Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser in de hoofdzaak, verweerder in het incident] ,
[eiseres in de hoofdzaak, verweerster in het incident],
1.[gedaagde] ,
[gedaagde, eiseres in het incident],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 8
- de conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde] met producties 1 t/m 12
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van [gedaagde, eiseres in het incident] met producties 1 t/m 3
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschil
1. [gedaagde, eiseres in het incident] en [gedaagde] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling aan de verkopers van een bedrag ad € 28.500,00 dan wel een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, aan contractuele boete, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
7 augustus 2024voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde, eiseres in het incident] .