4.3.Gebreken
4.3.1.[deskundige] heeft in (onder meer op pagina 18 en 19) van zijn deskundigenrapport een opsomming gegeven van de door hem geconstateerde gebreken aan de woning en de bijbehorende begroting van de herstelkosten van deze gebreken. Zo heeft [deskundige] (onder andere) geconstateerd dat de muur en het platte dak gebrekkig zijn. [deskundige] heeft de herstelwerkzaamheden voor de geconstateerde gebreken begroot op een bedrag van in totaal € 15.669,35 (inclusief btw), waarbij [deskundige] ten aanzien van de muur heeft geconstateerd dat deze niet volledig gesloopt hoeft te worden op basis waarvan [deskundige] de herstelkosten van de muur heeft begroot op een bedrag van € 1.210,00 (welk bedrag inbegrepen is in het totaalbedrag van € 15.669,35 inclusief btw). [deskundige] is bij de begroting van de herstelkosten ook er vanuit gegaan dat de volledige vervanging van het platte dak niet noodzakelijk is.
4.3.2.De door [deskundige] geconstateerde gebreken aan de woning worden door Maesko Bouw niet betwist, waardoor deze tussen partijen niet ter discussie staan. [eiser] stelt, anders dan [deskundige] , zich op het standpunt dat de muur en het platte dak wel volledig vervangen dienen te worden op basis waarvan [eiser] recht zou hebben op een bedrag van € 10.200,61 (inclusief btw) voor het herstellen van de muur en een bedrag van
€ 8.786,20 (inclusief btw) voor het herstellen van het dak, hetgeen door Maesko Bouw wordt betwist. Daarnaast stelt [eiser] zich op het standpunt dat hij ook recht heeft op de vergoeding van de door hem geleden en te lijden schade ten aanzien van de constructie, het demonteren van de keukenkasten, het verblijf elders en de kosten van de deskundigen, hetgeen (grotendeels) door Maesko Bouw wordt betwist.
4.3.3.Uit het hiervoor overwogene stelt de rechtbank vast dat de kern van (dit onderdeel van) het geschil ziet op de beantwoording van de vraag wat de hoogte is van de schadevergoeding van de gebrekkige muur en het gebrekkige dak waar [eiser] recht op heeft vanwege een aan Maesko Bouw toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Daarnaast gaat het om de beantwoording van de vraag of [eiser] recht heeft op vergoeding van de schade ten aanzien van de constructie, het demonteren van de keukenkasten, het verblijf elders en de kosten van de deskundigen. De rechtbank overweegt in dit kader als volgt.
4.3.4.[eiser] stelt zich op het standpunt dat de volledige muur vervangen dient te worden op grond waarvan hij recht heeft op een vergoeding van een bedrag van
€ 10.200,61 (inclusief btw). Maesko Bouw betwist dat de volledige muur dient te worden vervangen. Volgens Maesko Bouw heeft [deskundige] in zijn deskundigenrapport aangegeven dat de scheve muur niet volledig gesloopt dient te worden, waardoor zij enkel een bedrag van € 1.210,00 (welk bedrag inbegrepen is in het totaalbedrag van € 15.669,35 inclusief btw) aan [eiser] dient te vergoeden.
4.3.5.De rechtbank is van oordeel dat de muur niet volledig gesloopt dient te worden, omdat [deskundige] heeft aangegeven dat het enkel gaat om een esthetisch gebrek en geen sprake is van een technisch gebrek. [deskundige] heeft aangegeven dat volledige sloop van de muur buitenproportioneel is gelet op de verhouding van de kosten van het totale werk in relatie tot de herstelkosten. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat [eiser] niet heeft gesteld waaruit zou blijken dat volledige sloop van de muur (vanuit technisch oogpunt) noodzakelijk is. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de door [eiser] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerde persoonlijke omstandigheden, maken deze niet dat Maesko Bouw gehouden is de kosten van de volledige sloop van de muur, te weten een bedrag van € 10.200,61, te betalen. De rechtbank is van oordeel dat Maesko Bouw uitsluitend een bedrag van € 1.210,00 aan [eiser] dient te vergoeden voor de scheve muur (welk bedrag reeds begrepen is in het totaalbedrag van € 15.669,35 uit het deskundigenrapport). De gevorderde schadevergoeding ten aanzien van de muur van een bedrag van € 10.200,61 zal dan ook worden afgewezen.
