ECLI:NL:RBLIM:2024:5295

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 augustus 2024
Publicatiedatum
7 augustus 2024
Zaaknummer
03/218900-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor ontucht, bewezenverklaring voor mishandeling en bedreiging binnen gezin

Op 7 augustus 2024 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1980, die werd beschuldigd van meerdere zedendelicten en mishandelingen binnen zijn gezin. De rechtbank sprak de verdachte vrij van ontucht met zijn minderjarige kinderen en verkrachting van zijn levensgezel, maar verklaarde wel bewezen dat hij zijn kinderen en levensgezel heeft mishandeld en bedreigd. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 24 juli 2024, waarbij de verdachte en zijn raadslieden aanwezig waren. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor de ontucht, maar eiste wel bewezenverklaring voor de mishandelingen en bedreigingen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers inconsistent waren en onvoldoende steunbewijs boden voor de zedendelicten. Echter, de mishandelingen werden wel bewezen geacht, mede op basis van de verklaringen van de slachtoffers en de verdachte zelf. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 540 dagen, waarvan 259 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder een meldplicht en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidivegevaar, maar hield rekening met de verminderde toerekenbaarheid van de verdachte door zijn psychische problematiek.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/218900-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 7 augustus 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1980,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het postadres [adres 2] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo en mr. A.M. Rus, raadslieden, kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 24 juli 2024. De verdachte en zijn raadslieden zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op [naam 1] dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023 meermalen ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer 1] ;
Feit 2:in de periode van 12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023 meermalen zijn kinderen, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft mishandeld;
Feit 3:in de periode van 1 oktober 2001 tot en met 29 augustus 2023 meermalen [slachtoffer 3] (zijn vrouw) heeft verkracht;
Feit 4:in de periode van 1 september 2011 tot en met 29 augustus 2023 meermalen zijn vrouw, [slachtoffer 3] , heeft mishandeld;
Feit 5:in de periode van 1 januari 2017 tot en met 29 augustus 2023 meermalen ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer 2] ;
Feit 6:op 27 maart 2023 [slachtoffer 1] (zijn minderjarig kind) heeft bedreigd;
Feit 7:in de periode van 1 september 2017 tot en met 29 augustus 2023 [slachtoffer 3] (zijn vrouw) heeft bedreigd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor feit 5, de ontucht met [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), omdat de verklaring van [slachtoffer 2] onvoldoende wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal. De zus van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), heeft weliswaar verklaard dat zij ten aanzien van [slachtoffer 2] wel eens ‘iets’ in de douche heeft gezien, maar die verklaring is onvoldoende specifiek.
Voor de overige feiten heeft de officier van justitie gerekwireerd tot een bewezenverklaring van alle handelingen die in de tenlastelegging verfeitelijkt staan, met uitzondering van het aanraken van de vagina van [slachtoffer 1] (feit 1).
Voor het bewijs van feit 1 (ontucht met [slachtoffer 1] ) verwijst de officier van justitie naar de verklaring van [slachtoffer 1] , die met name consistent heeft verklaard over het betasten van haar billen en borsten door haar vader. Ondersteunend bewijs ziet de officier van justitie in een proces-verbaal van bevindingen, waarin een filmpje van 24 mei 2023 wordt beschreven, en de verklaringen van de moeder van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] (hierna [slachtoffer 3] ), de broer van [slachtoffer 1] , [naam 1] (hierna: [naam 1] ), [slachtoffer 2] , [naam 2] en [naam 3] .
Voor feit 2 (mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) verwijst de officier van justitie naar dezelfde bewijsmiddelen als voor feit 1. Daarnaast verwijst zij ook nog naar de deels bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting, inhoudende dat hij [slachtoffer 2] bij de keel heeft gegrepen, heeft geslagen en tegen de muur heeft geduwd.
Voor feit 3 (verkrachting van [slachtoffer 3] ) verwijst de officier van justitie naar de verklaring van [slachtoffer 3] , die ondersteuning vindt in de verklaringen van [naam 1] en [slachtoffer 2] . Aan de ontlastende verklaringen van [naam 4] en [naam 7] hecht de officier van justitie weinig waarde, omdat er vraagtekens kunnen worden gezet bij het waarheidsgehalte en daarmee de betrouwbaarheid van deze verklaringen; [naam 4] heeft namelijk een bijzonder belang bij het afleggen van een ontlastende verklaring en [naam 7] beschouwt de verdachte als haar broertje.
Voor feit 4 (mishandeling van [slachtoffer 3] ) verwijst de officier van justitie naar de verklaringen van [naam 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] .
Voor feit 6 en 7 (bedreiging van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] ) verwijst de officier van justitie naar de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit voor feit 1 (ontucht met [slachtoffer 1] ), feit 3 (verkrachting van [slachtoffer 3] ), feit 4 (mishandeling van [slachtoffer 3] ) en feit 5 (ontucht met [slachtoffer 2] ). Met betrekking tot feit 2 (mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ) heeft de verdediging partiële vrijspraak bepleit.
Volgens de verdediging bevat het dossier ten aanzien van de zedenfeiten (feiten 1, 3 en 5) slechts onware ( [slachtoffer 1] ), afgestemde ( [slachtoffer 2] ) en inconsistente ( [slachtoffer 3] ) verklaringen, welke worden weerlegd door objectieve getuigen en door aangeefsters zelf.
