ECLI:NL:RBLIM:2024:5316

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
8 augustus 2024
Zaaknummer
10685632 CV EXPL 23-3777
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onzorgvuldige informatieverstrekking bij hypothecaire geldlening

In deze zaak vorderen eisers, [eiser] en [eiseres], schadevergoeding van de naamloze vennootschap Obvion N.V. naar aanleiding van een hypothecaire geldleningsovereenkomst die in 2004 tot stand kwam. De eisers stellen dat zij bij de renteherziening in 2013 onjuist zijn geïnformeerd over de rentevoorwaarden, wat hen heeft doen besluiten om over te stappen naar een variabele rente. Ze waren van mening dat de nieuwe rente de Maandvariabele rente betrof, terwijl dit in werkelijkheid een ander product was, de Flexibele Rente. De eisers claimen dat Obvion tekort is geschoten in haar zorgplicht en dat er sprake is van dwaling, wat hen heeft benadeeld. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vorderingen van eisers zijn verjaard, omdat zij in oktober 2013 al bekend waren met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon. De kantonrechter heeft de vorderingen van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van Obvion, die zijn begroot op € 1.221,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: 10685632 CV EXPL 23-3777
Vonnis van de kantonrechter van 7 augustus 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,

2. [eiseres ]
,
beiden wonend te [woonplaats] ,
eisende partijen,
gemachtigde: mr. M.A. Woudenberg,
tegen
de naamloze vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
OBVION N.V.,
statutair gevestigd te Eindhoven en kantoorhoudend te Heerlen ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. P. Jansen.
Partijen zullen hierna ‘ [eisers] ’ en ‘ Obvion ’ genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 augustus 2023, met producties 1 tot en met 15;
  • de incidentele conclusie tot relatieve onbevoegdheid;
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 3;
  • het vonnis in incident, waarin is bepaald dat deze rechtbank relatief bevoegd is om van de vorderingen van [eisers] kennis te nemen;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
  • de conclusie van repliek, met producties 16 tot en met 19;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat er een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De zaak in het kort

2.1.
Tussen partijen is in 2004 een hypothecaire geldleningsovereenkomst tot stand gekomen met een rentevaste periode van tien jaar. In 2013 heeft een renteherziening plaatsgevonden, waarbij [eisers] heeft gekozen voor een variabele rentevoet. [eisers] stelt dat zij ervan uitging dat dit de Maandvariabele rente (Euribor-rente vermeerderd met een opslag van 0,65%) betrof, maar dit betrof een ander product (Flexibele Rente). [eisers] stelt dat Obvion bij deze renteherziening tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht en/of dat sprake is van dwaling. [eisers] vordert schadevergoeding, dan wel nadeelcompensatie, in verband met onzorgvuldige informatieverstrekking door Obvion . De kantonrechter wijst de vorderingen af, omdat de vorderingen zijn verjaard.

3.De feiten

3.1.
Op 31 augustus 2004 is tussen partijen een overeenkomst van hypothecaire geldlening tot stand gekomen voor een bedrag van € 144.250,00. De looptijd van de deze overeenkomst is dertig jaar. Partijen zijn daarbij overeengekomen dat de hypotheekrente voor de eerste tien jaar werd vastgezet op een effectief rentepercentage van 5,079%.
3.2.
Op bovengenoemde overeenkomst zijn de Algemene Bepalingen voor Geldleningen en de Leningsvoorwaarden van Obvion van 1 oktober 2002 van toepassing verklaard. In de Leningsvoorwaarden staat, voor zover relevant:

