ECLI:NL:RBLIM:2024:3880

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
03/120699-22
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensenhandel met seksuele uitbuiting en verkrachting

Op 28 juni 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het medeplegen van mensenhandel en verkrachting. De verdachte, geboren in 1995 op de Nederlandse Antillen, werd bijgestaan door advocaat mr. A.W. Syrier. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 en 28 mei 2024, waarbij de verdachte en zijn raadsman aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met anderen [slachtoffer] seksueel heeft uitgebuit en haar meermalen heeft verkracht. De rechtbank heeft de verklaringen van [slachtoffer] als uitgangspunt genomen, waarbij zij consistent en gedetailleerd waren, en ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] in de periode van 6 juni tot en met 15 juni 2021. De verdachte werd vrijgesproken van de verkrachting, omdat de verklaring van [slachtoffer] niet door ander bewijs werd ondersteund. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 336 dagen, met aftrek van voorarrest, en kende een schadevergoeding van €1.000,- toe aan de benadeelde partij, [slachtoffer].

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/120699-22
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Nederlandse Antillen) op [geboortedag] 1995,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.W. Syrier, advocaat kantoorhoudende te Utrecht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 27 en 28 mei 2024. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen op 27 mei 2024. Op 28 mei 2024 is alleen de raadsman verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is vervolgens gesloten op 21 juni 2024.
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens de benadeelde partij is op de zitting gehoord mr. R. Odink, advocaat kantoorhoudende te Maastricht. De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de volgende medeverdachten:
  • [medeverdachte 1] , met parketnummer 03/085368-22 (hierna: [medeverdachte 1] );
  • [medeverdachte 2] , met parketnummer 03/085390-22 (hierna: [medeverdachte 2] );
  • [medeverdachte 3] , met parketnummer 03/120694-22 (hierna: [medeverdachte 3] );
  • [medeverdachte 4] , met parketnummer 03/127480-22 (hierna: [medeverdachte 4] ).

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:samen met een of meer anderen [slachtoffer] seksueel heeft uitgebuit (mensenhandel);
Feit 2:[slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) meermalen heeft verkracht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
Ten aanzien van feit 1 heeft de officier van justitie betoogd dat de bewezenverklaarde periode dient te luiden: ‘van 6 juni tot en met 15 juni 2021’. De officier van justitie heeft gewezen op de belastende verklaringen van [slachtoffer] , die worden gesteund door diverse opsporingsresultaten. De officier van justitie wijst in dit verband meer in het bijzonder op het feit dat de invrijheidstelling van de verdachte op 6 juni 2021 en de voortdurende detentie van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ overeenkomen met de door [slachtoffer] geschetste tijdspanne, inhoudende dat de verdachte de uitbuiting tijdens de detentie van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ heeft overgenomen. Voorts wijst de officier van justitie op de onderzoeksresultaten aan de telefoon van de verdachte, ofwel ‘ [bijnaam verdachte] ’, waaruit contacten volgen met de gebruiker van het telefoonnummer van ‘ [bijnaam medeverdachte 3] ’, ofwel medeverdachte [medeverdachte 3] , en ‘ [naam 2] ’. Ten slotte wordt de verklaring van [slachtoffer] ondersteund door de getuigenverklaring van [naam 1] .
Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie gewezen op de betrouwbare verklaringen van [slachtoffer] , die op verschillende onderdelen konden worden getoetst en ook worden gesteund door diverse opsporingsresultaten. Uit deze verklaringen volgt dat binnen de werkwijze van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ de verkrachting van [slachtoffer] als normaal werd gezien. De verdachte heeft deze werkwijze overgenomen, inclusief de verkrachting van [slachtoffer] . Tegenover de verklaringen van [slachtoffer] staan de niet consistente verklaringen van de verdachte. Ten slotte wijst de officier van justitie op de verklaring van [slachtoffer] inzake het dreigen met vuurwapens door de verdachte, terwijl op de telefoon van de verdachte foto’s van wapens zijn aangetroffen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman primair aangevoerd dat het enige steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer] voor de betrokkenheid van de verdachte zou kunnen volgen uit berichten op de telefoon, die wordt toegeschreven aan de verdachte. Deze berichten ondersteunen echter de verklaring van de verdachte dat hij min of meer direct na zijn invrijheidstelling op 6 juni 2021 is vertrokken naar Rotterdam. Niet is gebleken dat de verdachte vanaf 6 juni 2021 over de telefoon van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ heeft beschikt. Evenmin kan uit de berichten tussen de verdachte en [slachtoffer] objectief volgen dat hij de dirigent van de uitbuiting zou zijn geweest.
Voor de gedachtestreepjes 1, 2, 4 tot en met 14 in de tenlastelegging is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs, omdat steunbewijs voor de verklaringen van [slachtoffer] ontbreekt en op een aantal punten de verklaringen van [slachtoffer] onvoldoende grondslag vormen. Ter zake gedachtestreepje 3 geldt dat uit de whatsapp-gesprekken niet blijkt dat de verdachte afspraken voor [slachtoffer] heeft gemaakt of klanten voor haar heeft geregeld. Ten slotte zijn er volgens de raadsman geen gedragingen geweest als bedoeld in sub 1, sub 4 en sub 6 van artikel 273f lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Voor zover er al sprake is van gedragingen als bedoeld in sub 9 van artikel 273f lid 1 Sr ontbreekt het bewijs voor het gebruik van dwangmiddelen.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken voor de periode ná 14 juni 2021, omdat uit het dossier geen enkel aanknopingspunt volgt voor betrokkenheid van de verdachte na die datum.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte ontkent dat hij [slachtoffer] zou hebben verkracht. De raadsman acht de verklaringen van [slachtoffer] inzake de verkrachting onvoldoende betrouwbaar. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende steunbewijs bestaat voor deze verklaringen. Het bewijsminimum van artikel 342 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) wordt derhalve niet gehaald. Van schakelbewijs is evenmin sprake.
Geheel subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat hij, indien de rechtbank aanneemt dat er voldoende steunbewijs is voor feit 1 en/of feit 2, dat hij persisteert bij zijn verzoek om [slachtoffer] nogmaals als getuige te ondervragen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1
Feit 1: mensenhandel [slachtoffer]
Betrouwbaarheid
De rechtbank stelt voorop dat zij de verklaringen van [slachtoffer] als uitgangspunt neemt voor zover haar verklaringen steun vinden in het dossier. [slachtoffer] heeft ten overstaan van de politie meerdere verklaringen afgelegd. Zij heeft uitvoerig en gedetailleerd verklaard. Haar verklaringen zijn in grote lijnen en op essentiële onderdelen consistent. Daar waar er in en tussen de verklaringen van [slachtoffer] inconsistenties zijn, gaat het om ondergeschikte punten. Bovendien vinden haar verklaringen al dan niet gedeeltelijk steun in andere bewijsmiddelen, zoals hieronder weergegeven. Deze inconsistenties doen dan ook geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen.
De rechtbank wijst het voorwaardelijke verzoek van de raadsman om [slachtoffer] nogmaals als getuige te horen, af. Vanwege haar kwetsbaarheid heeft de rechter-commissaris destijds besloten haar niet rechtstreeks door de verdediging te laten ondervragen, maar via een zogenaamd studioverhoor. De raadsman heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid schriftelijk vragen in te dienen die in de studio aan de getuige zijn gesteld. Tijdens het studioverhoor, is hem nog tweemaal de gelegenheid geboden aanvullende vragen te stellen. De rechtbank is van oordeel dat, de belangen in ogenschouw nemend, de verdediging op die manier een behoorlijke en effectieve ondervragingsmogelijkheid heeft gehad.
