
7 augustus 2024voor het nemen van een conclusie van antwoord in reconventie aan de zijde van [eisers in conventie in de hoofdzaak, verweerders]
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2024. [1]

Voetnoten

1.type: RJ