Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert VGZ Zorgverzekeraar N.V. van de gedaagde een bedrag van € 2.500,00, vermeerderd met rente en kosten, in verband met een zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde heeft een achterstand in betalingen van in totaal € 6.333,36, waarvan VGZ de wettelijke rente tot de datum van dagvaarding op € 401,01 heeft berekend. Daarnaast vordert VGZ buitengerechtelijke kosten van € 836,90. De gedaagde erkent de vordering, maar geeft aan momenteel niet in staat te zijn om te betalen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat VGZ een deel van de gevorderde administratiekosten niet heeft onderbouwd, waardoor deze kosten zijn afgewezen. De resterende hoofdsom van € 6.277,86 wordt toegewezen, maar de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten worden afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde in verzuim is met de betaling van de resterende hoofdsom vanaf de dag van dagvaarding, en kent de wettelijke rente toe vanaf die datum.
De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 2.219,48 aan VGZ, vermeerderd met wettelijke rente, en moet de proceskosten van € 815,39 vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.