[slachtoffer 1] heeft over het seksueel misbruik door haar vader een verklaring afgelegd waarvan zij later zelf heeft aangegeven dat deze onjuist is en op een leugen was gebaseerd. [slachtoffer 3] heeft ook verklaard nooit iets te hebben gezien.
[slachtoffer 2] heeft in haar studioverhoor een verklaring afgelegd over het seksueel misbruik door haar vader. Dit terwijl zij daarvoor, bij de politie, en daarna, bij de Raad voor de Kinderbescherming, niets over dit seksueel misbruik heeft verklaard. Haar verklaring bij het studioverhoor komt zeer overeen met de eerdere (onware) verklaring van [slachtoffer 1] en lijkt te zijn afgestemd met die van haar zus; [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] kwamen namelijk samen naar de studioverhoren, nadat zij de dagen hieraan voorafgaand samen hadden doorgebracht.
De verklaringen van [slachtoffer 3] zijn inconsistent en wankelen op meerdere punten: tijdens het vermeende misbruik waarbij [naam 4] betrokken zou zijn verklaart ze aanvankelijk dat zij zwanger was, maar in een latere verklaring verklaart ze dat ze toen al was bevallen. Bovendien worden haar verklaringen weerlegd door de objectieve getuigen [naam 4] en [naam 7] .
Voor de mishandelingen (feiten 2 en 4) geldt dat [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] verklaren jarenlang te zijn mishandeld door cliënt.
Ten aanzien van de mishandelingen van [slachtoffer 1] geldt echter dat zij op één moment na – de dag dat zij wegliep – geen enkele concrete gebeurtenis heeft omschreven. Op het filmpje dat in het dossier wordt beschreven waarop cliënt en [slachtoffer 1] te zien zijn, is een hoop te zien, maar geen mishandeling; cliënt lijkt [slachtoffer 1] de “kieteldood” te geven en hoorbaar is dat [slachtoffer 1] aan het lachen is. De klap die door de verbalisant is omschreven, is op de opname zelf niet te horen. Het dossier bevat geen steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer 1] .
Ten aanzien van de mishandelingen van [slachtoffer 2] heeft cliënt bekend dat hij haar één keer heeft geslagen op de dag dat zij haar boertje [naam 8] trapte. Over dat incident hebben [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en cliënt ook verklaard en dat kan worden bewezen. Echter, voor het jarenlang mishandelen van [slachtoffer 2] bevat het dossier geen bewijs.
Ten aanzien van de mishandelingen van [slachtoffer 3] geldt dat haar verklaringen niet worden ondersteund door andere verklaringen en/of gegevens in het dossier. De huisarts bij wie zij de mishandelingen zou hebben aangekaart, weet daar, desgevraagd, niets over en de maatschappelijk werker door wie [slachtoffer 3] is geholpen, is in het systeem geheel onvindbaar. Getuige [naam 7] verklaart dat de mishandelingen compleet verzonnen zijn. Hoewel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijdelings ook verklaren dat hun moeder wel eens werd geslagen, verklaren zij niet over concrete incidenten.
Ten aanzien van de bedreigingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] (feiten 6 en 7) heeft de verdediging zich voor wat betreft het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank komt tot vrijspraak voor de feiten 1, 3 en 5, de zedenfeiten. De feiten 2, 4, 6 en 7, de mishandelingen en bedreigingen, acht de rechtbank wel bewezen. De overwegingen die tot dit oordeel hebben geleid worden hieronder weergegeven.
3.3.1
Juridisch kader
In artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering is bepaald dat het bewijs dat een verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan niet mag worden aangenomen op basis van één getuige. Als hetgeen de aangever verklaart niet wordt ondersteund door een ander bewijsmiddel zal de rechter de verdachte moeten vrijspreken. Het ondersteunend bewijsmateriaal moet daarbij uit een andere bron dan de aangever afkomstig zijn en mag niet in een te ver verwijderd verband staan met de verklaring van de aangever.
Deze toets die de rechtbank moet toepassen, omvat geen oordeel over de betrouwbaarheid van de door de aangever afgelegde verklaring. Ook al is de verklaring van de aangever nog zo betrouwbaar, er zal altijd voldoende steunbewijs moeten zijn om het tenlastegelegde bewezen te kunnen verklaren.
Of er voldoende steunbewijs is, is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Toch zijn daarvoor wel enige aanknopingspunten in de jurisprudentie geformuleerd. Zo is het in beginsel onvoldoende wanneer anderen dan aangever ‘van horen zeggen’ verklaren over hetgeen de aangever tegen hen heeft verteld, omdat de bron van de verklaring dan nog steeds alleen de aangever is. In sommige gevallen kan een verklaring van een getuige, die niet ter plaatse aanwezig is geweest, echter wel als steunbewijs worden aangenomen. Dit kan als de getuigenverklaring ook een eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van aangever vlak nadat het zedenfeit zou zijn gepleegd.
