Uitspraak
[handelsnaam],
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- vervallen wettelijke handelsrente tot 24 april 2024
€
3.610,50
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die werd behandeld door de Kantonrechter in Maastricht, vorderde de besloten vennootschap Vent Trade International B.V. (hierna: Vent B.V.) betaling van een bedrag van € 15.154,21 van de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. Vent B.V. had in opdracht van de gedaagde goederen geleverd, maar de gedaagde was in gebreke gebleven met de betaling van een totaalbedrag van € 22.048,23. Vent B.V. vorderde daarnaast wettelijke handelsrente en vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkende de vordering en gaf aan dat hij al een deel van het bedrag had betaald, maar dat er nog een restant van € 6.000,00 openstond.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Vent B.V. ten aanzien van de hoofdsom niet werd betwist en kwam tot de conclusie dat deze voor toewijzing in aanmerking kwam. Ook de gevorderde wettelijke handelsrente werd toegewezen, aangezien de gedaagde hiertegen geen zelfstandig verweer had gevoerd. Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten, oordeelde de kantonrechter dat Vent B.V. recht had op een vergoeding, maar matigde het gevorderde bedrag op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 15.154,21, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en werd hij ook in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 10 juli 2024 door mr. E.V.L. Heuts.