Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een maatschap en Auxilia Aeromedical Assistance B.V. De maatschap, vertegenwoordigd door mr. F. Boukhris, vorderde betaling van onbetaalde facturen die waren opgemaakt voor juridische bijstand verleend aan Auxilia. Ondanks herhaalde aanmaningen had Auxilia de facturen niet voldaan. De maatschap vorderde een totaalbedrag van € 6.166,16 aan onbetaalde facturen, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en een vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 683,31, alsook de proceskosten.
De procedure begon met een dagvaarding op 12 januari 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 juni 2024. Tijdens de behandeling werd duidelijk dat Auxilia de verschuldigdheid van de werkzaamheden erkende, maar desondanks niet had betaald. De kantonrechter oordeelde dat Auxilia als contractspartij verplicht was om de betalingsverplichtingen na te komen. De vordering van de maatschap werd toegewezen, waarbij de kantonrechter de wettelijke handelsrente toekende vanaf 28 december 2023.
De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke kosten toegewezen en Auxilia veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal zijn begroot op € 1.452,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de verplichtingen van contractspartijen en de gevolgen van betalingsverzuim.