3.3.2
De vrijspraak overwegingen ten aanzien van de feiten 1, 3 en 5
Inleiding
Aan de verdachte zijn drie zedendelicten ten laste gelegd. Zedenzaken zijn bewijstechnisch lastige zaken en kenmerken zich doorgaans door de omstandigheid dat slechts twee personen aanwezig zijn geweest bij de (veronderstelde) seksuele handeling(en), namelijk degene die zich als slachtoffer ziet en degene die als dader wordt gezien. Getuigen van de gebeurtenissen zelf zijn er vaak niet. Veelal is het ook zo dat de (belastende) verklaring van het slachtoffer lijnrecht tegenover de (ontkennende) verklaring van de verdachte staat. Zo ook in de onderhavige zaak.
Ontucht van [slachtoffer 1] (feit 1)
[slachtoffer 1] heeft in totaal drie keer een verklaring afgelegd bij de politie over de vermeende ontucht door haar vader, welke onder meer zou hebben plaatsgevonden in de nacht van 29 augustus 2023. De rechtbank stelt vast dat deze verklaringen inconsistenties bevatten. Zo heeft [slachtoffer 1] wisselend verklaard over waar haar vader haar die nacht van 29 augustus 2023 zou hebben betast. Dit betekent echter niet dat haar verklaringen reeds om die reden als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt en daarom terzijde moeten worden geschoven. Wél geeft dit aanleiding om kritisch en met de nodige behoedzaamheid naar de verklaringen van [slachtoffer 1] te kijken en zwaardere eisen te stellen aan het vereiste steunbewijs, te meer nu [slachtoffer 1] zelf later bij de politie heeft aangegeven dat zij in strijd met de waarheid heeft verklaard.
Ondersteunend bewijs voor de verklaringen van [slachtoffer 1] kan niet worden gevonden in de verklaringen van [naam 2] , [naam 3] en [slachtoffer 2] omdat zij alleen verklaren over wat zij van [slachtoffer 1] hebben gehoord en hun wetenschap dus afkomstig is uit dezelfde bron, namelijk [slachtoffer 1] . Zo verklaart [slachtoffer 2] dat [slachtoffer 1] een keer bij haar op de kamer was gekomen en vertelde dat haar vader, de verdachte, haar bij haar ‘kut’ had gepakt; volgens [slachtoffer 2] zou [slachtoffer 1] hebben gezegd dat ze ‘van binnen huilde’. Hieruit blijkt, anders dan de officier van justitie heeft betoogd, dat [slachtoffer 2] zelf geen emoties bij [slachtoffer 1] heeft waargenomen. Ook in de verklaringen van [naam 1] en [slachtoffer 3] kan geen ondersteunend bewijs worden gevonden, omdat [naam 1] heeft verklaard helemaal niks af te weten van de ontucht en [slachtoffer 3] enkel heeft verklaard: “Ik kan u zeggen dat als mijn dochter dat gezegd heeft ik haar hierin geloof.” Ook het proces-verbaal van bevindingen waarin een filmpje van 24 mei 2023 wordt beschreven, biedt onvoldoende steun voor de zeden context van het verwijt, namelijk het (onder specifieke omstandigheden) plegen van ontucht met [slachtoffer 1] . In het filmpje is weliswaar te zien dat de verdachte, wanneer hij over [slachtoffer 1] heen ligt, met een arm richting haar schaamstreek reikt, maar, gezien de hele context van het filmpje, is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat dit een ontuchtige handeling is als bedoeld in de wet.
Nu de verdachte het ten laste gelegde ontkent en er buiten de verklaringen van [slachtoffer 1] onvoldoende steunbewijs in het dossier voorhanden is dat de verdachte daadwerkelijk de hem verweten handelingen heeft gepleegd, moet dit leiden tot een vrijspraak voor het ten laste gelegde onder 1.
Ontucht [slachtoffer 2] (feit 5)
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft de gemaakt aan het plegen van ontucht met [slachtoffer 2] . Hoewel de verklaring van [slachtoffer 2] niet op voorhand onbetrouwbaar is, vindt deze onvoldoende steun in ander objectief bewijsmateriaal. De rechtbank kan de beschuldigingen van [slachtoffer 2] daarom niet naar de eisen van de wet staven met steunbewijs, hetgeen leidt tot een vrijspraak voor feit 5.
Verkrachting [slachtoffer 3] (feit 3)
De rechtbank is het met de verdediging eens dat de verklaringen van [slachtoffer 3] op enkele details inconsistenties bevatten (zoals over het vermeende misbruik door [naam 4] ). Dat betekent echter niet, mede gelet op het tijdsverloop van meerdere jaren, dat haar verklaringen alleen al om die reden innerlijk tegenstrijdig en dus onbetrouwbaar zijn. Echter, de rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 3] onvoldoende steun vinden in ander objectief bewijsmateriaal. De rechtbank acht daarvoor van belang dat de verklaring van [naam 1] in de kern neerkomt op hetgeen [slachtoffer 3] aan hem heeft verteld; hij heeft niets feitelijk waargenomen. De inhoud van deze verklaring is daarmee afkomstig uit dezelfde bron, namelijk [slachtoffer 3] . [slachtoffer 2] heeft verklaard dat zij haar dronken moeder een keer naar bed heeft gebracht en dat haar vader toen is gekomen en de deur dichtgooide. [slachtoffer 2] verklaarde dat haar moeder kreungeluiden maakte en drie keer stop riep; haar moeder zou daarna naar de wc zijn gegaan en hebben gezegd dat vader het huis uit moest. Deze verklaring van [slachtoffer 2] is onvoldoende specifiek voor de concrete context van het verwijt, namelijk het (onder specifieke omstandigheden) verkrachten van [slachtoffer 3] . De rechtbank kan de beschuldigingen van [slachtoffer 3] hierdoor niet naar de eisen van de wet staven met steunbewijs, hetgeen leidt tot een vrijspraak voor feit 5.
