In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, wordt een beslissing genomen over de kosten van een voorlopig deskundigenbericht in een civiele procedure. De zaak betreft een verzoekster die met een toevoeging procedeert en die op 2 februari 2024 een deskundigenrapport heeft ontvangen van professor C. van Weel, benoemd tot deskundige in de beschikking van 21 juni 2023. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 6.400,00, maar de verzoekster heeft deze kosten niet kunnen voldoen vanwege haar overlijden op 2 april 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks het overlijden van verzoekster en de verwerping van de nalatenschap door haar erfgenamen, de vraag moet worden beantwoord wie de kosten van het deskundigenonderzoek moet dragen.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster, als de in het ongelijk gestelde partij, in principe verantwoordelijk zou zijn voor de kosten. Echter, gezien de omstandigheden van het overlijden en de verwerping van de nalatenschap, heeft de rechtbank besloten dat de kosten van het deskundigenonderzoek uit 's Rijks kas zullen worden betaald. Dit houdt in dat de kosten van het onderzoek, die al aan de deskundige zijn voldaan, voor rekening van de Staat komen. Daarnaast worden de proceskosten van de verweerster, begroot op € 542,00, eveneens ten laste van de Staat gebracht. De beschikking is gegeven op 29 mei 2024 en openbaar uitgesproken door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths - van Meerwijk.