ECLI:NL:RBLIM:2024:519
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter op grond van vermeende partijdigheid en afwezigheid psychiater
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg op 31 januari 2024 een verzoek tot wraking behandeld van een rechter in een lopende procedure. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.J.A. Roeleven, heeft de wraking ingediend omdat hem was toegezegd dat een psychiater fysiek aanwezig zou zijn tijdens de zitting, maar dit bleek niet het geval te zijn. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het niet aan de rechter is om te bepalen of de psychiater al dan niet fysiek aanwezig is, en dat dit gegeven op zichzelf geen grond voor wraking vormt.
De wrakingskamer benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing vormen voor vooringenomenheid. De vrees voor partijdigheid moet objectief gerechtvaardigd zijn, en het subjectieve standpunt van de verzoeker is niet doorslaggevend.
Aangezien er geen andere gronden voor wraking zijn aangevoerd, heeft de wrakingskamer het verzoek kennelijk ongegrond verklaard zonder verdere mondelinge behandeling. Bovendien heeft de wrakingskamer opgemerkt dat de verzoeker in de onderliggende procedure voor de tweede keer in een maand tijd een wrakingsverzoek heeft ingediend zonder geldige reden, wat aanleiding geeft om de misbruikbepaling van artikel 39, lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toe te passen. Dit houdt in dat toekomstige verzoeken tot wraking in deze zaak niet in behandeling zullen worden genomen.