3.3.3
Het bewijs ten aanzien van de feiten 2, 4, 6 en 7
Mishandelingen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] (feit 2)
Bij de politie op 29 augustus 2023 verklaarde [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , dat zij sinds haar 8e wordt geslagen door haar vader. [2]
Tijdens het studioverhoor op 1 september 2023 verklaarde [slachtoffer 1] dat:
- haar vader haar moeder ( [slachtoffer 3] ), zus ( [slachtoffer 2] ) en grote broer heeft geslagen;
- haar vader haar ook heeft geslagen;
- dit gebeurde meerdere keren;
- haar vader sloeg haar omdat ze niet luisterde;
- haar vader sloeg haar op haar hoofd met zijn hand/vuist;
- zij voelde dan pijn;
- haar vader haar ook wel eens in haar buik slaat. [3]
Bij de politie op 29 augustus 2023 verklaarde [slachtoffer 2] dat:
- zij wel eens werd geslagen door haar vader;
- haar vader haar dan uit het niets sloeg;
- dit gebeurde vooral als haar vader dronken was. [4]
Tijdens het studioverhoor op 1 september 2023 verklaarde [slachtoffer 2] dat:
- haar vader haar tegen haar wang heeft geslagen met de vlakke hand in de douche;
- zij hierdoor met haar hoofd tegen de muur aankwam;
- ze pijn had en moest huilen;
- dat ze vaker door haar vader is geslagen;
- haar broertje en zus ( [slachtoffer 1] ) ook door haar vader worden geslagen;
- zij weet dit omdat ze het zelf heeft gezien of gehoord. [5]
Bij de politie op 4 oktober 2023 verklaarde [naam 1] dat:
- hij in een gezin leeft waar je niet graag thuiskomt na school, waar je meteen gecommandeerd werd door zijn vader en zijn vader alles te zeggen had;
- hij heeft gezien dat zijn vader [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ooit eens heeft geslagen;
- hij weet dat zijn vader losse handjes heeft en zijn handen niet thuishield. [6]
De verdachte heeft ter terechtzitting van 24 juli 2024 verklaard dat hij [slachtoffer 2] een keer in de douche bij de keel heeft gepakt, heeft geslagen en tegen de muur heeft geduwd. [7]
Bij de politie verklaarde [slachtoffer 3] op 3 oktober 2023 dat:
- zij aangifte doet van strafbare feiten, mede namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ,
- dat deze incidenten allemaal hebben plaatsgevonden in Landgraaf. [8]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] meermalen heeft geslagen en [slachtoffer 2] eenmaal bij de keel heeft vastgepakt en tegen de muur heeft geduwd.
De rechtbank zal de verdachte van de overige ten laste gelegde handelingen vrijspreken. De rechtbank begrijpt dat de officier van justitie veel bewijswaarde hecht aan hetgeen te zien en te horen is op het filmpje van 24 mei 2023. Dit filmpje is aan het dossier toegevoegd en in het dossier bevindt zich eveneens een proces-verbaal bevindingen waarin wordt gerelateerd wat er volgens de verbalisant te zien en te horen is. Zo relateert de verbalisant dat er tweemaal een klap te horen zou zijn (minuut 00:52 en 10:22-10:50). De officier van justitie verbindt daar, zo begrijpt de rechtbank, de conclusie aan dat de verdachte dan [slachtoffer 1] slaat. De rechtbank heeft het betreffende filmpje uitgebreid bekeken en beluisterd en neemt waar dat op die twee momenten weliswaar een doffe klap te horen is, maar de rechtbank kan op basis van het beeld en het geluid niet zonder meer vaststellen dat [slachtoffer 1] op die momenten door de verdachte wordt geslagen noch daargelaten of zij daardoor letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden. Voorts neemt de rechtbank op het filmpje waar dat de verdachte [slachtoffer 1] op enig moment in een beklemming houdt, maar de rechtbank kan, mede gelet op de setting (waarin de verdachte roept: ‘de kieteldood kun je krijgen’ en [slachtoffer 1] hoorbaar giechelt) niet vaststellen dat [slachtoffer 1] door die beklemming pijn heeft bekomen en/of letsel heeft ondervonden. Dit betekent dat de rechtbank de verdachte, voor zover de mishandelingen zouden hebben bestaan uit hetgeen onder de laatste 4 gedachtestreepjes is opgenomen, partieel zal vrijspreken.
De tenlastelegging gaat uit van een lange pleegperiode (12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023). De rechtbank kan op basis van het onderzoek ter terechtzitting niet exact vaststellen wanneer de bewezenverklaarde mishandelingen precies hebben plaatsgevonden, maar gelet op de verklaring van [slachtoffer 1] (dat zij vanaf haar 8e door haar vader wordt mishandeld), alsmede de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [naam 1] , waaruit blijkt dat de verdachte zijn kinderen vaker, al dan niet wanneer hij dronken was, gedurende een langere periode sloeg, stelt de rechtbank vast dat deze mishandelingen in ieder geval hebben plaatsgevonden binnen de ten laste gelegde periode en sluit de rechtbank voor de bewezenverklaring hierbij aan.
