ECLI:NL:RBLIM:2024:467

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
03.134402.23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht en kinderpornografie met minderjarige zusjes

Op 2 februari 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met twee minderjarige zusjes en het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte, geboren in 1989, was een huisvriend van de slachtoffers en werd bijgestaan door advocaat mr. J.W. Heemskerk. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 19 januari 2024, waarbij de slachtoffers zich als benadeelde partijen voegden en hun slachtofferverklaringen voorlazen. De tenlastelegging omvatte ontucht met de zusjes in de periode van 5 november 2021 tot en met 30 mei 2023 en het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen van een van de slachtoffers in de periode van 23 mei 2023 tot en met 30 mei 2023. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de bewezenverklaring schuldig was aan de feiten, maar sprak hem vrij van een deel van de tenlastelegging met betrekking tot de ontucht met het oudste zusje, omdat er onvoldoende bewijs was voor de periode die de verdachte ontkende. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en stelde bijzondere voorwaarden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een locatieverbod voor de gemeente Weert. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die de rechtbank als rechtstreekse gevolgen van de bewezen feiten beschouwde.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.134402.23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 2 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1989,
gedetineerd in PI [locatie PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.W. Heemskerk, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 19 januari 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Hun gemachtigde mr. A.P. Verstappen is op de terechtzitting over de vorderingen gehoord en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben allebei een slachtofferverklaring voorgelezen.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:in de periode van 5 november 2021 tot en met 28 mei 2023 ontucht heeft gepleegd met de minderjarige [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2008);
Feit 2:in de periode van 5 november 2021 tot en met 30 mei 2023 ontucht heeft gepleegd met de minderjarige [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008);
Feit 3:in de periode van 23 mei 2023 tot en met 30 mei 2023 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 2] heeft verworven en deze afbeeldingen in bezit heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft hij verwezen naar de verklaringen van de slachtoffers en als steunbewijs naar de verklaringen van de docenten op school, de verklaring van de moeder, de DNA-hits en de verklaring van de verdachte. Wat betreft de kinderpornografische afbeeldingen is er geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 2] dat de verdachte haar om de afbeeldingen heeft gevraagd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich grotendeels aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft een bewezenverklaring van het tenlastegelegde. De verdachte heeft immers bekend dat hij ontucht met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gepleegd, onder meer bestaande uit het bij beide zusjes seksueel binnendringen van hun lichaam.
Wat betreft de periode van het plegen van ontucht met [slachtoffer 1] stelt de verdediging zich op het standpunt dat het begin van deze periode begin 2023 dient te zijn. Er is onvoldoende objectief steunbewijs voor de verklaring van [slachtoffer 1] op dit punt en de verdachte ontkent dit ook. Hij verklaart dat de ontucht met [slachtoffer 1] vijf à zes maanden voor zijn aanhouding is begonnen. Wat betreft de kinderpornografische afbeeldingen stelt de verdediging dat dit beperkt dient te blijven tot het bezit daarvan. De verdachte heeft immers verklaard dat hij niet om de naaktfoto’s heeft gevraagd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1.
Bewijsmiddelen
Feiten 1 en 2
De getuigenverklaring van [slachtoffer 2] [2] :
V: Waarover kom jij met ons praten?A: Ik ben twee jaar lang gebruikt door [verdachte] . We waren verliefd op elkaar. Hij gaf mij cadeautjes en ik hem ook. Blijkbaar heeft hij mijn zusje ook twee jaar lang misbruikt en daarbij heeft hij mij gebruikt.V: Je zegt gebruikt en misbruikt? Wat is het verschil?A: Misbruikt is tegen je wil in. Gebruikt niet. Ik heb het niet tegen mijn wil gedaan.V: Waarom is het dan strafbaar? Wat maakt dat het strafbaar is?A: Omdat ik minderjarig ben en hij meerderjarig.
