Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- vervallen wettelijke rente tot 6 mei 2024
€
50,45
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen CZ Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij. CZ vorderde betaling van een achterstand in zorgverzekeringspremies van € 900,81, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde erkende een achterstand, maar verwees naar zijn medische problemen die hem belemmerden om aan betalingsregelingen te voldoen. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van CZ voldoende was onderbouwd en dat de gedaagde geen verweer had gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft de vordering van CZ toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van in totaal € 900,81, plus proceskosten van € 667,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.