4.3.6.[eiser] voert ten aanzien van de herstelkosten van het dak aan dat afgeweken dient te worden van het advies van [deskundige] . [eiser] stelt, anders dan [deskundige] , zich op het standpunt dat het platte dak van de woning volledig vervangen dient te worden. Wierts B.V. heeft de schade voor het volledig vervangen van het dak begroot op een bedrag van € 8.786,20. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling in dit kader aangevoerd dat andere (zowel de door [eiser] als de door Maesko Bouw ingeschakelde) dakdekkers hebben aangegeven dat zij de herstelwerkzaamheden aan het dak niet conform het advies van [deskundige] willen uitvoeren. Volgens [eiser] hebben deze dakdekkers ook aangegeven dat er geen garantie wordt afgegeven ten aanzien van de (herstel)werkzaamheden aan het dak. Maesko Bouw betwist dat het volledige platte dak vervangen dient te worden. Maesko Bouw betwist derhalve dat zij een schadevergoeding van € 8.786,20 dient te voldoen en stelt zich op het standpunt dat zij enkel de door [deskundige] begrote herstelkosten (welke inbegrepen zijn bij het totaalbedrag van € 15.669,35) dient te voldoen.
4.3.7.De rechtbank overweegt het volgende. [deskundige] heeft ten aanzien van het dak uitdrukkelijk verklaard dat het geenszins noodzakelijk is het gehele dak te vervangen. De rechtbank gaat om die reden voorbij aan het door [eiser] ingenomen standpunt dat volledige vervanging van het dak noodzakelijk zou zijn, nu dit niet door [eiser] is onderbouwd. De rechtbank is voorts van oordeel dat [eiser] de tijdens de mondelinge behandeling aangevoerde omstandigheid dat andere dakdekkers zouden hebben aangegeven dat zij geen garantie willen afgeven voor de (herstel)werkzaamheden aan het dak, niet voldoende met stukken heeft onderbouwd, terwijl dit wel op de weg van [eiser] had gelegen. Gelet op het hiervoor overwogene, is de rechtbank van oordeel dat het volledige platte dak niet vervangen hoeft te worden en dat Maesko Bouw enkel de herstelkosten van het dak, zoals begroot in het deskundigenrapport, dient te vergoeden aan [eiser] . De gevorderde schadevergoeding ten aanzien van het dak van een bedrag van € 8.786,20 (inclusief btw) zal dan ook worden afgewezen.
4.3.8.De rechtbank zal, gelet op het voorgaande, de vergoeding van de kostenbegroting uit het deskundigenrapport van [deskundige] van het totaalbedrag van € 15.669,35 (inclusief btw) toewijzen nu Maesko Bouw deze kosten niet heeft betwist.
4.3.9.Tussen partijen staat niet ter discussie dat de constructie van de woning ondeugdelijk is. Dit blijkt uit de bevindingen van het rapport van ConstructieMeesters van 28 maart 2023, welk rapport door Maesko Bouw niet wordt betwist. Maesko Bouw betoogt dat de offerte van [bedrijfsnaam 2] op basis van dat rapport geen deugdelijke onderbouwing van de herstelkosten van de constructieve gebreken is, omdat [deskundige] geen kostenraming naar aanleiding van dat rapport kon maken. [eiser] stelt zich op het standpunt dat Maesko Bouw ten onrechte aanvoert dat [deskundige] de begroting van de herstelkosten van de constructie niet kon maken. Volgens [eiser] heeft [deskundige] bij e-mail van 30 mei 2023 wel aangegeven dat hij de kostenbegroting voor de constructie kan opstellen, maar dat hij enkel constructietekeningen nodig heeft om deze begroting te kunnen maken.