V: Hoe merk je dat dat hij verliefd was?A: Hij zei dingen als; 'Ik ben gek op jouw. Ik ben verliefd op jouw." Dat zei ik dan ook terug tegen hem.V: Weet je nog wanneer jullie verliefd op elkaar werden?A: Nadat we elkaar een half jaar kende. Dat is nu bijna 1,5 jaar geleden.V: Wat doen jullie in die relatie?A: Seks gehad, zoenen, knuffelen en samen op de bank en een dutje doen.V: Je hebt seks gehad? Wat houdt dat in?A: Moet ik in details gaan?V: Ja want ik weet ik niet precies wat jij met seks bedoeld.A: Ontmaagd. Geslachtsgemeenschap.V: Wat is dat dan geslachtsgemeenschap?A: Dan gaat hij erin.V: Waar gaat hij dan in?A: Met zijn penis in mijn vagina en anus. De eerste maand volgens mij niet in mijn anus maar wel vaginaal.V: Wie zijn idee was het om seks te hebben?A: We kwamen allebei een beetje met het idee.V: Leg eens uit?A: Hij stelde voor om seks te hebben en ik ging akkoord.
V:
Hoe vaak was je daar?A: In het begin een of twee keer in de week. De laatste anderhalf jaar, iets vaker in de week.V: Hebben jullie nog op een andere manier contact gehad?A: Gewoon anaal, oraal.
V: Anderhalf jaar geleden was jij?A: 13,5 jaar.V: Dus je was 13 toen je een relatie kreeg met [verdachte] .A: Ja.V: Weet [verdachte] hoe oud jij bent?A: Ja dat weet hij.V: Hoe weet hij dat?A: Hij kende mij al. Ik ben een paar keer jarig geweest daardoor weet hij dat.V: Hebben jullie eerder het leeftijdsverschil besproken?A: Ja we wisten dat het eigenlijk niet kon maar zijn gewoon doorgegaan.V: Wat hebben jullie besproken?A: Dat we eigenlijk moesten stoppen in verband met het leeftijdsverschil en dat ik minderjarig ben. Maar hierna zijn we toch verder gegaan ermee.
De getuigenverklaring van [slachtoffer 1] [3] :
V: Die eerste keer wat is er toen gebeurd aan seksuele handelingen?A: Dat hij aan mijn borsten gezeten heeft. Dat hij mij gevingerd heeft en dat ik hem heb afgetrokken. En dat er daarna seks heeft plaatsgevonden. Die eerste keer heb ik hem alleen niet gepijpt.
V: Vertel eens alles over die laatste keer seks met [verdachte] .A: Ik ging op de bank zitten. Hij kwam naast me zitten en ging aan mijn borsten zitten. Daarna is hij aan mijn vagina gaan zitten. Daarna ben ik aan hem gaan zitten. En toen is het langzaam begonnen tot echte seks.
V: Wanneer was die dag?A: De afgelopen zondag [de rechtbank begrijpt: 28 mei 2023].
Toen hij hem uit mijn vagina haalde heeft hij hem nog even in mijn mond gestopt en daarna is het gestopt. (…) Tijdens het friemelen had ik hem ook even gepijpt.
V: Wat bedoel je met friemelen?A: Dat ik hem aftrek en hij mij vingert.
V: Je had het over echte seks, vertel.A: Dan gaat hij met zijn penis in mijn vagina.
V: Je zegt ongeveer 40 keer seks te hebben gehad. Hoe vaak hadden jullie seks?A: Ik kwam er twee a drie keer per week. Er waren ook wel eens dagen dat ik er de hele dag was als hij vrij had. Dan hadden we twee a drie keer per dag seks.V: Hadden jullie elke keer als je daar was seks met elkaar?A: Ja, iedere keer als ik er was. Er was nooit een dag, dat ik daar was, dat het niet gebeurde.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 19 januari 2023:
Het klopt dat ik de genoemde seksuele handelingen heb verricht met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . De tenlastegelegde periode klopt bij [slachtoffer 2] ook. Deze start op 5 november 2021, omdat ik toen naar mijn nieuwe woning ben verhuisd. De eerste kus met [slachtoffer 2] was niet lang daarna en de eerste keer zeer intiem was eind februari 2022. De periode met [slachtoffer 1] klopt niet. De eerste keer dat zij alleen langskwam was na hun laatste zwemles. Het heeft met haar alleen de laatste vijf of zes maanden gespeeld dat ik vrij was [
de rechtbank: de verdachte is op 30 mei 2023 aangehouden en op 31 mei 2023 in verzekering gesteld].
