Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
wonend te [woonplaats 1] ,
1.De procedure
- de rolbeslissing van 19 juni 2024
- de akte uitlating bevoegdheid tevens vermeerdering van eis met productie 5
- de reactie op de rolbeslissing van [gedaagde] met producties 1 t/m 3.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 juli 2024, gaat het om een geschil tussen een eiseres en een gedaagde met betrekking tot een vordering tot het verkrijgen van informatie en een geldvordering in het kader van een erfgenamenkwestie. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. drs. A.L. van den Bergh, heeft een vermeerdering van eis ingediend, waarbij zij naast de informatievordering ook een vordering tot betaling van haar erfdeel van maximaal € 25.000,00 heeft toegevoegd. De kantonrechter heeft in een eerdere rolbeslissing van 19 juni 2024 partijen in staat gesteld zich uit te laten over de vraag welke rechter bevoegd is om deze zaak te behandelen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de samenhang tussen de vordering tot het verkrijgen van informatie en de geldvordering zich verzet tegen afzonderlijke behandeling. De gedaagde, vertegenwoordigd door Parkstad Adviesgroep, heeft betoogd dat er geen aanwijzingen zijn voor een vermogen boven de € 25.000,00. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vordering tot het verkrijgen van informatie geen wettelijke grondslag heeft en dat deze vordering van onbepaalde waarde is, waardoor de kamer voor andere zaken dan kantonzaken in beginsel bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter geconcludeerd dat de vordering van de eiseres bij verzoekschrift aanhangig gemaakt had moeten worden. De eiseres heeft een verkeerd inleidend processtuk gebruikt, en de procedure zal voortgezet worden als verzoekschriftprocedure. De kantonrechter heeft de eiseres de gelegenheid gegeven om het inleidend processtuk te verbeteren en haar stellingen aan te passen aan de toepasselijke procedureregels. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A.P.A. Bisscheroux.