Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
‘DE DWAZE HERDER’,
1.De procedure
2.Het geschil
- het restant van het brutoloon over de maand december 2022 groot € 841,60,
3.De beoordeling
- dagvaarding € 131,85
- griffierecht € 86,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert eiser, een kok die in dienst was bij Pascalino B.V., betaling van achterstallig loon en een wettelijke verhoging. Eiser is op 1 november 2022 in dienst getreden en heeft een bruto salaris van € 1.926,57 per maand. De arbeidsovereenkomst eindigde op 31 mei 2023. Eiser stelt dat Pascalino B.V. in gebreke is gebleven met de betaling van een deel van het loon over december 2022, en vordert een totaalbedrag van € 841,60 aan achterstallig loon, plus een wettelijke verhoging van € 1.350,74. Pascalino B.V. heeft verweer gevoerd, stellende dat eiser op vakantie was en dat er geen grondslag was voor de gevorderde bedragen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser zijn vordering voldoende heeft onderbouwd en dat Pascalino B.V. geen conclusie van dupliek heeft ingediend om haar verweer te onderbouwen. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen, met inachtneming van het reeds betaalde bedrag van € 602,08. Daarnaast is Pascalino B.V. veroordeeld tot het tijdig betalen van het maandloon en het verstrekken van salarisspecificaties, onder dwangsom.