Feit 3
Het proces-verbaal van bevindingen [4] :
Op 31 mei 2023 werd de telefoon van de verdachte [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1989 in beslag genomen. Met behulp van de daartoe bestemde software werden op deze telefoon afbeeldingen zichtbaar gemaakt.
Afbeelding 1 (nummer- [bestandsnaam 1] ): Op deze afbeelding zijn twee blote billen zichtbaar.
Afbeelding 2 (nummer- [bestandsnaam 2] ): Op deze afbeelding zijn twee blote borsten zichtbaar.
Afbeelding 3 (nummer- [bestandsnaam 3] ): Een bloot bovenlichaam is zichtbaar hierdoor zijn twee blote borsten te waarschijnlijk zijn dit dezelfde borsten als op afbeelding 2. Tevens is de blote buik van deze persoon zichtbaar. Te zien is dat deze persoon een navelpiercing heeft. Rechtsboven de navel is een moedervlekje zichtbaar. Verder is de blote vagina zichtbaar.
Afbeelding 4 (nummer- [bestandsnaam 4] ): Op deze afbeelding is wederom een bloot bovenlichaam zichtbaar hierdoor zijn twee blote borsten te zien. Zeer waarschijnlijk zijn dit dezelfde borsten als op afbeelding 2 en 3. De linkerhand van deze persoon ligt op haar linker heup. Verder is de buik zichtbaar met navelpiercing en rechtsboven de navel een moedervlekje. Op de afbeelding in tevens op de achtergrond een wasmachine/droger zichtbaar.
Afbeelding 5 (nummer- [bestandsnaam 5] ): Op deze afbeelding is wederom een bloot bovenlichaam zichtbaar hierdoor zijn twee blote borsten te zien. Dit zijn dezelfde borsten als op afbeelding 2, 3 en 4. De persoon staat iets gedraaid en heeft haar linkerhand op haar buik links naast haar navel en haar rechterhand op haar buik rechts naast de navel. Verder is de buik zichtbaar met een navelpiercing. Op de achtergrond is een wasmachine/droger zichtbaar.
Afbeelding 6 (nummer- [bestandsnaam 6] ): Op deze afbeelding is wederom het blote bovenlichaam zichtbaar hierdoor zijn de blote borsten in beeld te zien. De persoon duwt met haar beiden handen haar beiden borsten tegen elkaar. Verder is de buik zichtbaar met een navelpiercing en rechtsboven de navel een moedervlekje. Op de achtergrond is een wasmachine /droger zichtbaar.
Afbeelding 7 (nummer- [bestandsnaam 7] ): Het blote bovenlichaam van dezelfde persoon (afbeelding 2 t/m 6) is zichtbaar in beeld. De persoon duwt met haar haar gebogen armen haar blote borsten tegen elkaar. Verder is de buik zichtbaar met een navelpiercing en rechtsboven de navel een moedervlekje. Tevens is het begin van de schaamstreek zichtbaar. Er is geen schaamhaar te zien. Op de afbeelding in tevens op de achtergrond een wasmachine/droger zichtbaar.
Op afbeeldingen 1 t/ m 5 poseert de persoon en op de afbeeldingen 6 en 7 betast ze haar borsten.
De getuigenverklaring van [slachtoffer 2] [5] :
V: Stuurde jullie ook wel eens foto's naar elkaar?A: Nee.
V: Dus als ik het goed begrijp stuurde jij geen foto's naar hem?A
: Ja oké. Ik stuurde wel foto's naar hem omdat hij daarom vroeg. Dat is ongeveer een maand geleden als ik het goed zeg.
V: Wat vroeg hij dan aan jou?A: Of ik een leuke foto kon sturen van mezelf.
V: Een leuke foto?A: Ja een naaktfoto.
V: Je zegt een foto gestuurd was dit één foto of meerdere foto's?A: Meerdere foto's.
V: Stond jij met jouw lichaam, en gezicht op de foto?A
: Ja helemaal maar ik moest de foto's bijwerken. Mijn gezicht eraf doen.