3.3.1.1
Bewijsmiddelen [1]
[slachtoffer]is meerdere malen gehoord. Op 22 september 2021 heeft er een eerste informatief gesprek mensenhandel plaatsgevonden met [slachtoffer] . Verbalisanten hebben daarover – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [2]
Vorig jaar 2020 heeft [slachtoffer] een telefoontje ontvangen van [medeverdachte 4] die aangaf dat [slachtoffer] makkelijk geld kon verdienen zonder iets te doen. [slachtoffer] gaf aan dat ze interesse had, maar dat ze niks met seks of diefstal zou doen. Vervolgens heeft ze een dag vastgezeten bij [naam 3] . [medeverdachte 2] kwam de kamer in en wilde van alles met haar doen. [bijnaam medeverdachte 1] was er ook en kwam aan met drugs. Vervolgens werd [slachtoffer] terug naar huis gebracht ( [straatnaam] te Roermond). [medeverdachte 2] kwam mee en bleef een week. [slachtoffer] mocht niet alleen weg. [slachtoffer] moest thuis klanten ontvangen en moest het geld afstaan aan [bijnaam medeverdachte 1] .
[slachtoffer] werd gewoon om 5.00 uur wakker gemaakt als er een klant wilde komen. Er werd haar dan drugs onder de neus gehouden en ze moest dan die klant ontvangen.
Op een bepaald moment had de politie door dat hetgeen er allemaal plaatsvond niet oké was. [slachtoffer] werd toen verplaatst naar de [adres 2]
(de rechtbank begrijpt: de [adres 3] ), het adres van [naam 1] .
In 2021 is [slachtoffer] ook nog terug geweest bij [bijnaam medeverdachte 1] . Ze was toen onder invloed van drugs en hapte toe. Ze trapte op dat moment in zijn lieve woordjes. Ze heeft toen onder andere bij [naam 4] ' verbleven en heeft daar klanten moeten ontvangen. Ze heeft ook nog op de [adres 4] en de [adres 3] klanten ontvangen. Al haar verdiende geld ging naar [bijnaam medeverdachte 1] . [bijnaam medeverdachte 1] is op een gegeven moment opgepakt en zat vast.
[bijnaam medeverdachte 1] regelde alles, onder andere de klanten en maakte de advertenties aan. Dit deed hij met zijn telefoon. Er werden onder andere advertenties geplaatst op [website 1] en [website 2] . Bedragen die werden betaald waren 15 minuten voor € 50,00 euro, 30 minuten voor € 80,- en 60 minuten voor € 150,-. Ook deed [slachtoffer] escort. Ze werd dan met de taxi naar een klant gebracht.
[slachtoffer] had vaker tegen [bijnaam medeverdachte 1] gezegd dat ze geen seks met de klanten wilde en dat ze er geld voor wilde ontvangen, maar ze gaf aan dat je [bijnaam medeverdachte 1] niet kwaad wilde hebben. [bijnaam medeverdachte 1] is een forse jongen. [slachtoffer] is bang voor [bijnaam medeverdachte 1] . Hij had haar wel eens tegen de muur gegooid en haar telefoon kapot gegooid. [bijnaam medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hielden haar ook eens vast en [bijnaam medeverdachte 1] zei toen: 'Je bent van mij en je doet wat ik zeg, anders gebeurt er iets'.
Verder heeft [slachtoffer] onder meer verklaringen afgelegd tijdens:
- de aangifte op 16 november 2021; [3]
- het verhoor van aangeefster op 1 december 2021; [4]
- het verhoor van aangeefster op 7 december 2021; [5]
- het verhoor van aangeefster op 8 december 2021; [6]
- het verhoor van aangeefster op 22 december 2021; [7]
- het verhoor van aangeefster op 15 maart 2022. [8]
De rechtbank geeft hierna diverse onderdelen uit deze verklaringen zakelijk weer. Om dit leesbaar en begrijpelijk te maken, zal de rechtbank de relevante gebeurtenissen chronologisch presenteren. De rechtbank put dus afwisselend uit de verschillende verklaringen en vermeldt daarbij telkens de paginanummers van het procesdossier waar de betreffende passage staat gerelateerd:
We gingen naar [naam 3] thuis in de stad. Ik heb toen eerst een hele nacht bij [naam 3] thuis gezeten. Ik moest op [bijnaam medeverdachte 1] wachten. Er is toen drugs gebruikt, en niet zo’n beetje. Het werd niet gebruikt, maar gevoerd kun je wel zeggen. Pas in de avond ben ik vanuit [naam 3] naar de [straatnaam] gelopen met [medeverdachte 2] . (p. 81)
[medeverdachte 2] is een lange donkere jongen, heeft grote ogen, een brede neus en een lang en kaal hoofd. Hij heeft een [medeverdachte 2] op zijn borst. [medeverdachte 2] is zijn bijnaam. Hij heet [medeverdachte 2] . [bijnaam medeverdachte 1] is dik en donker. [bijnaam medeverdachte 1] is [medeverdachte 1] . [bijnaam medeverdachte 1] was zijn bijnaam. (p. 89)
[bijnaam medeverdachte 1] kwam met crack. Ik werd die dag vastgehouden omdat ik niet weg mocht. Ik moest wachten op [bijnaam medeverdachte 1] . [bijnaam medeverdachte 1] was weggegaan en [medeverdachte 2] bleef bij mij. [bijnaam medeverdachte 1] kwam ’s avonds laat pas weer thuis. Ik mocht niks meer met [medeverdachte 2] doen want ik was van [bijnaam medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zei weer dat ik niks met [bijnaam medeverdachte 1] mocht doen omdat ik van hem was. Het enige wat ik kon denken was: “ik moet weg hier”. Het was vooral wat ze zeiden en deden waardoor ik niet weg kon. Ik heb uiteindelijk gezegd dat ik naar mijn dochter moest. Dit was een smoes om weg te komen. [medeverdachte 2] ging toen met me mee, want ik mocht niet alleen naar huis. Ik mocht niks met anderen doen van [bijnaam medeverdachte 1] . Dit zei [bijnaam medeverdachte 1] . (p. 90)
Ik werd naar huis gebracht door [medeverdachte 2] . Mijn woning is aan de [straatnaam] [nummer 1] te Roermond. [bijnaam medeverdachte 1] ging naar zijn eigen huis. Ik zou het adres aan [bijnaam medeverdachte 1] doorgeven via WhatsApp. [bijnaam medeverdachte 1] zou dan coke komen brengen. [medeverdachte 2] bleef bij mij omdat ik van hem was. Ik mocht niet alleen weg, omdat ik voor [medeverdachte 2] moest werken. Hij had een site aangemaakt. Het was sekswerk, met anderen naar bed gaan. Ik weet niet meer op welke site [medeverdachte 2] een advertentie heeft geplaatst. Hij regelde alles. Als de klant binnen was, rekende ik eerst af en gaf het geld dan aan [medeverdachte 2] . Dat moest ik zo doen. De foto's die zijn gebruikt, heeft hij gemaakt met zijn telefoon. Ik stond in een string en BH op de foto's. U vraagt mij waarom ik niet wegging. Ik was bang voor [medeverdachte 2] . Hij schreeuwde hard en bedreigde iedereen. (p. 91)
Voor de seksuele handelingen die ik moest verrichten, werd 150 euro gevraagd voor een half uurtje. De seksuele handelingen bestonden uit neuken en pijpen. [medeverdachte 2] appte en maakte de afspraken met de klanten. Hij zei het dan als een klant kwam en dan ging ik de kamer op. Ik nam het geld in ontvangst en gaf het aan [medeverdachte 2] . In de week dat [medeverdachte 2] alleen bij mij was, heb ik niet echt veel klanten gehad. Ik denk twee klanten per dag. Bij [bijnaam medeverdachte 1] waren het er veel meer per dag. Ik werkte iedere dag. Het geld gaf ik allemaal aan [medeverdachte 2] . Ik heb die week geen geld en eten gekregen, alleen coke. Die week zijn alleen [medeverdachte 2] en [naam 5] bij mij thuis geweest. [naam 5] is mijn buurjongen. Op een gegeven moment deed ik alsof ik contact had met mijn moeder. Ik deed alsof ik naar een stervende tante ging. Ik ben toen weg kunnen gaan. [medeverdachte 2] bleef in mijn keuken wachten, maar is op een gegeven moment weggegaan. Ik heb [naam 5] toen gebeld of [medeverdachte 2] weg was. Toen dat zo was, ben ik teruggegaan. (p. 92, 93)
U houdt mij voor dat op een bepaald moment [bijnaam medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] voor de deur staan. U vraagt mij hoe dat is gegaan. Ze kwamen binnen via [naam 5] . Toen ze er waren, gingen ze niet meer weg. Ze settelden zich en woonden dus gewoon bij mij. Al het geld dat ik maakte, ging naar [bijnaam medeverdachte 1] en hij kocht coke ervoor. [bijnaam medeverdachte 1] maakte de afspraken met de klanten. Dat heb ik zelf gezien. [bijnaam medeverdachte 1] maakte ook de advertenties. Dit was op [website 1] . [bijnaam medeverdachte 1] maakte de foto's met een iPhone. Dit was de werktelefoon. [bijnaam medeverdachte 1] gebruikte de werktelefoon en soms moest ik hem pakken en beantwoorden. Ik mocht niks verwijderen van [bijnaam medeverdachte 1] . Als ik de telefoon beantwoordde, zat [bijnaam medeverdachte 1] ook altijd naast mij. (p. 93)
Ergens rond 18 december 2020 begint het met [bijnaam medeverdachte 1] en dat hij dus bij mij woonde. U vraagt mij wat er in de advertenties stond met betrekking tot de seksuele handelingen. [bijnaam medeverdachte 1] zette er van alles bij, ik weet niet wat allemaal. Ook dingen die ik niet wilde. Ik wilde bijvoorbeeld niet anaal. Als dan een klant kwam die iets wilde wat ik niet wilde dan deed ik dat gewoon niet. U vraagt mij of ik dan mocht weigeren. Tegen een klant wel, dat deed ik gewoon. Daar was [bijnaam medeverdachte 1] niet bij. Maar bij het afspreken niet, want daar zat [bijnaam medeverdachte 1] bij. [bijnaam medeverdachte 1] sliep bij mij. Ik was van hem. [bijnaam medeverdachte 1] regelde alles, de condooms, de lingerie, echt alles. (p. 94)
De klanten ontving ik op mijn slaapkamer. [medeverdachte 2] en [bijnaam medeverdachte 1] zaten dan op de kleine kamer en hielden alles in de gaten. Ik moest eerst het geld van de klant pakken en dan ging ik naar hen toe en gaf het geld dan aan [bijnaam medeverdachte 1] . Er kwamen gemiddeld zes klanten per dag. (p. 93) Als een klant wilde komen, werd ik gewoon wakker gemaakt door [bijnaam medeverdachte 1] . U houdt mij voor dat er dan drugs onder mijn neus werd gehouden en ik vervolgens die klant moest ontvangen. Het was niet door de neus, maar door de mond. Het was crack. (p. 95, 96) U houdt mij voor dat ik in mijn eerste verklaring heb gezegd dat mij drugs gevoerd werden en dat ik dat niet kon weigeren. U vraagt mij wie mij deze drugs voerden. [bijnaam medeverdachte 1] , of ja [medeverdachte 1] . U vraagt mij waarom ik dat niet kon weigeren. Sowieso in de nacht niet. Ik moest wakker worden, omdat ik moest werken. Hij maakte me om 4 uur in de nacht wakker omdat er een klant kwam. Hij had alles dan al geregeld omdat de klant onderweg was. De drugs waren dan een oppepper. Het was crack. [bijnaam medeverdachte 1] had deze drugs meegenomen. Dat kocht hij met geld dat ik had verdiend. De drugs kwamen altijd van [bijnaam medeverdachte 1] af. Dat was toen op de [straatnaam] . (p. 188) U vraagt mij hoe [bijnaam medeverdachte 1] aan drugs kwam. Onder andere via [bijnaam medeverdachte 1] vanuit Rotterdam. Soms bracht zijn broer die ook mee als hij voor [bijnaam medeverdachte 1] moest rijden. (p. 96)
In het begin werden de klanten alleen bij mij thuis ontvangen. Later kocht [bijnaam medeverdachte 1] een auto en gaf deze aan mijn broer, zodat mijn broer kon rijden. Toen ben ik dus ook escort gaan doen. Dit was rond december 2020. (p. 94) Ik ben nooit alleen escort gaan doen, nooit. Ik was nooit alleen. [bijnaam medeverdachte 1] was altijd bij me en als [bijnaam medeverdachte 1] wegging dan was [medeverdachte 2] er. (p. 193)
[medeverdachte 2] is heel erg agressief. Hij is dominant. Alles moet gaan zoals hij het wil. Ik wist hoe zij allemaal deden dus ik keek wel uit. [medeverdachte 2] liep altijd met een mes of een schroevendraaier op zak. [medeverdachte 2] was altijd agressief. (p. 192) Hij heeft mij ook wel eens heel hard vastgepakt bij de schouders en me toen vastgehouden. Ook commandeerde hij veel. Hij commandeerde iedereen. (p. 92) [medeverdachte 2] heeft alleen geweld gebruikt die dag dat ik weg wilde lopen. Hij greep me vast om mijn keel. Dit moest hij doen van [bijnaam medeverdachte 1] . [bijnaam medeverdachte 1] was erbij. Ik wilde uit huis gaan omdat ik drugs wilde hebben. Ik kreeg dit niet van [bijnaam medeverdachte 1] en toen sloot hij mij op. Dit was op de [straatnaam] . Ik wilde weggaan en toen pakte [medeverdachte 2] mij hard bij mijn bovenarm. Dit was hardhandig. (p. 189) Ik liet mij toen door mijn knieën zakken. Ik ben later naar de andere kamer gerend en toen rende [bijnaam medeverdachte 1] achter mij aan. Hij gooide toen zijn telefoon naar mij toe. Daarna kwam [bijnaam medeverdachte 1] weer naar me toe. Hij begon me te wrijven en zei dan woorden als: “Je bent van mij”. [bijnaam medeverdachte 1] bleef toen maar zeggen dat ik van hem was. Dat zei hij altijd tegen mij. (p. 188 en 192). U vraagt mij of ik daar blauwe plekken van had. Ja, van [bijnaam medeverdachte 1] toen ja. Hiermee bedoel ik dat verhaal van net dat hij mij wreef. Hij kroop toen bovenop me, pakte me vast, kneep mij in mijn armen en herhaalde steeds dat ik van hem was. (p. 189)
U vraagt mij hoe lang ik voor [bijnaam medeverdachte 1] heb gewerkt. Eerst tot vorig jaar 31 december 2020. Later heb ik weer voor hem moeten werken (pag. 93).
U houdt mij voor dat ik in 2021 onder invloed was van drugs en dat ik toen weer teruggekomen ben bij [bijnaam medeverdachte 1] . Hij zocht weer contact met mij via Messenger. Weer van die lieve woordjes. Ik ben toen naar hem toegegaan op de [adres 4] . Dit was begin mei 2021. Ik heb me weer mee laten slepen door de drugs. Hij deed weer helemaal verliefd en ik trapte er weer in. (p. 123). Ik trapte in de woordjes dat hij nog van mij houdt. (p. 124). Tegelijkertijd had ik toch ook weer die angst voor hem
(p. 123). Hij had weer drugs. De volgende dag ging het fout en ben ik niet meer weggegaan. Met dat het fout ging bedoel ik dat ik weer moest gaan werken voor [bijnaam medeverdachte 1] . Ik moest voor hem gaan werken vanuit de [adres 4] [nummer 2] . De kamer met het raam op de [adres 3] was mijn werkkamer. (p. 124) [bijnaam medeverdachte 1] regelde de klanten weer. Hij gaf aan als er een klant was en dan moest ik me klaarmaken. U vraagt mij hoeveel klanten ik had per dag. De advertentie werd elke keer omhoog geplaatst dus best veel. Het waren er vijf per dag of meer, zeven dagen per week. Als een klant een afspraak wilde, dan regelde [bijnaam medeverdachte 1] dat. Hij maakte mij gewoon wakker als er een klant kwam. Dus ook ’s nachts om 05:00 uur als ik nog lag te slapen. Het verdiende geld ging naar [bijnaam medeverdachte 1] . (p. 125) Ik moest het direct afgeven bij de deur aan [bijnaam medeverdachte 1] . In de slaapkamer heb je nog een deur, een naar de badkamer en een naar de kamer. Als de klant kwam, maakte ik open. [bijnaam medeverdachte 1] stond dan precies achter die deur en dan gaf ik het geld aan hem. (p. 126) Elke keer als ik om geld vroeg dan was er geen geld meer. En dat na 500 euro van een klant te hebben gekregen. U vraagt mij hoe dat ging als klanten kwamen. Altijd via een tikkie met de telefoon van [bijnaam medeverdachte 1] en altijd vóór de seks. (p. 132)
U houdt mij voor dat ik eerder heb verklaard dat ik bij [naam 4] klanten heb ontvangen. Dat klopt. Dat was van te voren al, begin mei 2021, voordat ik naar de [adres 4] ging. [naam 4] woont op de [adres 5] . U vraagt mij of het werken bij [naam 4] ook onder dwang was. Ja, alleen de dwang van [bijnaam medeverdachte 1] . [bijnaam medeverdachte 1] regelde de klanten via zijn telefoon en stuurde ze naar de woning van [naam 4] . Dit was niet zo vaak als voorheen. Ik was daar maar 1 of 2 dagen. Ik moest het geld aan [bijnaam medeverdachte 1] geven wat ik had verdiend. Eigenlijk zou ik de helft krijgen, maar dus niet.
(p. 126)
U vraagt mij of ik vanuit de [adres 4] nog op andere locaties ben geweest. Ja, ik ben samen met [bijnaam medeverdachte 1] naar de [adres 6] gegaan naar [naam 1] . Ik heb eerst op de [adres 4] ontvangen. Omdat er blijkbaar weer iets was met politie, was het niet meer veilig om klanten te ontvangen en zijn we naar de [adres 6] gegaan. Ik moest naar [naam 1] om daar klanten te ontvangen. Het was op de [adres 6] [nummer 3] te Roermond. [bijnaam medeverdachte 1] had met [naam 1] afspraken gemaakt dat ik daar kon werken. (p. 127 en p. 186) U vraagt mij of [naam 1] kon weigeren dat we naar zijn woning kwamen. Nee, alles moest gaan zoals [bijnaam medeverdachte 1] het wilde. Hij begon dan te schreeuwen, want het moest zo gaan als hij wilde. U vraagt mij wanneer ik van de [adres 4] naar de [adres 6] ging. Zodra [bijnaam medeverdachte 1] zei dat ik een klant had dan moest ik naar [naam 1] . Dat was om 7 uur in de ochtend, maar ook midden in de nacht. Ik ging dan lopend, maar [bijnaam medeverdachte 1] liep dan altijd achter mij. Hij liep nooit naast me of bij me, altijd achter me. Hij liep mee om het geld te pakken. Dit deed hij altijd. Ik kon niet weggaan. Dat ging niet. Ik heb één keer met mijn spullen buiten gestaan om weg te gaan maar toen trok hij mij terug naar binnen. U vraagt mij wat er was gebeurd als ik tijdens de wandeling naar de woning toe was weggerend. Dat weet ik niet. Daar durf ik niet aan te denken. (p. 187)
Voor nieuwjaar ben ik ook bij [naam 1] geweest en dat was bij die school. Daarna is [naam 1] verhuisd naar de [adres 6] [nummer 3] te Roermond. U vraagt mij hoe lang ik bij [naam 1] heb gezeten. Tot begin juni. 13 juni 2021 was ik in ieder geval bij [naam 1] . Op 5 juni 2021 werd [bijnaam medeverdachte 1] opgepakt en een paar dagen daarna ben ik ook gestopt bij [bijnaam medeverdachte 1] . U houdt mij voor dat ik in die tijd constant voor [bijnaam medeverdachte 1] heb gewerkt en dat ik het geld dat ik verdiende moest afgeven. Klopt. (p. 127) [medeverdachte 2] is ook nog betrokken geweest toen [bijnaam medeverdachte 1] nog niet vast zat. (p. 130)
Ik heb vaak zat willen weglopen, maar dan werd ik tegengehouden. Dan pakte [medeverdachte 2] mij vast. [medeverdachte 2] was eigenlijk ook meer daar. [bijnaam medeverdachte 1] was de grote baas en hij gebruikte [medeverdachte 2] meer voor op de wacht. U vraagt mij hoe vaak ik heb geprobeerd om weg te gaan. Op de [adres 4] twee tot drie keer. De ergste keer was toen ik met mijn koffers buiten stond en toen ik buiten stond, trok [bijnaam medeverdachte 1] mij terug naar binnen. Ik zag mijn dochter amper. Ik moest altijd wel werken. [bijnaam medeverdachte 1] liet me niet alleen. Als hij er niet was dan was [medeverdachte 2] er. Ik was nooit helemaal alleen. Ik was altijd wel bezig. Er waren ook nachten dat ik niet kon slapen omdat ik zo druk was met klanten. U houdt mij voor dat ik in de tweede aangifte aangaf dat ik niet weg durfde te gaan bij ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ om de manier waarop hij deed en naar me keek. Dat klopt. Hij heeft echt een enge en boze blik. Ik moest ook altijd dingen doen die ik niet wilde. (p. 189)
Om de
periodeswaarin de
seksuele uitbuiting van [slachtoffer]volgens haar aangifte plaatsvond nader te duiden, heeft [slachtoffer] een briefje aan de politie overhandigd met daarop een tijdlijn. Verbalisanten hebben daarover gerelateerd dat [slachtoffer] aangaf dat dit de
tijdlijnbetrof
tot en met 31 december 2020: [9]
Midden oktober - telefoontje [naam 7] en [naam 8] thuis
Begin november - andere kamer gekregen. Paar dagen later kwam [naam 11] en [naam 12] .
Midden/eind november - [naam 9] kwam
Midden december - [naam 10] kwam
24 december - naar [naam 1]
31 december - in hotel
De politie heeft over de
aanhouding van [medeverdachte 1] , bekend onder de naam ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’gerelateerd dat hij op 4 juni 2021 werd aangehouden voor een diefstal met geweld die gepleegd zou zijn te Roermond aan de [adres 6] [nummer 3] , het toenmalige adres van [naam 1] . [10]
[naam 9]heeft tijdens het informatief gesprek mensenhandel op 10 maart 2022 een verklaring afgelegd. Verbalisanten hebben daarover – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [11]
In de winter van 2020 werd betrokkene via via benaderd voor wat gezelligheid en een feestje. Aangekomen bij de woning in Roermond, trof zij twee donkere mannen. Zij bevonden zich op een kleine bovenkamer. Tegenover deze kamer was nog een kleine kamer, die, zoals later bekend zou worden, ook gebruikt werd ten behoeve van het ontvangen van prostitutie gerelateerde klanten. Later werd betrokkene ook bekend dat de eerstgenoemde kamer, de woning van [slachtoffer] betrof. [slachtoffer] was hier op dat moment ook aanwezig.
De mannen vroegen op enig moment of betrokkene en [slachtoffer] voor hen wilden werken, geld wilden verdienen met het uitvoeren van seksuele handelingen met derden. Betrokkene en [slachtoffer] moesten voor de mannen in de prostitutie werken. De seksuele activiteiten werden verricht vanuit de kamer van [slachtoffer] in Roermond.
Betrokkene heeft gezien dat [slachtoffer] af en toe drugs ontving voor haar werkzaamheden.
Betrokkene en [slachtoffer] kregen vaak klappen als zij iets deden dat van de omschreven mannen niet mocht en als zij geen seks met klanten wilden hebben of met de mannen zelf.
De dikkere, bolle van de twee mannen maakte foto's van betrokkene en van [slachtoffer] en gebruikte deze om een advertentie aan te maken op [website 1] . Dit liet hij aan betrokkene zien. Hij deed dit met zijn eigen telefoon.
Er werden ook escortafspraken gemaakt. De mannen brachten hen naar de locatie van de escort en wachten dan buiten terwijl de dames hun klant afwerkten. Het geld dat hiermee verkregen werd, moest afgestaan worden aan de mannen.
[naam 13]heeft tijdens het informatief gesprek mensenhandel op 6 april 2022 een verklaring afgelegd. Verbalisanten hebben daarover – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [12]
In 2020 vertelde [naam 14] haar dat zij vanuit Nijmegen naar Roermond moest gaan omdat daar genoeg cocaïne zou zijn. [naam 14] gaf het telefoonnummer van [naam 13] aan hen, [medeverdachte 2] en [bijnaam medeverdachte 1] . In Roermond aangekomen pakte [medeverdachte 2] haar bij haar arm en trok haar mee de woning in.
In de woning waren [naam 9] en een blonde meid ook aanwezig. De blonde meid, zoals deze genoemd wordt door [naam 13] , wordt later door haar herkend aan de naam [slachtoffer] . [naam 13] die al meer dan acht jaren werkzaam is in de prostitutie verklaarde dat zij meteen zag dat er iets niet klopte. Direct werd haar geld afgenomen. Van dit geld werden drugs gekocht. [bijnaam medeverdachte 1] bestelde en [medeverdachte 2] ging de drugs halen.
[naam 13] verklaarde gespannen te zijn geweest. "We moesten continue werken". "Ons lichaam verkopen via internet". Er waren advertenties voor [naam 9] , [slachtoffer] en voor haarzelf.
Als er klanten kwamen, dan werden deze door een van de vrouwen zelf ontvangen aan de voordeur en meegenomen naar de kamer. Het geld dat zij verdiende met haar seksuele diensten moest zij volledig afdragen en zij kreeg hier cocaïne voor.
Zij had gezien dat [medeverdachte 2] altijd een mes bij zich droeg.
[naam 13]is op 20 april 2022 door de politie nader gehoord en heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [13]
Ik ben maar één keer in Roermond geweest, dat is dan in november 2020 geweest. [medeverdachte 2] belde. Ik werd afgezet aan de achterkant van een pand waar ik uiteindelijk heb moeten werken. Tegenover de kamer van [slachtoffer] . Het was een bovenwoning.’
Als de verhoorder foto’s toont van een straat in Roermond wijst [naam 13] het pand aan. De verhoorder vermeldt dat [naam 13] de [straatnaam] [nummer 1] in Roermond aanwijst.
U toont mij een foto van [medeverdachte 1] . Dat is [bijnaam medeverdachte 1] . U toont mij een foto van [medeverdachte 2] . Dat is [medeverdachte 2] . U toont mij een foto van [naam 9] . Dat is [naam 9] . [14]
[naam 16]heeft op 16 maart 2022 een verklaring afgelegd. Verbalisanten hebben daarover – zakelijk weergegeven – het volgende gerelateerd: [15]
In juli 2020 overleed de toenmalige vriend van [naam 16] . [medeverdachte 1] nam telefonisch contact op met [naam 16] en nodigde haar uit om naar Roermond te komen. Hij wist van het overlijden van haar vriend en zei dat hij haar troost wilde bieden. Zij kent [medeverdachte 1] al vanaf zijn geboorte. [naam 16] was als familie van [medeverdachte 1] . Aangekomen in Roermond kwam [naam 16] terecht in een pand. In het pand waren meerdere vrienden van [medeverdachte 1] aanwezig. Zij merkte op dat er door een vrouw prostitutie bedreven werd vanuit de woning. Deze woning blijkt later zelfs de woning van deze vrouw zelf te zijn. Dit horende werd door ons een gelaatsfoto getoond van [slachtoffer] om te verifiëren of het om het adres [straatnaam] [nummer 1] te Roermond zou kunnen gaan. Bij het zien van de gelaatsfoto zagen wij dat [naam 16] ja knikte.
In de woning in Roermond moest [naam 16] diverse keren voor enige tijd de woning verlaten omdat er klanten kwamen voor [slachtoffer] . [naam 16] mocht hier niet bij zijn en werd dan in de vrieskou gezet. [naam 16] wist dat [slachtoffer] het door haar verdiende geld af moest staan, omdat zij dit gehoord had en omdat ze zag dat [slachtoffer] in haar eigen woning, bij [medeverdachte 1] , moest bedelen om voeding te krijgen of een sigaret.
[naam 17]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [16]
Ik was in [instelling] en [medeverdachte 2] was die keer ervoor heel aardig. [medeverdachte 2] heeft mij opgehaald. Toen zei hij: ‘je moet er wel wat voor doen’. Ik zat in een kamer waar het voelde dat ik geen keus had. Daar was [slachtoffer] ook bij. Zij heeft veel meegemaakt. U vraagt mij wat ik moest doen. Seks voor geld. Ik vond het ook verschrikkelijk, want ik zag hoe dat ging bij [slachtoffer] . Ze kwamen als aasgieren op dat geld af. Ik kon dat meisje dat niet alleen laten doen. Dit gaat over de periode dat ik bij [slachtoffer] verbleef op de [straatnaam] . [slachtoffer] is in mei 2021 weggegaan.
U laat mij een foto zien die als bijlage 2 bij het proces-verbaal is gevoegd (p. 417). Dat is [medeverdachte 2] .
Op pagina 321 staat dezelfde man afgebeeld op een foto. Volgens de politie is dit een foto van [medeverdachte 2] ‘ [medeverdachte 2] ’. [17]
[Broer slachtoffer]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [18]
Ik heb zelf gezien dat mijn zusje [slachtoffer] ook als prostituee werkte. Ik ging in november/december 2020 naar de [straatnaam] waar mijn zusje woonde. Ik zag daar twee Antilliaanse jongens. Eentje heet [medeverdachte 1] , een flinke Antilliaanse jongen. Hij liet mijn zusje werken. Ik zag dit zelf. Ik zag dat zij mensen ontving en dan een andere kamer met hen in ging.
Er is nog politie bij geweest. Van de [straatnaam] zijn we naar de [adres 4] gegaan. Daarna zijn we weer naar een andere locatie gegaan, toen zijn we naar [naam 1] gegaan, dat was op de [adres 2]
(de rechtbank begrijpt : de [adres 3] ). [bijnaam medeverdachte 1] die woont op de [adres 4] en een vriend van mij, [naam 1] , woont op de [adres 2] . [naam 1] is inmiddels verhuisd naar de [adres 6] . Ze werden paranoïde en dachten dat de politie van de mensenhandel wist. Daarvoor moesten ze andere locaties hebben.
Van [naam 1] is de woning voor de prostitutie gebruikt. [naam 1] kreeg in ruil daarvoor drugs. [medeverdachte 2] is een Antilliaanse jongen.
U vraagt mij wanneer het is begonnen met [slachtoffer] . Met [bijnaam medeverdachte 1] was dat in oktober. [medeverdachte 1] is zijn echte naam. [bijnaam medeverdachte 1] is zijn bijnaam. In oktober 2020 ben ik vrijgekomen en toen zat ze er al in. U vraagt mij wat ik van het prostitueren van [slachtoffer] heb meegekregen. Dat ze moest werken om haar drugsverslaving te bekostigen. En dat ze met de telefoon bezig waren dat kreeg ik wel mee. En dat er andere mensen binnen kwamen om op andere kamers iets te gaan verrichten. Daar was ik bij en dit heb ik gezien. Het geld wat door [slachtoffer] werd verdiend, ging allemaal naar die jongens toe. U vraagt mij of ik dat heb gezien. Ja. [slachtoffer] vertelde mij zelf ook dat ze het af moest geven en dat ze daar heel weinig van ziet. Ik denk dat als ze 150 euro verdient, ze voor 25 euro coke mag halen. Ze kreeg 25 euro of zo. Er kwamen zeker 5 klanten per dag binnen. [slachtoffer] ging met de klant naar een kamer toe. Wij moesten onze mond houden. Een paar minuten later kwam ze terug. Het geld gaf ze aan [bijnaam medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ). Het ging denk ik om 150 tot 200 euro per uur of zo. U vraagt mij hoe vaak ik dit zag. Vaak genoeg. Zij zorgde voor iedereen.
U vraagt mij wat het aandeel van [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) was. Hij deed ook alles om aan drugs te komen.
U houdt mij voor dat ik heb verklaard dat er meerdere locaties zijn geweest. De [adres 4] [nummer 4] in Roermond. Het is de hoekwoning, [nummer 4] staat op de deur. [medeverdachte 1] woonde daar maar [naam 18] , een neef van [medeverdachte 1] , staat daar ingeschreven. [bijnaam medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) had die woning toen gepakt. In deze woning werkten ook meisjes. Ik durf niet te zeggen hoe vaak [slachtoffer] in deze woning heeft gewerkt.
U vraagt mij wie in die woning de afspraken regelde. [medeverdachte 1] . U vraagt mij welke andere locatie er nog meer was. De [adres 3] [nummer 3] in Roermond. Daar woonde [naam 1] . Hij zit nu op de [adres 6] in Roermond. In deze woning werd ook gewerkt. U vraagt mij hoe ik dit weet. Omdat ik op dat moment ook daar aanwezig was. [naam 1] kreeg van [medeverdachte 1] wat ‘om te roken’, zodat [medeverdachte 1] de kamers kon gebruiken om daar meisjes te laten werken. U vraagt mij of in alle woningen waar we het nu over gehad hebben [medeverdachte 1] eigenlijk de baas was. Ja, zo zou je het kunnen noemen.
[slachtoffer] werkte ook op de [adres 3] [nummer 3] , maar dit was van korte duur. Ik denk een week of twee. Ik was erbij. Zij zorgde voor iedereen, anders kwam er geen geld binnen. [slachtoffer] werd voor de prostitutie of in drugs betaald als [medeverdachte 1] het bij zich had of ze kreeg geld om drugs te kopen als [medeverdachte 1] zelf geen drugs bij zich had.
[medeverdachte 1] is een flinke Antilliaanse jongen. Hiermee bedoel ik dik. 1.75 m groot, donker kort haar, een grote tatoeage onder zijn rechter oog maar deze is niet goed zichtbaar vanwege zijn donkere huidskleur.
U vraagt mij wat [medeverdachte 2] kreeg voor zijn rol als een soort bodyguard. Weinig, hoeveel durf ik niet te zeggen. Hij heeft ook drugs gekregen van [medeverdachte 1] . Dat zag ik. Er is niemand anders die dit zou kunnen betalen, [medeverdachte 1] heeft het geld. [medeverdachte 2] was ook iemand die je een dikke portemonnee met geld afnam als hij zag dat je er één had. Als je bij [instelling] was en hij zag dat je een paar honderd euro bij je had, nam hij deze gewoon van je af.
[naam 1]heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard: [19]
Ik woon en sta ingeschreven op de [adres 6] [huisnummer] in Roermond. Tot vorig jaar 8 maart
(de rechtbank begrijpt: 8 maart 2021)heb ik op de [adres 3] gewoond. Ik ben verslaafd aan drugs. (p. 376) [slachtoffer] ken ik. U houdt mij voor dat [slachtoffer] heeft verklaard dat ze vanuit de [straatnaam] [nummer 1] te Roermond naar mij op de [adres 3] is gegaan en dat ze voor een tijdje bij mij is verbleven. Ja dat is zo. Ik denk dat ze twee maanden bij mij is verbleven. Ze is met haar broer [Broer slachtoffer] gekomen en [bijnaam medeverdachte 1] , dat is eigenlijk de aanvoerder. U houdt mij voor dat [slachtoffer] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] er ook bij was. Ja dat klopt ook. (p. 377) U vraagt mij wat ik ervan vond dat ze naar mij kwamen. Ik heb er niets van gezegd. Ze hebben het wel gevraagd, maar ik durfde geen nee te zeggen. Ik vond het niet fijn dat ze naar me toe kwamen. Ik was bang voor [medeverdachte 2] . Daar was ik echt bang voor. U houdt mij voor dat [slachtoffer] verklaarde dat ik wel vaker zei dat het niet ging, maar dan begon [bijnaam medeverdachte 1] te schreeuwen want het moest zo gaan als hij wilde. Ja, dat zegt mij wel iets. Zo is het ook gegaan. U vraagt mij wat er in mijn woning heeft plaatsgevonden. Seksuele dingen. (p. 378) De klanten kwamen bij [slachtoffer] terecht via telefoon, sms of bellen. U vraagt mij hoeveel klanten [slachtoffer] kreeg per dag op de [adres 3] te Roermond. Een stuk of tien denk ik per dag, over 24 uur. (p. 385 en 386).
U vraagt mij of [slachtoffer] ook wel eens met iemand anders kwam. Nee, alleen met [bijnaam medeverdachte 1] . [medeverdachte 2] kwam heel af en toe naar mij. [bijnaam medeverdachte 1] en [slachtoffer] kwamen meestal wel gelijk binnen, altijd. U vraagt mij wat er gebeurde als er een klant kwam. De klant kwam binnen en ging dan meteen naar de slaapkamer. Ik moest met [Broer slachtoffer] en [bijnaam medeverdachte 1] naar buiten. [bijnaam medeverdachte 1] kreeg het geld, maar dat heb ik van horen zeggen van [slachtoffer] . We waren al weg voordat de klant kwam. Het ging om seksuele handelingen. [slachtoffer] had tegen mij gezegd dat ze het niet fijn vond. Ik heb vaak tegen haar gezegd dat ze moest stoppen, maar [bijnaam medeverdachte 1] pushte haar. (p. 379)
[slachtoffer] zag er mager uit. Dat kwam omdat ze toen drugs gebruikte. Daarom deed ze het ook. Ze moest het van [bijnaam medeverdachte 1] doen. Ze kwam aan de drugs met het geld dat ze verdiende. [bijnaam medeverdachte 1] dealde in drugs. [slachtoffer] heeft gezegd dat ze het meeste geld aan [bijnaam medeverdachte 1] moest afstaan. U vraagt mij hoe het komt dat ik denk dat [slachtoffer] seksuele handelingen deed. Ik wist dat het om een seksklant ging. [bijnaam medeverdachte 1] is een dikke zwarte met kroeshaar. Hij is 1,60 à 1,70 meter lang. (p. 379 en 380)
[medeverdachte 2] ken ik van toen hij met [bijnaam medeverdachte 1] en [slachtoffer] bij mij kwam. [medeverdachte 2] is een zwarte man. Hij is luidruchtig. Hij is agressief als je iets niet doet als hij je iets vraagt. U vraagt mij of [slachtoffer] zich vrijwillig heeft geprostitueerd in mijn woning. Nee, volgens mij niet. (p. 381)
Er werd onderzoek gedaan naar de kwetsbaarheid van
[slachtoffer]. Op 23 maart 2022 heeft het onderzoeksteam een psychodiagnostisch onderzoeksrapport van MET GGZ van 20 december 2018 ontvangen. Hierin wordt het beeld uit de BVH mutaties en verklaringen bevestigd dat er meerdere eigenschappen en factoren zijn die [slachtoffer] tot een kwetsbaar persoon maken:
  • Licht verstandelijke beperking;
  • PTSS (posttraumatische stress stoornis);
  • Neiging tot overgave aan sociale druk;
  • Beïnvloedbaar;
  • Misbruik en verslaving van middelen;
  • Ze staat onder bewindvoering en krijgt leefgeld;
Ze is eerder slachtoffer geweest van mensenhandel. [20]
Verklaringenvan
[slachtoffer]die specifiek zien op de periode
juni 2021:
De politie is eens 's nachts bij mij aan de deur geweest. [bijnaam medeverdachte 1] , [naam 18] en de broer van [bijnaam medeverdachte 1] zijn toen aangehouden (p. 97).
Alle drie zaten ze vast, maar [naam 18] en de broer van [bijnaam medeverdachte 1] kwamen vrij en die kwamen gelijk bij [naam 1] binnen gevlogen. Hij zei toen in een keer: “En vanaf nu neem ik het over.” Ik moest weer gelijk mee naar de [adres 4] . (pag. 127).
U vraagt mij hoe lang ik met [naam 18] en de broer van [bijnaam medeverdachte 1] op de [adres 4] ben verbleven. Ik denk ongeveer een weekje, want die broer van [bijnaam medeverdachte 1] moest weer terug naar Rotterdam en [naam 18] zou het overnemen. Die broer had drugs achtergelaten wat [naam 18] moest verkopen. Toen moest ik dat iedere keer gaan betalen omdat [naam 18] het deed oproken. Dus later moest ik 100 euro betalen aan de broer van [bijnaam medeverdachte 1] voor wat [naam 18] had gedaan. Ik moest gewoon doorwerken. De broer van [bijnaam medeverdachte 1] regelde alles vanuit Rotterdam. [naam 18] kreeg de berichten binnen. Ze wisten dat ik bij hen weg wilde. U vraagt mij hoe het ging bij [naam 18] als er een klant kwam. Hetzelfde als bij [bijnaam medeverdachte 1] . Ik moest [naam 18] het geld geven. Ik had denk ik drie klanten per dag. De advertenties die werden gebruikt waren de advertenties van [bijnaam medeverdachte 1] . De broer van [bijnaam medeverdachte 1] regelde alles. Het duurde een week dat ik voor hen moest werken (p. 129 en 130).
De broer van [bijnaam medeverdachte 1] is ook al eerder op de [straatnaam] geweest. Toen [medeverdachte 2] mij heeft vastgegrepen en [bijnaam medeverdachte 1] mij wilde slaan. (p. 129)
De politie heeft aan [slachtoffer] een foto getoond van een man, door verbalisant omschreven als ‘de echte broer van [medeverdachte 1] ( [bijnaam medeverdachte 1] )’, waarop [slachtoffer] verklaarde dat dat de broer van [bijnaam medeverdachte 1] is. [21]
Over de verdenking met betrekking tot de
overname van de controleover
[slachtoffer]heeft de politie het volgende gerelateerd: [22]
Op 4 juni 2021 werden ‘ [medeverdachte 1] , [verdachte] en ‘ [naam 18] ’ [medeverdachte 3] aangehouden voor een diefstal met geweld die gepleegd zou zijn te Roermond aan de [adres 6] [nummer 3] , het toenmalige adres van [naam 1] .
De verdachten werden allen in verzekering gesteld, maar worden ook allemaal op 6 juni 2021 in vrijheid gesteld. [medeverdachte 1] werd direct weer aangehouden voor een openstaande straf van 78 dagen gevangenhouding. ‘ [medeverdachte 1] bleef dus in hechtenis en is geen moment in vrijheid geweest tussen de inverzekeringstelling en de tenuitvoerlegging van de gevangenhouding voor de duur van 78 dagen.
Hetgeen hierboven omschreven is, kan dus de verklaring van [slachtoffer] bevestigen en zou de aanvang van de periode van uitbuiting/overdracht van controle door [verdachte] en ‘ [naam 18] ’ [medeverdachte 3] technisch gezien op 6 juni 2021 kunnen zetten.
Tijdens de aanhouding van de verdachte op 24 mei 2022 werd een
Apple iPhone Xinbeslaggenomen. Deze iPhone werd
onderzochten hierop werden WhatsApp-berichten aangetroffen tussen ‘ [bijnaam] ’ en het telefoonnummer [nummer 5] opgeslagen onder de naam ‘ [slachtoffer] ’. Uit onderzoek is gebleken dat dit telefoonnummer in gebruik is geweest bij [slachtoffer] . Zakelijk weergegeven heeft de politie over het onderzoek naar de aangetroffen WhatsApp-berichten op de iPhone het volgende gerelateerd: [23]
Chatberichten tussen [bijnaam] en [slachtoffer]
De WhatsApp berichten zijn ‘scrambled’. Dit betekent dat deze berichten zijn verwijderd op de telefoon en vervolgens zijn teruggehaald door middel van het onderzoeksprogramma Celebrite Reader. Hierdoor staan de woorden in de berichten niet meer in de juiste volgorde.
Dit gesprek begint op 7 juni 2021 om 16.00 uur en eindigt op 15 juni 2022 om 00.42 uur.
