ECLI:NL:RBLIM:2024:4928

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
26 juli 2024
Zaaknummer
11019608 \ CV EXPL 24-1662
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afsluiting energietoevoer en ontruiming door netbeheerder Enexis

In deze zaak vordert Enexis Netbeheer B.V. de kantonrechter te Maastricht om de energietoevoer aan een gedaagde te mogen afsluiten. De gedaagde had tot 5 december 2023 een leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit met Oxxio Nederland B.V., maar heeft geen nieuwe overeenkomst afgesloten. Enexis heeft de gedaagde herhaaldelijk verzocht om een nieuwe energieleverancier te kiezen om afsluiting te voorkomen, maar zonder resultaat. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij geen onderdaan is van Nederland en dat de Gaswet en Elektriciteitswet ongeldig zijn. De kantonrechter oordeelt dat Enexis recht heeft op afsluiting, omdat er geen energieleverancier bekend is voor het verbruiksadres. De gedaagde heeft geen bewijs geleverd van ernstige gezondheidsrisico's die hem zouden beletten om een contract af te sluiten. De kantonrechter wijst de vorderingen van Enexis toe, inclusief de kosten van afsluiting en proceskosten, en bepaalt dat de gedaagde de tijdelijke ontruiming moet gedogen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11019608 \ CV EXPL 24-1662
Vonnis van 24 juli 2024
in de zaak van
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
eisende partij,
hierna te noemen: Enexis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te gemeente [gemeente] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de schriftelijke weergave van het antwoord van [gedaagde] ;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte aanvullende producties van Enexis;
- de mondelinge behandeling van 11 juni 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en door [gedaagde] spreekaantekeningen zijn voorgedragen die in het dossier zijn gevoegd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] had tot 5 december 2023 ten behoeve van zijn adres aan de [adres] te [plaats] een leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit met Oxxio Nederland B.V. (hierna: Oxxio). Dit contract is beëindigd en [gedaagde] heeft geen nieuw contract afgesloten met een (andere) energieleverancier.
2.2.
Bij brieven van 2 november 2023 en 4 december 2023 heeft Enexis [gedaagde] medegedeeld dat hij met een andere energieleverancier een nieuwe overeenkomst moest sluiten, om afsluiting van energie te voorkomen. Enexis heeft [gedaagde] geprobeerd te bellen en na twee pogingen op 8 januari 2024 telefonisch gesproken. Dit heeft er niet toe geleid dat [gedaagde] een overeenkomst met een energieleverancier heeft gesloten.

