Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de besloten vennootschap J.W.H.F. [naam bv] ,
[eiser sub 2],
HAIR SCIENCE INSTITUTE B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het geschil
4.De beoordeling
zijopdracht moet geven voor het onderhouden van de tuin en dat dat dus iets anders is dan het betalen van facturen aan [eisers] in verband met het tuinonderhoud. Deze uitleg van genoemde bepaling kan evenwel niet slagen. Door [eisers] is aangevoerd dat het tuinonderhoud al jaren voor een vast bedrag wordt gedaan (blijkens productie 16 door [bedrijfsnaam] in opdracht van [eiser sub 2] ) en dat HSI de kosten daarvan altijd heeft betaald. Dit is door HSI onbetwist gelaten en staat daarmee in deze procedure vast. Naar het oordeel van de kantonrechter staat daarmee ook vast dat partijen die handelwijze ten aanzien van het tuinonderhoud zijn overeengekomen en dat HSI daarom ook deze factuur, die ziet op het tuinonderhoud over 2021, aan [eisers] verschuldigd is. Dit onderdeel zal derhalve worden toegewezen, inclusief de rente daarover zoals gevorderd.