Mishandeling [slachtoffer 3] (feit 4)
Bij de politie op 29 augustus 2023 verklaarde [slachtoffer 2] dat:
- haar vader haar moeder ( [slachtoffer 3] ) een aantal keren heeft geslagen;
- haar vader haar moeder slaat met de platte hand of vuist;
- haar vader haar moeder ook heeft geslagen met zijn ellenboog tegen de ribben van haar moeder. [9]
Tijdens het studioverhoor op 1 september 2023 verklaarde [slachtoffer 2] dat:
- zij gezien heeft dat haar vader haar moeder bij haar nek heeft vastgepakt en haar keel heeft dichtgeknepen;
- haar moeder maakte toen stikgeluiden. [10]
Bij de politie op 4 oktober 2023 verklaarde [naam 1] dat:
- het wel bijna iedere week voorkomt dat zijn vader de nek dichtknijpt van zijn moeder of haar slaat in haar gezicht of met een ellenboog slaat in haar rib;
- hij een keer heeft gezien dat zijn vader zijn moeder bij de keel heeft gepakt en tegen de muur heeft gedrukt;
- hij zag toen tranen in de ogen van zijn moeder;
- hij wel eens een blauwe plek bij zijn moeder op haar been of in haar zij heeft gezien. [11]
Op 30 augustus 2023 verklaarde [slachtoffer 3] :
- dat ze heel vaak door [verdachte] is geslagen, mishandeld, want hij dronk de hele dag. Hij begon om 08.00 uur te drinken. [12]
Bij de politie verklaart [slachtoffer 3] op 3 oktober 2023 dat:
- zij aangifte doet van strafbare feiten, mede namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ,
- dat deze incidenten allemaal hebben plaatsgevonden in Landgraaf. [13]
Bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de verdachte [slachtoffer 3] meermalen heeft geslagen en/of gestompt, bij de keel heeft vastgepakt en deze heeft dichtgeknepen en tegen de muur heeft gedrukt, waardoor deze pijn heeft ondervonden en/of letsel heeft bekomen.
De rechtbank kan op basis van de bewijsmiddelen niet vaststellen dat de verdachte de handelingen heeft gepleegd zoals ten laste gelegd onder het eerste, derde en vierde gedachtestreepje en zal hem van deze handelingen vrijspreken.
De rechtbank kan uit de bewijsmiddelen niet afleiden wanneer de mishandelingen precies hebben plaatsgevonden, maar gelet op de verklaringen van [slachtoffer 3] , [naam 1] en [slachtoffer 2] stelt de rechtbank vast dat deze in ieder geval hebben plaatsgevonden binnen de ten laste gelegde periode.
Bedreiging [slachtoffer 1] (feit 6)
De rechtbank acht het feit met uitzondering van de bewoordingen zoals opgenomen onder het tweede en derde gedachtestreepje wettig en overtuigend bewezen en zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu de verdachte het ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit.
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- het proces verbaal van bevindingen; [14]
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 juli 2024.
Het tweede en het derde gedachtestreepje bevatten uitlatingen van de verdachte waarin hij zegt dat als hij, de verdachte, die Belg bij de rechtbank tegenkomt, hij hem ‘total loss’ slaat en ‘als ik hem in mijn klauwen krijg, is hij dood’. Dit zijn geen bewoordingen die bij [slachtoffer 1] een concrete vrees kunnen opleveren dat haar wat aangedaan zou worden door de verdachte. De verdachte wordt van dit deel van de tenlastelegging dan ook vrijgesproken.
Bedreiging [slachtoffer 3] (feit 7)
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen en zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu de verdachte het ten laste gelegde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit.
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- het proces-verbaal van bevindingen; [15]
- de verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 juli 2024.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
feit 2
in de periode van 12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, meermalen, opzettelijk zijn kinderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft mishandeld, doordat hij voornoemde, meermalen
- heeft geslagen en
en eenmaal
- die [slachtoffer 2] bij de keel heeft vastgepakt en (met het hoofd) tegen een muur heeft geduwd en geslagen,
waardoor dezen letsel hebben bekomen en/of pijn hebben ondervonden;
feit 4
in de periode van 1 september 2011 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk zijn echtgenoot en/of levensgezel, te weten [slachtoffer 3] , heeft mishandeld doordat hij haar meermalen, althans eenmaal,
- heeft geslagen en/of gestompt en
- bij de keel/hals heeft vastgepakt en de keel/hals heeft (dicht)gedrukt en/of (dicht)geknepen en
- tegen een muur heeft gedrukt,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
feit 6
op 27 maart 2023 in de gemeente Landgraaf,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: ‘Wil je dood of zo.” en “Hou daarmee op, anders schop ik je dadelijk op je k.” en “Als …sla ik jou ook total loss.” en “Openen of ik breek je nek.” en “Nu krijg je hardcore van mij.” en “Jij krijgt een levensles die je niet gaat vergeten, meisje, kankerlijer, drekswijf, teringwijf, strontwijf.”,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
feit 7
in de periode van 1 september 2017 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf,
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd: ‘Als je wil weglopen, dan vind ik je wel, dan kom ik je halen.” en “Dit overleef je niet.” en “Ik wil je doodmaken.” en “Ik wil je neersteken.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
feit 2
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn kind, meermalen gepleegd;
feit 4
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
feit 6
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 7
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog, dr. J.P.M. van der Leeuw (hierna: de psycholoog), heeft over de geestvermogens van de verdachte op 2 november 2023 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit. Omdat ook geen andere feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten, is de verdachte strafbaar.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie dienen de volgens haar bewezenverklaarde feiten in een context te worden bezien van een gezin dat jarenlang wordt geterroriseerd door bedreigingen, intimidatie, misbruik en mishandelingen door de verdachte. Gelet op de ernst van de feiten is volgens de officier van justitie in beginsel een gevangenisstraf van 10 jaren passend. Rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 8 jaren met aftrek van voorarrest gevorderd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht te volstaan met een onvoorwaardelijke straf die gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest, eventueel in combinatie met een deels voorwaardelijke straf. Aan het voorwaardelijke strafdeel kunnen de bijzondere voorwaarden worden gekoppeld, zoals door de reclassering zijn geadviseerd, met uitzondering van een klinische opname. Het NIFP heeft dit weliswaar geadviseerd, maar dat advies is van negen maanden geleden en de verdachte heeft in de tussentijd al een gedragsinterventie, welke zag op zijn alcoholgebruik, met succes afgerond; de vraag is welke toegevoerde waarde een klinische opname zoveel maanden later dan nog heeft.