3.Het geschil

3.1.
Enexis vordert – samengevat – dat de kantonrechter zal bepalen dat zij gerechtigd is tot het afsluiten van de energietoevoer aan het adres aan de [adres] te [plaats] , dat [gedaagde] daartoe tijdelijke en gedeeltelijke ontruiming dient te gedogen en dat Enexis niet tot heraansluiting zal hoeven over te gaan als [gedaagde] de geleden schade inzake de afsluiting en heraansluiting niet heeft vergoed. Verder vordert Enexis de kosten van afsluiting zijnde € 174,84 en € 75,00 aan buitengerechtelijke kosten en een proceskostenveroordeling.
3.2.
[gedaagde] voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van Enexis.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Een netbeheerder is verplicht om de afnemer af te sluiten van energie als er bij de netbeheerder voor het verbruiksadres geen energieleverancier bekend is. Als de netbeheerder dit niet doet dan treedt de netbeheerder feitelijk op als energieleverancier en dat is in strijd met de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998. Volgens die wetten is het verboden om tegelijk als energieleverancier en netbeheerder op te treden.
4.2.
[gedaagde] heeft vele pagina’s verweer gevoerd. Samengevat begrijpt de kantonrechter dat hij stelt dat hij optreedt als Begunstigde zonder aansprakelijkheid voor de Natuurlijke persoon [gedaagde] . Hij voert aan dat Nederland sinds 1940 geen koning of koningin meer heeft die een regering kan vormen die bevoegd is om wetten en regels op te stellen. Hij stelt dat de uiting van zijn gedachten wordt beschermd middels de Rechten van de Mens en Burger 1975, volgens hem de enige rechtsgeldige wet op het grondgebied van de Bataafse Republiek. Hij heeft in 2013 schriftelijk kenbaar gemaakt aan de koning en de Staat der Nederlanden dat hij geen onderdaan of slaaf is en dat zijn jurisdictie, autoriteit en dictaten niet op hem van toepassing zijn en hij hem geen geld of belasting verschuldigd is. De Gas- en Elektriciteitswet zijn dan ook ongeldig en proberen hem een privaatrechtelijk contract op te dringen met een bankenkartel dat zichzelf “energieleverancier” noemt.
4.3.
[gedaagde] heeft ook een beroep gedaan op de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas en aangevoerd dat hij gehandicapt is en elektrische energie nodig heeft om in leven te blijven. Zonder elektriciteit kan hij zijn scootmobiel niet opladen, gaan de automatische deuropeners in zijn woning niet open, kan hij niet zelfstandig zijn huis verlaten, niet aan voedsel komen of dit bereiden of bewaren, kan hij zijn lichaam niet warm houden en werken de intercom en alarminstallatie niet. Een verklaring van een arts heeft hij niet overgelegd, omdat hij daarvoor het geld niet heeft.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat eenieder die in Nederland woont, leeft of verblijft zich dient te houden aan de in Nederland geldende regels. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] het met dit uitgangspunt fundamenteel oneens is, maar dat doet aan het uitgangspunt op zichzelf niet af. De Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 zijn formele wetten die tot stand zijn gekomen volgens de in de Grondwet voorgeschreven procedure. In artikel 11 van de Wet Algemene Bepalingen is bepaald dat de rechter verplicht is om volgens de wet recht te spreken en niet de innerlijke waarde of de billijkheid van de wet mag beoordelen. Alles wat [gedaagde] heeft aangevoerd om deze wetten ter discussie te stellen, en zijn betoog dat de gehele energiemarkt berust op zwendel, kan daarom niet tot het oordeel leiden dat deze wetten niet van toepassing zijn. In deze wetten is bepaald dat Enexis geen energie aan [gedaagde] leveren als hij geen energiecontract heeft met een energieleverancier. Enexis heeft daarom recht en belang bij haar vordering om de energietoevoer naar het adres van [gedaagde] af te sluiten, omdat zij anders in strijd handelt met deze wetten.
4.5.
Dat [gedaagde] van mening is dat energie gratis zou moeten zijn, omdat de schepper van het universum aan de mensheid grondstoffen heeft geschonken en dat hij er daarom voor kiest om geen energiecontract af te sluiten, is een keuze die hij zelf maakt en waarvan hij dan ook de consequenties zal moeten aanvaarden. Deze overtuiging kan niet tot gevolg hebben dat Enexis dan maar de wet moet overtreden en moet doorgaan met het leveren van energie aan [gedaagde] .
4.6.
Het is duidelijk dat [gedaagde] wel elektriciteit en gas nodig heeft. Op de mondelinge behandeling is door de kantonrechter doorgevraagd naar de eventuele bereidheid om toch een energiecontract af te sluiten, ook omdat er niet alleen principiële, maar ook financiële obstakels lijken te zijn. Het inkomen waarvan [gedaagde] zegt te moeten rondkomen lijkt veel te laag en de huur die hij zegt te moeten betalen is in vergelijking erg hoog. Er blijft nauwelijks geld over om van te leven. [gedaagde] staat echter ook niet open voor schuldhulpverlening of hulp bij het regelen van zijn financiën, wil kennelijk niet onderzoeken of hij in aanmerking komt voor een (aanvullende) uitkering of toeslagen en wil geen energiecontract als dat betekent dat hij ook energiebelasting moet betalen. [gedaagde] lijkt voldoende in staat zijn eigen wil te bepalen en de gevolgen van zijn keuzes te overzien. Dat betekent echter ook dat deze gevolgen voor zijn rekening en risico dienen te blijven, hoe schrijnend dat ook is.