V: Van wie moest je dat?A: Van [verdachte] .
V: Maar hoe wist hij dat je met je gezicht erop stond?A: Ik heb eerst de foto's met mijn gezicht erop naar [verdachte] gestuurd. Hij vroeg toen of ik de foto's wilde bewerken, mijn gezicht eraf wilde doen.
V: Wat is de reden dat hij dit vroeg?A: Hij wilde ze bewaren maar dit heeft hij uiteindelijk niet gedaan voor de veiligheid.
De verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 19 januari 2024:
Het klopt dat deze foto’s op mijn telefoon stonden. Ik heb niet specifiek gevraagd ‘stuur mij naaktfoto’s’. Ik wist wel dat dit verboden kinderpornografische afbeeldingen waren.
3.3.2.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank overweegt als volgt.
Door verdachte is bekend dat hij ontucht heeft gepleegd met de zusjes [familienaam] en dat hij van [slachtoffer 2] (kort) kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad.
De verdachte ontkent dat hij de kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven en heeft verklaard dat de seksuele handelingen met [slachtoffer 1] ‘pas’ vijf à zes maanden voor zijn aanhouding zijn begonnen.
De rechtbank kan niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de ontucht met [slachtoffer 1] ook al eind 2021 is gestart. De verdachte verklaart dat de ontucht met [slachtoffer 1] begin 2023 is gestart en er is geen ander, objectief (steun)bewijs dat de verklaring van [slachtoffer 1] op dit punt bevestigt. De aantal malen seks per week en in totaal die [slachtoffer 1] noemt (twee tot drie keer per week, ongeveer veertig keer in totaal) passen overigens beter in de verklaring van de verdachte dan in de verklaring van [slachtoffer 1] . Om die reden zal de rechtbank de verdachte vrij spreken ten aanzien van een deel van de tenlastegelegde periode.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat de verdachte niet om naaktfoto’s heeft gevraagd en deze aldus niet heeft verworven, omdat uit de verklaring van [slachtoffer 2] blijkt dat de verdachte haar heeft gevraagd de gestuurde naaktfoto’s zo te bewerken dat haar gezicht er niet meer op stond en uit de beschrijving van deze foto’s blijkt inderdaad dat haar gezicht er niet op stond.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande bewezen dat de verdachte in de periode van 1 januari 2023 tot en met 28 mei 2023 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 1] , in de periode van 5 november 2021 tot en met 30 mei 2023 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer 2] en in de periode van 23 mei tot en met 30 mei 2023 kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer 2] heeft verworven en in bezit heeft gehad.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1:
in de periode van 1 januari 2023 tot en met 28 mei 2023 in de gemeente Weert, meermalen, (telkens) met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ;
T.a.v. feit 2:
in de periode van 5 november 2021 tot en met 30 mei 2023, in de gemeente Weert, meermalen, (telkens) met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ;
T.a.v. feit 3:
in de periode van 23 mei 2023 tot en met 30 mei 2023 in de gemeente Weert(telkens) afbeeldingen, te weten foto’s, - van seksuele gedragingen, waarbij [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verworven en in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met handen betasten en aanraken van de eigen borsten door die [slachtoffer 2] , een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeelding 6, zie p. 266 pv en/of afbeelding 7, zie p. 266 en 267 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van die [slachtoffer 2] , een persoon, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 2] poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en
/ofstrekt tot seksuele prikkeling
(afbeelding 1, zie p. 266 pv en/of afbeelding 2, zie p. 266 pv en/of afbeelding 3, zie p. 266 pv en/of afbeelding 4, zie p. 266 pv en/of afbeelding 5, zie p. 266 pv);
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
T.a.v. feit 2:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam
T.a.v. feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De klinisch psycholoog drs. M.J.H. Legra heeft over de geestvermogens van de verdachte op 27 augustus 2023 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies niet tot de conclusie dat bij de verdachte sprake is van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis rekening gehouden met de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de minderjarige meisjes, de impact van het handelen van de verdachte op de slachtoffers en hun omgeving en de (aanvankelijke) proceshouding van de verdachte die de officier van justitie in negatieve zin in de formulering van zijn strafeis meeweegt.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een deels voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd en de hoogte van de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen.