4. Rentevast of maandvariabele rente
Obvion biedt u de gelegenheid om (per leningsdeel) te kiezen voor een vaste periode
waarbinnen de rente niet wijzigt of voor een rentepercentage dat elke maand opnieuw
door Obvion wordt vastgesteld.
(…)
Maandvariabele rente
De verschuldigde rente (en aflossing) wordt iedere maand opnieuw door Obvion
bepaald en schriftelijk aan u medegedeeld.
Het rentepercentage wordt gebaseerd op de zogenaamde 1 maands Euribor-rente en
kent een vaste opslag van 0,65%. Deze opslag blijft gedurende de gehele looptijd van
de lening gelijk.
(…)
14. Renteherziening
De rentevastheidsperiode die voor uw geldlening zal gelden is in uw offerte vermeld.
Deze rentevastheidsperiode wordt op de renteherzieningsdatum verlengd met een
nieuwe rentevastheidsperiode die even lang is als de voorgaande rentevastheidsperiode. Wilt u dat de lening verlengd wordt met een andere rentevastheidsperiode, dan dient u dat ons schriftelijk voor de renteherzieningsdatum te laten weten. De ingangsdatum van de nieuwe rentevastheidsperiode is altijd de eerste van een maand. U ontvangt uiterlijk één maand voor de renteherzieningsdatum een opgave van het nieuwe rentepercentage, dat wij vaststellen aan de hand van de op dat moment geldende rente voor nieuwe soortgelijke leningen, waarbij de nieuwe rentevastheidsperiode gelijk is aan de periode waarmee de rentevastheidsperiode wordt verlengd.
(…)
18. Omzetten van uw lening
Met het omzetten van een lening bedoelen wij dat u zonder een bedrag bij te lenen nieuwe afspraken met ons maakt over de verschillende voorwaarden die bij uw lening horen, zoals aflossingswijze en looptijd.
(…)
Voor een omzetting gelden de volgende regels:
  • bij elke omzetting worden op uw totale lening de dan geldende (nieuwe) Leningsvoorwaarden en Algemene Bepalingen voor Geldleningen van toepassing;
  • voor een omzetting brengen wij € 225,- administratiekosten in rekening;
  • wanneer voor de geldlening of een leningsdeel maandvariabele rente is overeengekomen kan omzetting zonder vergoeding of kosten plaatsvinden;
  • wij behouden ons het recht voor om bestaande hypotheekvormen en/of rentevastheidsperioden uit ons assortiment te nemen en er nieuwe aan toe te voegen;
  • de omzetting wordt geregeld in een offerte die wij u ter acceptatie toesturen.
3.3.
Op 18 juli 2013 heeft Obvion een brief gestuurd waarin [eisers] werd geïnformeerd over het naderende aflopen van de rentevaste periode. Ook is in deze brief vermeld:

Rentetarieven
Bestaande klanten krijgen hetzelfde rentetarief als nieuwe klanten met dezelfde hypotheek. Kijk voor onze actuele rentetarieven op onze website obvion .nl/hypotheekrente.”
3.4.
Op 9 september 2013 heeft Obvion aan [eisers] een brief gestuurd met een aanbod voor het aangaan van een nieuwe rentevaste periode. Als bijlage bij deze brief heeft Obvion onder andere een tarievenblad aangehecht met de op dat moment geldende tarieven. Op dat tarievenblad stond de optie ‘ Obvion Flexibele Rente’ vermeld, alsook:

Variabele Maandrente
Met ingang van 23 maart 2009 wordt variabele rente niet meer verstrekt.”
3.5.
Op 27 september 2013 heeft [eisers] het ingevulde aanvraagformulier ‘Vastzetten nieuwe rentevaste periode Obvion Flexibele Rente’ aan Obvion toegestuurd. In de begeleidende e-mail schrijft [eisers] :

Beste Obvion ,
In de bijlage treft U het formulier nieuwe rentevaste periode Obvion flexibele rente. Voordat U deze verwerkt vraag ik Uw aandacht voor het onderstaande.
Ik begrijp dat onze hypotheek helemaal hetzelfde blijft behalve dat de rentevaste periode van 10 jaar met vaste rente, nu wordt omgezet naar een flexibele periode met flexibele rente. Verdere hypotheekvoorwaarden en afspraken blijven hetzelfde. Ik heb telefonisch gisteren gecheckt bij Obvion of er sprake is van bepalingen in de hypotheekakte (plus bijlagen) die dit tegenspreken en dat bleek niet het geval te zijn op ons hypotheeknummer [nummer] . Indien bovenstaande na Uw controle op juistheid correct is, verzoek ik U het formulier uit de bijlage te verwerken.
3.6.
De aanvraag is door Obvion op dezelfde dag verwerkt. Bij de bevestigingsbrief is tevens een overzicht aangehecht met de hoogte van de rente op dat moment. Op dat overzicht staat vermeld:

Als u heeft gekozen voor Flexibele rente dan kan het tarief op datum renteherziening hoger of lager uitkomen. Wilt u weten hoe dit rentetarief is opgebouwd? Is het rentetarief gewijzigd ten opzichte van vorige maand en wilt u weten door welke component(en) dat komt? Kijk dan op obvion .nl/uitlegmaandtarieven.”
3.7.
Vervolgens heeft Obvion maandelijks een brief met een dergelijk renteoverzicht met het bovenstaande citaat aan [eisers] verzonden.
3.8.
Op 18 maart 2016 heeft [eisers] per e-mail aan Obvion geschreven:

1. Mijn laatste maandelijkse leningoverzicht was incorrect Na telefonisch contact beloofde
men mij een nieuw en correcte versie te sturen Deze heb ik nog steeds niet ontvangen. VRAAG: wanneer krijg ik dit overzicht?
2. Vereniging Eigen Huis heeft berichtgeving over renteopslag op aflossingsvrije hypotheken. Huidige schuld is 145.000 en huizen gaan hier weg voor 600.000. Obvion loopt dus geen risico lijkt mij. VRAAG Welke rente opslag moet ik betalen aan Obvion in deze?
Op 21 maart 2016 is [eisers] hierover telefonisch geïnformeerd door de klantenservice van Obvion .
3.9.
Op 26 augustus 2017 heeft [eisers] per e-mail aan Obvion geschreven:

Ik begrijp rente opgaaf niet die ik zie in MijnObvion (ik log voor het eerst aan) en ik
lees in de post. Hypotheek is 144k op huis met waarde 555k zonder NHG. Op website Obvion lees ik rente% van 1,90% voor flexibele rente. In mijn Obvion staat rente van 2,050. Ik ben dossier ingedoken en de oude stukken vanaf start hypotheek weer teruggevonden. Hier staat bij getekend contract dat er geen opslag is voor niet NHG hypotheken. Graag Uw uitleg waarom Obvion een opslag heft die ik zie in Mijn Obvion.”
Op 28 augustus 2017 heeft Obvion per e-mail als volgt gereageerd:

Jouw flexibele rente
01-08-2017 tot 01-09-2017 (flexibel) = 2,050%
Wanneer bepalen we jouw rente?
De laatste dag van de maand. De flexibele rente in jouw hypotheeksituatie op 31 juli was
2,050%. Gezien wij op 7 augustus een renteverlaging hebben gehad, staat de flexibele rente
in jouw hypotheeksituatie op 1,900% wanneer je nú kijkt op de website. Deze is echter (nog) niet voor jou van toepassing. A.s. donderdag bepalen we opnieuw de rente voor jouw, voor de maand september.
Risico-opslag
In jouw hypotheeksituatie brengen wij géén risico-opslag in rekening.”
3.10.
Op 16 februari 2022 heeft [eisers] per e-mail bij Obvion geklaagd over de hoogte van de in rekening gebrachte rente.
3.11.
Op 24 augustus 2022 heeft de gemachtigde van [eisers] een brief verzonden aan Obvion , waarin wordt aangegeven dat de verjaring wordt gestuit.

4.Het geschil

4.1.
Samengevat vordert [eisers] Obvion te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 20.673,00 netto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Obvion in de buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
4.2.
[eisers] legt daar primair aan ten grondslag dat Obvion bij de renteherziening in 2013 is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht, in het bijzonder de informatieplicht. Op Obvion rust namelijk de verplichting om de consument volledige en begrijpelijke informatie te verschaffen over de kenmerken van het financiële product dat zij aanbiedt (art. 4:20 lid 1 Wft). Met de informatie op het formulier en de brief die Obvion op 27 september 2013 aan [eisers] heeft gestuurd is daaraan niet voldaan, omdat daaruit niet kan worden afgeleid wat de opbouw van de Flexibele Rente is, aldus [eisers] Ook is zij door Obvion niet geïnformeerd over de wijziging van het variabele renteproduct in 2009, zodat zij ervan uit kon gaan dat het variabele renteproduct de Maandvariabele rente (Euribor-rente vermeerderd met een opslag van 0,65%) betrof. [eisers] stelt verder dat het Obvion op grond van de tussen partijen geldende algemene voorwaarden niet vrijstond om die voorwaarden, waarin onder andere de opbouw van de Maandvariabele rente is beschreven, eenzijdig te wijzigen. Tot slot beroept [eisers] zich op dwaling en nadeelcompensatie. Zij zou namelijk het product Flexibele Rente niet hebben afgenomen als zij had geweten dat dit een ander product is dan de Maandvariabele rente.
4.3.
Obvion concludeert tot afwijzing van de vorderingen, dan wel niet-ontvankelijkheid van [eisers] , met veroordeling van [eisers] in de proceskosten. De vorderingen zijn volgens haar verjaard, dan wel heeft [eisers] niet voldaan aan haar plicht om binnen bekwame tijd te klagen. Inhoudelijk betwist Obvion dat er sprake is van een zorgplichtschending en/of dwaling, omdat [eisers] wel degelijk voorafgaand aan de renteherziening erover is gekend dat de Maandvariabele rente niet meer werd aangeboden en dat Flexibele Rente een ander product is. Ook heeft zij [eisers] voorafgaand aan de renteherziening de mogelijkheid gegeven om op haar website de opbouw van de Flexibele Rente in te zien. Hier is [eisers] na de renteherziening blijvend op gewezen in de maandelijkse renteoverzichten. Voor zover er wel sprake is van een zorgplichtschending, dan betwist zij de schade van [eisers] en stelt zij dat er sprake is van eigen schuld.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