4.3.10.De rechtbank overweegt dat [eiser] voldoende heeft gesteld dat [deskundige] bij e-mail van 30 mei 2023 heeft aangegeven dat hij de kostenbegroting van de constructie wel kan opstellen. De omstandigheid dat [deskundige] heeft aangegeven dat hij voor de kostenbegroting wel nog constructietekeningen nodig heeft, duidt er voor de rechtbank niet op dat hij de kostenbegroting niet kan opstellen. Uit het e-mailbericht blijkt immers dat hij zonder deze informatie in de begroting zal uitgegaan van de voor hem voor zover bekend zijnde situatie. De rechtbank is, nu Maesko Bouw de offerte van [bedrijfsnaam 2] verder niet inhoudelijk heeft betwist, van oordeel dat de gevorderde schadevergoeding ten aanzien van de constructie van een bedrag van € 12.413,31 (inclusief btw) moet worden toegewezen.
4.3.11.[eiser] voert aan dat de keukenkasten (ten gevolge van het herstellen van de constructie van de woning) dienen te worden gedemonteerd op basis waarvan [eiser] aanspraak maakt op een vergoeding van een bedrag van € 1.765,03 (inclusief btw). Volgens [eiser] is de noodzaak voor het demonteren van de keukenkasten evident. [eiser] stelt zich op het standpunt dat de omstandigheid dat de constructie van de woning dient te worden hersteld niet tussen partijen ter discussie staat en ter hoogte van de constructie zich de (hoge) keukenkasten bevinden. Desgevraagd heeft Maesko Bouw tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat één of twee keukenkasten gedemonteerd dienen te worden bij de herstelwerkzaamheden aan de constructie van de woning. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de gevorderde schadevergoeding voor het demonteren van de keukenkasten van € 1.765,03 (inclusief btw) moet worden toegewezen, nu de noodzaak van demontage vaststaat.
4.3.12.Voorts stelt [eiser] dat hij schade lijdt doordat hij (en zijn gezin) genoodzaakt zijn tijdelijk elders te verblijven. Deze schade wordt door [eiser] begroot op een bedrag van € 2.794,50 (inclusief btw). Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] kenbaar gemaakt dat hij door het herstellen van het dak en de constructie genoodzaakt is om elders te verblijven. Maesko Bouw betwist weliswaar dat [eiser] genoodzaakt zou zijn elders te verblijven, maar heeft die betwisting, in het licht van de stelling van [eiser] , onvoldoende gemotiveerd.. De rechtbank is daarom van oordeel dat Maesko Bouw vordering ten aanzien van de kosten voor het verblijf elders van
€ 2.794,50 (inclusief btw) aan [eiser] moet voldoen.
4.3.13.[eiser] vordert een vergoeding van de door hem gemaakte kosten voor de deskundigen op grond van artikel 6:96 lid 2 onder b BW. De kosten van de deskundigen wordt door [eiser] begroot op de kosten van [deskundige] van € 4.840,00 (inclusief btw) en de kosten van ConstructieMeesters van € 800,00. Maesko Bouw betwist de kosten van [deskundige] niet, waardoor deze kosten moeten worden toegewezen. Maesko Bouw voert ten aanzien van de kosten van ConstructieMeesters aan dat deze dienen te worden afgewezen, omdat in het rapport van ConstructieMeesters de schade en de aansprakelijkheid niet vastgesteld worden en ConstructieMeesters geen deskundige in onderhavige zaak is. De rechtbank gaat hieraan voorbij, omdat [deskundige] heeft aangegeven dat de constructie van de woning beoordeeld moest worden en Maesko Bouw ook heeft ingestemd met het inschakelen van ConstructieMeesters. De rechtbank zal derhalve ook de kosten van ConstructieMeesters toewijzen.
4.3.14.Tussen partijen staat niet ter discussie dat de openstaande aanneemsom van een bedrag van € 13.904,88 (inclusief btw) dient te worden verrekend met de toe te wijzen hoofdsom.
4.3.15.Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- schadebegroting uit het deskundigenrapport € 15.669,35 (incl. btw)
- de constructie € 12.413,31 (incl. btw)
- demonteren keukenkasten € 1.765,03 (incl. btw)
- verblijf elders € 2.794,50 (incl. btw)
- kosten deskundigen
Hoofdsom zonder verrekening € 38.282,19 (incl. btw)
- verrekening openstaande aanneemsom
€ 13.904,88 (incl. btw)
Hoofdsom na verrekening € 24.377,31 (incl. btw)