2.1.[eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] verhuurt sinds 1 juli 2023 aan [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] de (onderdelen van de) bedrijfsruimte aan de [adres 1] te [plaats 1] . [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] stelt dat sprake is van herhaaldelijke wanprestatie door [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ter zake van de nakoming van de betaalverplichtingen uit de huurovereenkomst. [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] vordert in de hoofdzaak dat de kantonrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. de huurovereenkomst tussen [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] als verhuurder en [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] als huurder betreffende de hierboven omschreven praktijkruimte, gelegen aan het adres [adres 2] , [plaats 2] , zal ontbinden per de datum van het te wijzen vonnis, dan wel per een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, met veroordeling van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] om
het gehuurde met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, binnen twee dagen na de betekening van dit vonnis, althans binnen een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen termijn, volledig en behoorlijk te verlaten, te ontruimen en ontruimd te houden, en het gehuurde in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking van verhuurder te stellen, dit met afgifte van de sleutels, zulks met machtiging aan verhuurder om bij gebreke van volledige voldoening hieraan deze verlating en ontruiming en dit vervolgens verlaten en ontruimd houden zelf te bewerken met behulp van de sterke arm van politie en justitie en op kosten van [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] ;
2. [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zal veroordelen aan [eiseres in de hoofdzaak, eiseres in het incident] te betalen, tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
- een bedrag van € 53.207,28, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen
bedrag, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten van € 1.307,07 ter zake van de
onbetaald gebleven huurpenningen, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke kosten;
- een bedrag van € 13.500,-, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente terzake van de verschuldigde contractuele boete;
- ter zake van schadevergoeding een bedrag van € 5.911,97 per maand waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt geteld, niet tegenstaande enige toekomstige
indexering van de huurprijs te rekenen vanaf het tijdstip waarop de huurovereenkomst
wordt ontbonden en tot aan het tijdstip dat eiseres het gehuurde aan een ander heeft
verhuurd, echter ten hoogste tot de expiratiedatum van de schriftelijke huurovereenkomst,
dan wel in het geval het gehuurde eerst na de expiratiedatum wordt ontruimd tot de
ontruimingsdatum;
3. [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zal veroordelen in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na
dagtekening van het vonnis en – voor het geval dat voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de
veertiende dag na dagtekening van het vonnis alsmede te vermeerderen met de na het vonnis te maken kosten van tenuitvoerlegging daarvan, waaronder de eventueel te maken ontruimingskosten op vertoon van de daartoe nodige, in dit vonnis te vermelden, bescheiden op de voet van artikel 3:299 lid 3 BW;
4. [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zal veroordelen in de kosten van dit geding, alsmede [gedaagde in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zal veroordelen in de nakosten.