5.De beoordeling

De vorderingen zijn verjaard

5.1.
Het meest verstrekkende verweer van Obvion tegen de vorderingen van [eisers] is dat de vorderingen zijn verjaard.
5.2.
Artikel 3:310 lid 1 BW bepaalt dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden. Naar vaste rechtspraak van de Hoge Raad moet de eis dat de benadeelde bekend is geworden met zowel de schade als de daarvoor aansprakelijke persoon zo worden opgevat dat het hier gaat om een daadwerkelijke bekendheid, zodat het enkele vermoeden van het bestaan van schade dan wel het enkele vermoeden welke persoon voor de schade aansprakelijk is, niet volstaat.
5.3.
De verjaringstermijn van art. 3:310 lid 1 BW begint te lopen op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is een rechtsvordering tot vergoeding van de door hem geleden schade in te stellen. Daarvan zal sprake zijn als de benadeelde voldoende zekerheid – die niet een absolute zekerheid behoeft te zijn – heeft verkregen dat schade is veroorzaakt door tekortschietend of foutief handelen van de betrokken persoon. Het antwoord op de vraag op welk tijdstip de verjaringstermijn is gaan lopen, is afhankelijk van de relevante omstandigheden van het geval.
5.4.
Artikel 3:52 lid 1 onder c BW bepaalt dat een rechtsvordering in geval van dwaling door verloop van drie jaren verjaart, nadat de dwaling is ontdekt.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat de verjaringstermijn in dit geval in oktober 2013 is gaan lopen en dat [eisers] pas in 2022 (tevergeefs) heeft aangegeven de verjaring te stuiten. Het beroep op verjaring van Obvion slaagt daarom. De kantonrechter licht dit als volgt toe.
5.6.
Obvion stelt dat [eisers] vanaf oktober 2013 bekend was met de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon. Zij onderbouwt dit met verwijzing naar de maandelijkse brieven en de e-mails uit 2016 en 2017. Het is tussen partijen niet in geschil dat Obvion na de renteherziening in september 2013 [eisers] inderdaad iedere maand per brief heeft geïnformeerd over het in de betreffende maand gehanteerde rentepercentage. In deze brieven is daarnaast steeds verwezen naar een link op de website van Obvion , waarop een toelichting over de opbouw van de Flexibele Rente staat. Dit is vanaf oktober 2013 elke maand gebeurd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Obvion voldoende onderbouwd gesteld dat [eisers] met deze informatie vanaf dat moment bekend was met de feiten en omstandigheden die zij ten grondslag legt aan haar vorderingen. Uit de bijgevoegde overzichten, waaruit steeds het rentepercentage bleek, heeft zij namelijk kennisgenomen van het feit dat de door Obvion doorberekende rente afweek van de Euribor-rente + 0,65%. Dat [eisers] van dit verschil op de hoogte was, volgt ook uit de door [eisers] verstuurde e-mails aan Obvion in 2016 en 2017. Hieruit blijkt dat [eisers] daadwerkelijk op verschillende momenten heeft stilgestaan bij de hoogte en de opbouw van het rentepercentage en dat zij daar dus ook kennis over had. [eisers] heeft, in het licht van deze stukken, onvoldoende onderbouwd betwist dat zij deze kennis had. [eisers] hadden dus vanaf oktober 2013 voldoende zekerheid van schade door een (in haar optiek) onterecht hoog rentepercentage. Er is geen bijzondere expertise nodig om deze schade te onderkennen en het verband met Obvion en de renteherziening in september 2013 te leggen.
Conclusie5.7. [eisers] was dus in oktober 2013 daadwerkelijk in staat een vordering in te stellen. Omdat zij dit pas in 2022 heeft gedaan en zij in dit jaar ook pas heeft aangegeven de verjaring te willen stuiten, zijn haar vorderingen met inachtneming van de artikelen 3:310 lid 1 en 3:52 lid 1 onder c BW door een verloop van vijf, respectievelijk drie jaren verjaard.
5.8.
Gezien het bovenstaande zullen de vorderingen van [eisers] worden afgewezen. De overige grondslagen en verweren behoeven geen nadere bespreking.
Proceskosten
5.9.
[eisers] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld om de proceskosten van Obvion te betalen. De proceskosten worden aan de kant van Obvion begroot op € 1.221,00 (salaris gemachtigde, 2 punten x tarief € 543,00 en nakosten,
€ 135,00).

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vorderingen af;
6.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Obvion begroot op € 1.221,00;
6.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. de Boer en in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2024.