In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in het verzoek tot homologatie van een akkoord door MVV Maastricht B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster, die actief is in het betaald voetbal, aanzienlijke financiële problemen heeft ondervonden als gevolg van de COVID-19 crisis. Dit leidde tot een verzoek om een onderhands akkoord aan te bieden aan haar schuldeisers. De rechtbank heeft de procedure gevolgd zoals voorgeschreven in de Faillissementswet (Fw), waarbij de verzoekster op 3 juni 2024 een akkoord heeft aangeboden en de stemgerechtigden in verschillende klassen heeft ingedeeld. De stemming vond plaats tot en met 12 juni 2024, waarbij de meerderheid van de schuldeisers positief heeft gestemd over het ontwerpakkoord. De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of aan de wettelijke vereisten voor homologatie was voldaan. Na het onderzoeken van de ingediende stukken en de toelichting tijdens de zitting, concludeerde de rechtbank dat er geen afwijzingsgronden van toepassing waren. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot homologatie toegewezen en het akkoord goedgekeurd.