De verdediging voert hiertoe aan dat de proceshouding in positieve zin moet meewegen en rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hoewel de verdachte eerst zwijgt, neemt hij vanaf het derde verhoor zijn volledige verantwoordelijkheid en heeft hij verder aan alles meegewerkt. Daarnaast heeft de verdachte een zware tijd in de gevangenis gehad en hoewel dit ook zo hoort te zijn, is het bij verdachte zwaarder geweest omdat hij met een steekincident te maken heeft gehad. Verdachte begrijpt dat hij behandeling nodig heeft en niet zo maar kan terugkeren in de maatschappij. Hij is dan ook bereid zich aan de geadviseerde voorwaarden te houden. Alleen met het geadviseerde locatieverbod is de verdachte het niet helemaal eens. Hij begrijpt dat hij niet in de straat van de meisjes mag komen maar dat hij helemaal niet meer in Weert zou mogen komen, zou lastig zijn. Hij heeft daar immers ook familie en vrienden wonen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft ontucht gepleegd met de tweelingzusjes [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] . Hij was een vriend van het gezin [familienaam] en heeft volgens eigen zeggen voor de meiden willen zorgen, omdat hij wist dat zij het thuis en in hun verdere privéleven moeilijk hadden. De ontucht met [slachtoffer 2] begon toen zij dertien was en heeft ruim anderhalf jaar geduurd, de ontucht met [slachtoffer 1] begon toen zij veertien was en heeft bijna een half jaar geduurd. De verdachte was ruim twintig jaar ouder en zij noemden elkaar oom en nichtjes. In de laatste maanden heeft hij ontucht gepleegd met beide zusjes en in de laatste week heeft hij naaktfoto’s van [slachtoffer 2] op zijn telefoon gehad.
Door zijn handelen heeft de verdachte op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke en seksuele integriteit van de zusjes en daarmee ook het in hem, als huisvriend, gestelde vertrouwen geschaad. Ook als deze handelingen mogelijk niet tegen de wil van de slachtoffers hebben plaatsgevonden, is de verdachte daarvoor strafbaar. De wetgever heeft er juist voor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen, omdat jongeren zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase bevinden en zij vaak onvoldoende in staat zijn om hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag te overzien. Dit geldt nog meer voor [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , die duidelijk kwetsbaar waren en daarom extra bescherming verdienden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zedendelicten lange tijd op diverse vlakken ernstige gevolgen van het misbruik kunnen ondervinden en dat het misbruik de seksuele ontwikkeling kan verstoren. Dat geldt zeker als – zoals in deze zaak – het misbruik heeft plaatsgevonden door iemand uit de directe omgeving in wie zij juist hun vertrouwen moeten kunnen stellen. Dat de meisjes kwetsbaar waren en dat het handelen van verdachte een grote impact heeft gehad op de persoonlijke levens en toekomst van de zusjes is ook gebleken uit de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaringen.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de ernst van de feiten, niet kan worden volstaan met een andere straf dan een (deels onvoorwaardelijke) gevangenisstraf. Bovendien dient van de straf een afschrikwekkende, preventieve werking uit te gaan om de verdachte, maar ook anderen, ervan te weerhouden dit soort feiten te plegen. In de formulering van de straf neemt de rechtbank, in strafverzwarende zin mee, dat verdachte een huisvriend van de slachtoffers was en dat hij deels gelijktijdig met de zusjes ontuchtige handelingen heeft gepleegd.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte weegt de rechtbank in haar oordeel mee dat hij niet eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de omtrent de verdachte opgemaakte Pro Justitia Rapportage van 27 augustus 2023 en het over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport van 9 januari 2024. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten om af te wijken van de door de psycholoog gestelde conclusie en zal deze conclusie dan ook overnemen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de bewezen verklaarde feiten de verdachte volledig kunnen worden toegerekend.
De reclassering schat het risico op recidive in als matig-laag en adviseert interventies in te zetten. De verdachte zal naar inschatting van de reclassering hulp nodig hebben bij het op orde krijgen van zijn leven na detentie. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, diagnostiek en ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een locatieverbod (zonder elektronische monitoring), dagbesteding, geen andere huisvesting zonder toestemming en het vermijden van kinderporno.