4.7.
Wat betreft het beroep op de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van elektriciteit en gas (hierna: de regeling) overweegt de kantonrechter als volgt.
Uit het bepaalde in artikel 1a sub d van de regeling volgt dat Enexis tot afsluiting mag overgaan, omdat op het aansluitadres sinds december 2023 geen vergunninghouder (energieleverancier) bekend is. Niet gesteld of gebleken is dat het contract met Oxxio, die tot 5 december 2023 als vergunninghouder/energieleverancier optrad, wegens wanbetaling is beëindigd. De procedurevoorschriften bij afsluiting wegens wanbetaling zijn dan ook niet van toepassing.
[gedaagde] heeft een beroep gedaan op artikel 5 van de regeling, dat tot doel heeft kwetsbare consumenten te beschermen. Echter, ook dit artikel geldt alleen in gevallen waarin de afsluiting dreigt wegens
wanbetalingen niet in een geval als het onderhavige, waar wordt afgesloten wegens de (principiële) weigering een contract te sluiten met een energieleverancier. Bovendien heeft [gedaagde] geen verklaring van een (niet-behandelend) arts overgelegd om de ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen, wat in artikel 5 van de regeling als vereiste is genoemd. Dat die gezondheidsrisico’s evident zijn en dat daarom een dergelijke verklaring niet van hem kan worden gevergd, zoals [gedaagde] heeft gesteld, wordt niet gevolgd. Het evidente ernstige ongemak dat [gedaagde] zal ondervinden als hij wordt afgesloten van energie, maakt nog niet dat zonder verklaring van een arts zonder meer kan worden aangenomen dat er ook zeer ernstige gezondheidsrisico’s zijn. En dan nog, die gezondheidsrisico’s zijn het gevolg van de keuze van [gedaagde] om geen contract af te sluiten en dienen daarom hoe dan ook voor zijn rekening te blijven zolang hij in die keuze volhardt.
4.8.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat Enexis mag overgaan tot het afsluiten van de toevoer van gas en elektriciteit aan het adres van [gedaagde] . De wet, noch de regeling staan daaraan in de weg.
4.9.
De vordering tot terugname van de energiemeters/meetinrichting kan ook worden toegewezen. Indien [gedaagde] in gebreke blijkt om aan deze vordering te voldoen, dan kan een deurwaarder op grond van artikel 491 en 492 gelezen in samenhang met artikel 444 Rv de meters onder zich nemen en afgeven aan Enexis.
4.10.
Enexis heeft een gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming gevorderd voor de ruimte(s) waar de werkzaamheden moeten worden verricht. Op grond van het bepaalde in artikel 558 aanhef en onder b Rv zal deze vordering worden toegewezen.
4.11.
De kantonrechter zal dan ook bepalen dat [gedaagde] voornoemde werkzaamheden en de (tijdelijke en gedeeltelijke) ontruiming dient te gedogen.
4.12.
De vordering van Enexis dat de kantonrechter zal bepalen dat zij niet tot heraansluiting zal behoeven over te gaan indien [gedaagde] aan Enexis niet de geleden schade inzake de afsluiting en heraansluiting heeft vergoed, heeft Enexis niet gemotiveerd, zodat de kantonrechter de vordering in zoverre zal afwijzen.
4.13.
De vordering om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van afsluiting van € 174,84 zullen als onweersproken worden toegewezen.
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten kan worden toegewezen tot een bedrag van € 40,00. [gedaagde] had Enexis na ontvangst van de eerste brief zelf in de gelegenheid kunnen stellen om de energie af te sluiten. Door dit te weigeren heeft Enexis (onnodig) kosten gemaakt. De kantonrechter heeft voor de hoogte van het bedrag aansluiting gezocht bij het minimumbedrag dat zou gelden conform het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten.
4.15.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Enexis worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,37
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
80,00
(2,00 punten × € 40,00)
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
342,37

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat Enexis, na een vooraankondiging van drie dagen, gerechtigd is tot het afsluiten van de energietoevoer aan de [adres] te [plaats] , al dan niet door middel van terugname door Enexis van de door haar ter beschikking gestelde energiemeters/meetinrichting zijnde:
  • Elektriciteitsaansluiting met EAN-code [EAN-code 1] en met meternummer [meternummer 1]
  • Gasaansluiting met EAN-code [EAN-code 2] en met meternummer [meternummer 2]
en die werkzaamheden te verrichten door middel van gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van het genoemde perceel op grond van artikel 558 Rv, welke gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;
5.2.
bepaalt dat [gedaagde] de werkzaamheden die zijn genoemd in 5.1. en de (tijdelijke en gedeeltelijke) ontruiming dient te gedogen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijke kwijting aan Enexis te betalen € 174,84 aan afsluitingskosten en € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 342,37, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2024.