Voorts heeft de verdediging verzocht de door de officier van justitie gegeven gedragsaanwijzing (bestaande uit een contactverbod met [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een locatieverbod voor de [adres 3] ) op te heffen. [slachtoffer 3] heeft zelf aangegeven contact te willen met de verdachte, zodat zij aan hun huwelijk kunnen werken. De verdachte slaapt momenteel in een auto en hij wil weer naar zijn eigen huis. Voortzetting van de gedragsaanwijzing is disproportioneel.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte, vader van vier kinderen, heeft zich in de bewezenverklaarde periode meermaals schuldig gemaakt aan de mishandelingen van zijn, toentertijd, minderjarige dochters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en van zijn vrouw [slachtoffer 3] . [slachtoffer 1] , die op het moment dat zij een verklaring aflegde 17 jaar was, verklaarde dat ze al sinds haar 8e door haar vader wordt geslagen. Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan de bedreigingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] . Door zo te handelen, heeft de verdachte zich fysiek en verbaal agressief gedragen. Dat deze feiten zijn begaan binnen de huiselijke sfeer maakt het des te kwalijker.
Voor het handelen van de verdachte bestaat geen enkele rechtvaardiging. Uit het procesdossier, het reclasseringsadvies en het rapport van de psycholoog rijst een beeld van een dominant en dwingend persoon, die geen ‘nee’ of andere tegenspraak duldt en die zich uitsluitend laat leiden door zijn eigen wensen en behoeften. Voor dergelijk gedrag dat zich heeft gemanifesteerd in de bewezenverklaarde strafbare feiten, is een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel een passende reactie.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf acht geslagen op de problematiek van de verdachte. Het rapport van de psycholoog van 2 november 2023 vermeldt het volgende:
Betrokkene is lijdende aan een stoornis in alcoholgebruik (ernstig), een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken en zwakbegaafdheid. Deze brengen met zich mee dat betrokkene onbegrensd is, impulsief, weinig gewetensvol, negatieve gevoelens en gedachten gemakkelijk worden omgezet in negatief gedrag, een beperkt vermogen heeft om zich een voorstelling te maken van de gevolgen van zijn gedrag voor de ander, de belangen van de ander gemakkelijk kan schade en driften zowel agressieve als seksuele laagdrempelig uit wegens gebrek aan verinnerlijkte controle.
Ten tijde van het opmaken van dit advies van de psycholoog werden ‘enkel’ de ontucht met [slachtoffer 1] (waarvoor de rechtbank de verdachte vrijspreekt) en de mishandelingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan de verdachte verweten. De psycholoog heeft onderzocht in hoeverre voornoemde problematiek van invloed is geweest op die feiten bij een bewezenverklaring. Volgens de psycholoog mag aangenomen worden dat deze problematiek de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van deze feiten hebben beïnvloed. Het advies luidt daarom om deze feiten bij een bewezenverklaring – enkel de mishandelingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dus – in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. De rechtbank acht, gelet op de overlap van de bewezenverklaarde pleegperiodes, dit advies ook van toepassing op de feiten die later aan de tenlastelegging zijn toegevoegd en die de rechtbank bewezen verklaart. De rechtbank neemt dit advies over en acht de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate toerekenbaar aan de verdachte.
Het recidiverisico wordt door de psycholoog ingeschat als hoog. Volgens de reclassering liggen de risicofactoren in het psychosociaal functioneren (verband houdend met de vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek en zwakbegaafdheid) van de verdachte, de eventuele terugval in middelengebruik (met name alcohol) en de gezinsdynamiek (waarover de nodige zorgen bestaan vanuit diverse instanties, maar waarop de reclassering weinig zicht heeft gekregen). De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met een aantal bijzondere voorwaarden.