Alles overwegende zal de rechtbank aan de verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank straft lager dan de officier van justitie eist, omdat zij van ruim een jaar ontucht gepleegd met [slachtoffer 1] vrijspreekt. De rechtbank kan bovendien niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de seksuele handelingen onder dwang hebben plaatsgevonden. Weliswaar doet dat aan de strafbaarheid niet af, maar het is naar het oordeel van de rechtbank wel een factor die van invloed is op de straftoemeting.
Gelet op het advies van de reclassering acht de rechtbank het van belang dat de verdachte passende begeleiding en behandeling krijgt en zal zij aan het voorwaardelijk deel de bijzondere voorwaarden verbinden, zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd. Het locatieverbod zal gelden voor de hele gemeente Weert, omdat de bescherming van de slachtoffers zwaarder weegt dan de wens van de verdachte om familie of vrienden bij hen thuis te bezoeken. De rechtbank is van oordeel dat een verhuisverbod een zodanig in het leven van de verdachte ingrijpende maatregel is, dat die voorwaarde te beperkend is en de rechtbank zal daarom die voorwaarde wijzigen in die zin dat de veroordeelde iedere adreswijziging terstond aan de reclassering zal melden.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] vordert ter zake van feit 1 een schadevergoeding van € 17.543,56. De materiële schade bestaat uit de post ‘reiskosten’ ter hoogte van € 43,56 en als immateriële schade vordert zij een vergoeding van € 17.500,00.
[slachtoffer 2] vordert ter zake van feiten 2 en 3 een schadevergoeding van € 20.222,13. De materiële schade bestaat uit de posten ‘medische kosten’, ‘materiële kosten’ en ‘reiskosten’. Als immateriële schade vordert zij een vergoeding van € 20.000,00.
Voor beide benadeelde partijen wordt daarnaast over het gevorderde bedrag ook de wettelijke rente en het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd. Namens [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is daarnaast verzocht dat wordt bepaald dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partijen te openen spaarrekening met een BEM-clausule.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de vorderingen van de benadeelde partijen geheel toewijsbaar, inclusief de wettelijke rente, de schadevergoedingsmaatregel en de BEM-clausule.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich voor wat betreft de reiskosten gemaakt door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging verzoekt de rechtbank het overige door [slachtoffer 2] gevorderde bedrag betreffende de spullen en medische kosten af te wijzen. Wat betreft de immateriële schade verzoekt zij het door beiden gevorderde bedrag lager vast te stellen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat door de zusjes [familienaam] schade is geleden en dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van het bewezenverklaarde.
[slachtoffer 1]
De rechtbank acht het door [slachtoffer 1] gevorderde en niet betwiste bedrag van
€ 45,56 aan materiële schade toewijsbaar.
Voor het nadeel dat niet uit vermogensschade bestaat, heeft [slachtoffer 1] recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding omdat zij in haar persoon is aangetast. De aard en de ernst van de normschending brengen mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor haar zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank stelt met inachtneming van alle omstandigheden van het geval de door [slachtoffer 1] geleden immateriële schade naar billijkheid vast op € 7.500,-. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
[slachtoffer 2]
De rechtbank acht het door [slachtoffer 2] gevorderde bedrag van € 222,13 aan materiële schade gedeeltelijk toewijsbaar. Zij zal toewijzen een bedrag van € 22,13. De overige € 200,- als vergoeding voor de spullen die in de woning van de verdachte zijn achtergebleven, zal de rechtbank afwijzen. Deze schade is naar het oordeel van de rechtbank niet veroorzaakt door de ontucht.
Voor het nadeel dat niet uit vermogensschade bestaat, geldt ook voor [slachtoffer 2] dat zij recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding omdat kan worden aangenomen zij in haar persoon is aangetast. De rechtbank stelt met inachtneming van alle omstandigheden van het geval de door [slachtoffer 2] geleden immateriële schade naar billijkheid vast op € 12.500,-, omdat de rechtbank bij haar ruim een jaar langer ontucht bewezen acht en van haar ook naaktfoto’s op de telefoon van de verdachte stonden. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade voor het overige niet-ontvankelijk verklaren. De vordering kan voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Wettelijke rente en schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling van de wettelijke rente over de toegewezen bedragen, te rekenen vanaf 28 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal hiervoor tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen..
