In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 25 juli 2024, wordt het verzoek van eiseres om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep ongegrond verklaard. Eiseres, een tuincentrum, had bezwaar gemaakt tegen de sluiting van haar bedrijfspand door de burgemeester van Heerlen op grond van de Opiumwet. De burgemeester had op basis van een bestuurlijke rapportage van de politie vastgesteld dat er aanwijzingen waren voor illegale hennepteelt in het pand. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid tot sluiting kon besluiten, gezien de aangetroffen goederen die bestemd waren voor de professionele hennepteelt. Eiseres had aangevoerd dat de sluiting niet noodzakelijk en evenredig was, vooral vanwege de gevolgen voor de aanwezige vissen en de financiële impact op haar bedrijf. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de sluiting noodzakelijk was ter bescherming van de openbare orde en dat de burgemeester niet verplicht was om met minder ingrijpende maatregelen te volstaan. De rechter stelt vast dat de burgemeester voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de voorhanden voorwerpen bestemd waren voor de illegale hennepteelt en dat de sluiting van het pand gerechtvaardigd was. Eiseres krijgt een termijn van zes weken om de aanwezige aquariums met vissen op een diervriendelijke wijze te verplaatsen voordat de sluiting in werking treedt.