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie en zal, alles afwegende, in het bijzonder vanwege de ernst van de feiten, maar ook de verminderde toerekenbaarheid en de noodzaak voor interventies ter beteugeling van het recidivegevaar, de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf van 540 dagen met aftrek van het reeds ondergane voorarrest, waarvan 259 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel zal de rechtbank de voorwaarden koppelen zoals door de reclassering geadviseerd in het rapport van 11 juli 2024, met uitzondering van de opname in een zorginstelling. Dat houdt in dat de rechtbank aan de verdachte zal opleggen een meldplicht, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole. De bovengenoemde bijzondere voorwaarden zullen dienen ter beteugeling van het recidivegevaar. Gelet op dit hoge recidivegevaar en omdat dit vonnis nog niet onherroepelijk is, zal de rechtbank de gegeven gedragsaanwijzing niet, zoals door de verdediging gevraagd, opheffen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 285, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- Verklaart
niet bewezendat de verdachte de onder de feiten 1, 3 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt hem daarvan
vrij;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van de straf
  • stelt de volgende
de veroordeelde meldt zich binnen 5 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis bij SVG Reclassering Limburg, Mondriaan (088-5068888). De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich behandelen door een forensische polikliniek (gericht op LVB) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
de veroordeelde verblijft, indien geïndiceerd, in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik, indien aan de orde, te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, voorzitter, mr. L.E.M. Hendriks en mr. J. Trifunović, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Micheels, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 7 augustus 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij
in of omstreeks de periode van 12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 1] , bestaande die ontucht hierin dat hij, verdachte, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, (boven)lichaam (gedeeltelijk) op/tegen het (boven)lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of gedrukt en/of geduwd en/of gehouden en/of met zijn, verdachtes, (boven)lichaam (gedeeltelijk) op/over het (boven)lichaam van die [slachtoffer 1] heen is gaan en/of blijven liggen en/of
- zijn, verdachtes, hand en/of vinger(s) tussen de benen en/of in de broek en/of de onderbroek van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of het kruis en/of de schaamstreek en/of de vagina van die [slachtoffer 1] heeft betast en/of aangeraakt en/of gestreeld en/of
- een/de borst(en) en/of bil(len) en/of een been van die [slachtoffer 1] heeft aangeraakt en/of betast en/of gestreeld en/of op/tegen een/de bil(len) van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of in een/de borst(en) en/of bil(len) van die [slachtoffer 1] heeft geknepen;
T.a.v. feit 2:
hij
in of omstreeks de periode van 12 juli 2014 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
opzettelijk mishandelend zijn kind(eren), althans een of meer perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( met kracht) heeft geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer 2] (met kracht) bij de hals/keel/nek en/of het hoofd heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (met kracht) (met het hoofd) op/tegen een muur heeft geduwd en/of geslagen en/of (met kracht) (met een vuist) op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of die [slachtoffer 2] met kracht heeft geduwd en/of (gedeeltelijk) ten val heeft gebracht, waardoor het hoofd van die [slachtoffer 2] met een muur in aanraking kwam en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) bij de hals/keel/nek heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (op) de hals/keel van die [slachtoffer 1] heeft (dicht)gedrukt en/of (dicht)geknepen en/of
- die [slachtoffer 1] op/tegen een muur heeft gedrukt en/of geduwd en/of gehouden en/of
- zijn, verdachtes, (boven)lichaam (met kracht en/of stevig) (gedeeltelijk) op/tegen het (boven)lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of gedrukt en/of geduwd en/of gehouden en/of met zijn, verdachtes, (boven)lichaam (gedeeltelijk) op/over het lichaam van die [slachtoffer 1] heen is gaan en/of blijven liggen en/of
- ( de nek van) die [slachtoffer 1] in een nekklem en/of wurggreep heeft genomen en/of gehouden, althans zijn, verdachtes, arm(en) (stevig en/of met kracht) om de hals/nek van die [slachtoffer 1] heeft geslagen en/of gebracht en/of die [slachtoffer 1] (stevig en/of met kracht) (gedurende langere tijd) met zijn, verdachtes arm(en) om/bij haar hals/nek heeft vastgehouden,
waardoor deze(n) letsel heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden;
T.a.v. feit 3:
hij
in of omstreeks de periode van 1 oktober 2001 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, fysieke en/of psychische overwicht, heeft aangewend jegens die [slachtoffer 3] en/of
- die [slachtoffer 3] stelselmatig contact met familie en/of vrienden/bekenden heeft verboden en/of ontzegd en/of onthouden en/of die [slachtoffer 3] (zodoende) van haar sociale netwerk en/of sociale vangnet heeft geïsoleerd (gehouden) en/of
- die [slachtoffer 3] (met kracht) heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer 3] (met kracht) bij de keel/hals/nek heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (met kracht) de keel/hals van die [slachtoffer 3] heeft dichtgedrukt (gehouden), althans (met kracht) op de keel/hals van die [slachtoffer 3] heeft gedrukt en/of geduwd en/of