BEM-rekening
De rechtbank zal bepalen dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) en [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) te openen rekening met een zogenoemde BEM-clausule. Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarigen. De minderjarigen en hun wettelijke vertegenwoordigers kunnen aldus slechts met toestemming van de kantonrechter over het vermogen van ieder van de minderjarige beschikken tot zij achttien jaar is.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 240b, 245 Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten opleveren zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren;
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van een proeftijd van 3 jaren zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
  • stelt de volgende bijzondere voorwaarden, waaraan de veroordeelde gedurende de proeftijd heeft te voldoen:
Meldplicht bij de reclassering
a. de veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd telefonisch bij Reclassering Nederland in de regio van uitstroom. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodigt vindt;
Ambulante behandeling
de veroordeelde laat zich behandelen door De Woenselse Poort of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
de veroordeelde verblijft bij De Woenselse Poort of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
Locatieverbod (zonder elektronische monitoring)
de veroordeelde bevindt zich niet in de gemeente Weert, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
Dagbesteding
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald of onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen aan delictgedrag;
Melden andere huisvesting
de veroordeelde meldt een adreswijziging terstond aan de reclassering;
Vermijden kinderporno
de veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
 het seksueel getint communiceren met minderjarigen
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen
 het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
  • geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] , ten aanzien van feit 1 gedeeltelijk toe;
  • veroordeelt de verdachte tot betaling, aan benadeelde partij [slachtoffer 1] , van een bedrag van € 7.543,56, bestaande uit € 43,56 materiële schade en € 7.500,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van € 7.543,56, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 28 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, subsidiair 72 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeven van [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) te openen rekening met een BEM-clausule;
[slachtoffer 2]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] , ten aanzien van feiten 2 en 3 gedeeltelijk toe;
  • veroordeelt de verdachte tot betaling, aan benadeelde partij [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 12.522,13, bestaande uit € 22,13 materiële schade en € 12.500,00 immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • wijst de vordering voor zover deze ziet op ‘materiële kosten’, € 200,00 af;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 12.522,13, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag te rekenen vanaf 28 mei 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, subsidiair 97 dagen gijzeling. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • verdachte is van schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeven van [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) te openen rekening met een BEM-clausule.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.E.G. Peters, voorzitter, mr. L. Bastiaans en mr. N.P.J. van de Pasch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M.N.F. Roelofs, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 2 februari 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
Hij in of omstreeks de periode van 5 november 2021 tot en met 28 mei 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit, of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ;
T.a.v. feit 2:
Hij in of omstreeks de periode van 5 november 2021 tot en met 30 mei 2023, in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit, of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ;
T.a.v. feit 3:
Hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 mei 2023 tot en met 30 mei 2023 in de gemeente Weert, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto's - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Samsung SM-A528B) - van seksuele gedragingen, waarbij [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2008), althans een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met (een) vinger(s)/hand(en) betasten en/of aanraken van de eigen borsten door die [slachtoffer 2] , althans door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 6, zie p. 266 pv en/of afbeelding 7, zie p. 266 en 267 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 2] , althans een persoon, die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 2] , althans deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past/passen en/of waarbij die [slachtoffer 2] , althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer 2] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] , althans deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 1, zie p. 266 pv en/of afbeelding 2, zie p. 266 pv en/of afbeelding 3, zie p. 266 pv en/of afbeelding 4, zie p. 266 pv en/of afbeelding 5, zie p. 266 pv);

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, afdeling Zeden, proces-verbaalnummer 2023101256, gesloten d.d. 24 oktober 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 370 (bestaande uit deel 1, pagina 1 tot en met 224 en deel 2, pagina 225 tot en met 370).
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 5 juni 2023, pg. 154-163.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] d.d. 31 mei 2023, pg. 142-152.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juni 2023, pg. 266-267.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] d.d. 5 juni 2023, pg. 158 en 162.