ECLI:NL:RBLIM:2024:520

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
C/03/316597 / HA ZA 23-170
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van bestuurders in faillissement en bestuursverbod

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 24 januari 2024, heeft de curator van de failliete vennootschap Auto Onderdelen Nederland B.V. een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die als bestuurder van de vennootschap heeft gefunctioneerd. De curator heeft de vordering gebaseerd op onbehoorlijk bestuur in de drie jaar voorafgaand aan het faillissement, zoals bedoeld in artikel 2:248 BW. De gedaagde heeft de verminderde eis van de curator erkend, wat de rechtbank de mogelijkheid gaf om de vordering voor toewijzing gereed te verklaren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het bestuur van de gedaagde in de relevante periode onbehoorlijk was en dat dit een belangrijke oorzaak is geweest voor het faillissement van de vennootschap. De rechtbank heeft de gedaagde aansprakelijk verklaard voor het totale tekort in het faillissement, inclusief de boedelkosten, en heeft een bedrag van € 17.500,00 toegewezen aan de curator. Daarnaast is de gedaagde voor vijf jaar onderworpen aan een bestuursverbod, wat betekent dat hij niet kan worden benoemd tot bestuurder of commissaris van een rechtspersoon en niet mag optreden als feitelijk beleidsbepaler.

De rechtbank heeft ook de gedaagde met onmiddellijke ingang geschorst als (indirect) bestuurder van verschillende vennootschappen, totdat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door rechter T.A.J.M. Provaas.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/316597 / HA ZA 23-170
Vonnis van 24 januari 2024
in de zaak van
[eiser] ,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Auto Onderdelen Nederland B.V.,
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. J.A.M.D. van Gerven;
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. B. Keybeck.
Partijen zullen hierna de curator en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 35;
  • de akte houdende eisvermindering;
  • het B16-formulier van [gedaagde] , met brief van 11 december 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
De curator heeft op de in dagvaarding aangevoerde gronden de in het petitum daarvan omschreven vorderingen ingesteld.
2.2.
[gedaagde] heeft bij schrijven van 11 december 2023 de door de curator bij akte houdende eisvermindering verminderde eis erkend.

3.De beoordeling

3.1.
Gelet op de door [gedaagde] bij schrijven van 11 december 2023 uitdrukkelijk erkende, verminderde vordering van de curator, ligt deze verminderde vordering voor toewijzing gereed.
3.2.
Gelet op de vordering van de curator zullen de proceskosten worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart voor recht dat het door [gedaagde] gevoerde bestuur in de periode drie jaar voorafgaand aan het faillissement onbehoorlijk was en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is geweest voor het faillissement van de vennootschap in de zin van artikel 2:248BW;
4.2.
verklaart voor recht dat [gedaagde] op grond van de verklaring voor recht onder 4.1. aansprakelijk is voor het totale tekort in het faillissement van de vennootschap, waaronder begrepen de boedelkosten, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen conform de wet;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan de curator te betalen een bedrag van € 17.500,00;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot een bestuursverbod op grond van artikel 106a Fw voor de duur van vijf jaar vanaf de datum van dit vonnis, gedurende welke periode [gedaagde] niet benoemd kan worden tot bestuurder en/of commissaris van een rechtspersoon en niet mag optreden als feitelijk beleidsbepaler van een rechtspersoon;
4.5.
schorst [gedaagde] met onmiddellijke ingang als (indirect) bestuurder van de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid [naam bv 1] , [naam bv 2] , [naam bv 3] en [naam bv 4] , totdat deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
4.6.
effectueert alle overige gevolgen van het bestuursverbod, zoals bedoeld in artikel 106b lid 4 Fw;
4.7.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas, rechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT