Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het vonnis in incident van 8 maart 2023,
- de conclusie van antwoord 19 april 2023 zijdens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] , met producties 1 tot en met 3,
- de aanvullende productie 9 zijdens [eiser] ,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 8 november 2023.
2.De relevante feiten
Artikel 4 Crediteuren van de CV
De crediteuren worden als volgt toebedeeld.
(…) Partijen zullen zorg dragen dat de openstaande bedragen van de aan hen toegewezen crediteuren volledig worden voldaan. Partijen verlenen elkaar over en weer een algehele vrijwaring voor eventuele aanspraken van crediteuren die aan de andere Partij zijn toegewezen. (…).” [3]
Vennoten sub 2 en sub 3 [4] zijn hoofdelijk verbonden voor de verplichtingen jegens Vennoot sub 1. (…)”
Specificatie vordering debiteur:
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 589,00 zal worden afgewezen, nu deze vordering geen steun vindt in het recht. Daarover is immers al beslist bij vonnis in het incident van 8 maart 2023.