- ( met kracht en/of hard) in een/de bil(len) en/of borst(en) en/of tepel(s) van die [slachtoffer 3] heeft geknepen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat zij hem, verdachte, moest pijpen en/of dat zij seks met hem moest hebben en/of dat zijn, verdachtes, pik leeg moest en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 3] heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of naar zijn, verdachtes, penis heeft geduwd en/of gebracht en/of
- zijn, verdachtes, penis (met kracht) in de mond van die [slachtoffer 3] heeft geduwd en/of gebracht en/of
- de broek en/of de onderbroek van die [slachtoffer 3] omlaag heeft gedaan en/of uit heeft getrokken en/of
- zijn, verdachtes, penis (met kracht) in de vagina van die [slachtoffer 3] heeft geduwd en/of gebracht en/of
-aan die [slachtoffer 3] heeft toegevoegd (de) woorden (van d strekking): “Als je wil weglopen, dan vind ik je wel, dan kom ik je halen.” en/of “Dit overleef je niet.” en/of
- daarbij (telkens) heeft voortgebouwd op en/of misbruik heeft gemaakt van de (lichamelijke en/of psychische) kwetsbaarheid en/of angst die bij die [slachtoffer 3] door haar (door hem, verdachte gecreëerde) sociaal isolement en/of eerdere door hem, verdachte, gepleegde (psychische en/of lichamelijke) mishandelingen en/of bedreigingen van die [slachtoffer 3] is ontstaan,
en/of (aldus) (telkens) voor die [slachtoffer 3] een bedreigende situatie heeft
doen ontstaan en/of die [slachtoffer 3] in een situatie heeft gebracht, waarin
die [slachtoffer 3] geen weerstand kon en/of durfde te bieden en/of een zodanige situatie heeft doen ontstaan dat die [slachtoffer 3] dat binnendringen niet kon of wist te verhinderen en/of te voorkomen;
T.a.v. feit 4:
hij
in of omstreeks de periode van 1 september 2011 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
opzettelijk mishandelend zijn echtgenoot en/of levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer 3] ,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- ( omver) heeft geduwd en/of ten val heeft gebracht en/of
- ( met kracht) heeft geslagen en/of gestompt en/of
- ( met kracht) heeft getrapt en/of geschopt en/of
- ( met kracht en/of hard) in een/de bil(len) en/of borst(en) en/of tepel(s) heeft geknepen en/of
- ( met kracht) bij de keel/hals heeft vastgepakt en/of vastgehouden en/of (vervolgens) (met kracht) (op) de keel/hals heeft (dicht)gedrukt en/of (dicht)geknepen en/of
-(met kracht) op/tegen een muur heeft gedrukt en/of geduwd en/of gehouden,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
T.a.v. feit 5:
hij
in of omstreeks de periode van 1 januari 2017 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
ontucht heeft gepleegd
met zijn minderjarig kind, te weten [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] ,
door meermalen, althans eenmaal, (telkens)
- zijn, verdachtes, hand(en) onder de bovenkleding en/of de bh van die [slachtoffer 2] te brengen en/of te houden en/of
- een/de borst(en) van die [slachtoffer 2] aan te raken en/of te betasten en/of (met kracht) in een/de borst(en) van die [slachtoffer 2] te knijpen en/of knijpende bewegingen te maken in een/de borst(en) van die [slachtoffer 2] en/of met een/de borst(en) van die [slachtoffer 2] te spelen en/of
- zijn, verdachtes, hand(en) te brengen en/of te houden op een/de bil(len) en/of (de binnenkant van) een bovenbeen van die [slachtoffer 2] en/of een/de bil(len) en/of (de binnenkant van) een bovenbeen van die [slachtoffer 2] aan te raken en/of te betasten en/of op een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] te slaan en/of in een/de bil(len) van die [slachtoffer 2] te knijpen;
T.a.v. feit 6:
hij
op of omstreeks 27 maart 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: ‘Wil je dood of zo.” en/of “Hou daarmee op, anders schop ik je dadelijk op je k.” en/of “Als (onverstaanbaar) sla ik jou ook total loss.” en/of “Openen of ik breek je nek.” en/of “Nu krijg je hardcore van mij.” en/of “Jij krijgt een levensles die je niet gaat vergeten, meisje, kankerlijer, drekswijf, teringwijf, strontwijf.” en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat als hij, verdachte, die Belg bij de rechtbank tegen komt, hij hem total loss slaat en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: “Als ik hem in mijn klauwen krijg is hij dood.”,
althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
T.a.v. feit 7:
hij
in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 29 augustus 2023 in de gemeente Landgraaf, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd: ‘Als je wil weglopen, dan vind ik je wel, dan kom ik je halen.” en/of “Dit overleef je niet.” en/of “Ik wil je doodmaken.” en/of “Ik wil je neersteken.”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer 2379-2023140647, gesloten op 4 december 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 442.
2.Proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2023, pagina 11.
3.Proces-verbaal van bevindingen van 6 oktober 2023, pagina’s 370 tot en met 372.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2023, pagina 11.
5.Proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2023, pagina’s 187, 188, 194, 196, 206 en 207.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige van 4 oktober 2023, pagina’s 104, 108 en 109.
7.Proces-verbaal van de terechtzitting van 24 juli 2024.
8.Proces-verbaal van aangifte van 3 oktober 2023, pagina 100.
9.Proces-verbaal van bevindingen van 29 augustus 2023, pagina 11.
10.Proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2023, pagina’s 237 en 238.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige van 4 oktober 2023, pagina’s 108 en 110.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige van 30 augustus 2023, pagina 20.
13.Proces-verbaal van aangifte van 3 oktober 2023, pagina 100.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 7 september 2023, pagina’s 45 tot en met 47.
15.Proces-verbaal van bevindingen van 5 oktober 2023, pagina’s 238 en 239.