10-6-2021 16:30 uur [slachtoffer] : [foto die niet meer zichtbaar is]
10-6-2021 16:31 uur [bijnaam] : kijken oke wie ga wahahah wilt komen
[foto’s worden over en weer doorgestuurd die niet meer zichtbaar zijn voor de
verbalisant]
10-6-2021 12:17 uur [bijnaam] : wilt komen iemand
10-6-2021 12:17 uur [bijnaam] : min voor 30
10-6-2021 12:18 uur [slachtoffer] : [foto die niet meer zichtbaar is]
10-6-2021 12:19 uur [bijnaam] : ik heb kan ja gezegt [naam 18]
10-6-2021 19:41 uur [slachtoffer] : wil nu die komen man
10-6-2021 19:41 uur [slachtoffer] : adres ik heb gegeven
10-6-2021 19:42 uur [bijnaam] : isgeod hoelang
10-6-2021 19:42 uur [slachtoffer] : 1 die uur zei
10-6-2021 19:42 uur [bijnaam] : tog isgeod dat 150 oke is
10-6-2021 19:42 uur [slachtoffer] : ja
[foto’s worden over en weer doorgestuurd die niet meer zichtbaar zijn voor de
verbalisant]
10-6-2021 19:45 uur [bijnaam] : whahaah
10-6-2021 21:21 uur [slachtoffer] : me call
10-6-2021 21:21 uur [slachtoffer] : nu hij hier is
10-6-2021 21:22 uur [slachtoffer] : 100
10-6-2021 21:22 uur [bijnaam] : isgeod
10-6-2021 21:22 uur [bijnaam] : bewaar voor pak 50 me
10-6-2021 21:22 uur [bijnaam] : ja
10-6-2021 21:27 uur [slachtoffer] : is goed
(…)
11-6-2021 03:07 uur [slachtoffer] : [foto die niet meer zichtbaar is]
11-6-2021 03:07 uur [bijnaam] : hoeveek die betaal
11-6-2021 03:07 uur [slachtoffer] : extra prijs maar heb nee dat zelfde vraagt bij is ik
zeg komt
geen ja net hij gegeven of nog
11-6-2021 03:08 uur [bijnaam] : oke
11-6-2021 03:08 uur [slachtoffer] ; dus hoeveel extra
11-6-2021 03:09 uur [bijnaam] : die komen hoelang wilt
11-6-2021 03:09 uur [slachtoffer] : halfuurtje vluggertje of
11-6-2021 03:11 uur [bijnaam] : word 200 dan ja halfuurtje het
11 -6-2021 03:20 uur [bijnaam] vlug 150
11-6-2021 03:20 uur [slachtoffer] : oke
(…)
11-6-2021 14:32 uur [bijnaam] : nog geweest iemand
11-6-2021 14:32 uur [slachtoffer] : was geweest wij gehaald gegeten ja eentje voor
vluggertje
(…)
11-6-2021 14:33 uur [slachtoffer] : om 4 15uur iemand vast mij een komt en van half
11-6-2021 14:52 uur [slachtoffer] : ik me nu even klaarmaken ga
11-6-2021 14:53 uur [bijnaam] : en isgeod hoeveel betaal die vaste
11-6-201 14:53 uur [bijnaam] : [foto die niet meer zichtbaar is]
11-6-2021 14:53 uur [slachtoffer] : af sowieso betaal ik jaa jou
11-6-2021 15:03 uur [bijnaam] : ik kom ja zo
(…)
11-6-2021 15:03 uur [bijnaam] : ik blijf kijken hoelang
11-6-2021 15:03 uur [bijnaam] : ben deze aankomende week want jarig ik
11-6-2021 15:04 uur [bijnaam] : en geld moeten maken we
(…)
11-6-2021 15:35 uur [bijnaam] : nu je is dus mij voor 50 gepakt tog heb en volgende
11-6-2021 16:07 uur [bijnaam] : he
11-6-2021 16:07 uur [bijnaam] : eentje voor heb vlug
11-6-2021 16:08 uur [slachtoffer] : klennie ik bezig met was
11-6-2021 16:17 uur [slachtoffer] : heb achter elkaar vluggertjes gehad 2 ik
11-6-2021 16:17 uur [slachtoffer] : kant mezelf aan dus jou gelegd 50 voor en de
11-6-2021 16:19 uur [bijnaam] : isgeod
11-6-2021 16:19 uur [bijnaam] : is voor mij tog weer dus volgende
11-6-2021 16:47 uur [slachtoffer] : jaa
(…)
11-6-2021 17:06 uur [slachtoffer] : [foto die niet meer zichtbaar is]
11-6-2021 17:06 uur [bijnaam] : hoelaat komt die
11-6-2021 17:08 uur [slachtoffer] : hij halfuur over zegt
11-6-2021 17:08 uur [bijnaam] : hij voor eu tog dus wilt 80 komen
11-6-2021 17:08 uur [slachtoffer] : ja
(…)
11-6-2021 20:40 uur [bijnaam] : he naar ey die [naam 18] helpen geld over ga eens te maken
11-6-2021 20:40 uur [bijnaam] : voor [bijnaam medeverdachte 1]
11-6-2021 22:06 uur [slachtoffer] : roermond hoelaat je ben
11-6-2021 22:07 uur [bijnaam] : onderweg
11-6-2021 22:07 uur [bijnaam] : nog mensen geweest
11-6-2021 22:07 uur [slachtoffer] : fucking het stil ineens is
(…)
12-6-2021 17:38 uur [bijnaam] : [foto die niet meer zichtbaar is]
12-6-2021 17:38 uur [bijnaam] : app die 2
12-6-2021 17:38 uur [slachtoffer] : oke
12-6-2021 17:39 uur [bijnaam] : eentje uur wilt 7
12-6-2021 17:39 uur [bijnaam] : uurtje komen
12-6-2021 17:39 uur [slachtoffer] : welke wil komen uurtje
12-6-2021 17:39 uur [bijnaam] : ik die laatste stuurde wat
(…)
12-6-2021 23:26 uur [slachtoffer] : [medeverdachte 2] waar broertje mij was belde en [bijnaam medeverdachte 1] van vroeg
12-6-2021 23:27 uur [slachtoffer] : dus jij
12-6-2021 23:30 uur [slachtoffer] : is niet in hij roermond zeg ik
12-6-2021 23:31 uur [bijnaam] : oke
(…)
14-6-2021 21:26 uur [bijnaam] : nog mensen geweest
14-6-2021 21:27 uur [slachtoffer] : niks binnen
(…)
15-6-2021 00:42 uur [bijnaam] : las ben thuis kijk zo ik
15-6-2021 00:42 uur [bijnaam] : moeten jullie me sturen voor eu morgen he 100 die
ey
De politie relateert:
Uit bovenstaande WhatsAppberichten wordt duidelijk dat [bijnaam] en [slachtoffer] tussen 7 juni 2021 en 15 juni 2021 contact hebben gehad. Uit deze berichten blijkt dat [bijnaam] instructies geeft aan [slachtoffer] over het maken van afspraken met seksklanten. [bijnaam] bepaalt met welke seksklant [slachtoffer] een afspraak moet maken en voor welke prijs. Als [slachtoffer] zelf een klant heeft geregeld, bespreekt ze dit met [bijnaam] , die vervolgens de prijs van de afspraak bepaalt.
Het lijkt erop dat [bijnaam] ook instructies geeft aan [naam 18] . Zo zegt [bijnaam] bijvoorbeeld op de vraag van [slachtoffer] die zegt dat er iemand wilt langskomen voor 30 minuten dat hij tegen [naam 18] heeft gezegd dat dit kan. Ook wordt duidelijk uit de chat dat [slachtoffer] een deel van haar verdiensten als prostituee moet afgeven aan [bijnaam] . Zo stuurt [slachtoffer] bijvoorbeeld op 10 juni 2021 dat ‘die nu wil komen’ en dat ze het adres heeft gegeven. [bijnaam] vraagt vervolgens voor hoelang en bepaalt het bedrag dat de klant moet betalen aan [slachtoffer] . Vervolgens zegt [slachtoffer] dat de klant er is en geeft aan ‘100’. [bijnaam] gaat hiermee akkoord en zegt dat ze 50 moet bewaren voor hem. Uit het gesprek blijkt ook dat [bijnaam] zegt dat [slachtoffer] [naam 18] moet helpen om geld over te maken naar [bijnaam medeverdachte 1] omdat [naam 18] niet weet hoe dat moet.
[bijnaam] en [slachtoffer] sturen over en weer foto’s door die niet meer zichtbaar zijn. Uit de gesprekken lijkt het erop dat deze foto’s onder andere foto’s van seksklanten bevatten. Zo zegt ‘ [bijnaam] ’ bijvoorbeeld nadat hij een foto heeft doorgestuurd ‘app die 2’ en dat een om 7 uur wil komen voor een uurtje. [slachtoffer] vraagt vervolgens wie er wil komen voor een uurtje en [bijnaam] zegt ‘die laatste wat ik stuurde’.
Ook hebben ze het in de chat over [naam 18] , [medeverdachte 2] en [bijnaam medeverdachte 1] . [slachtoffer] zegt op 12 juni dat [medeverdachte 2] had gebeld en dat hij naar het broertje van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ vroeg, vervolgens zegt ze ‘dus jij’. Hieruit blijkt dat [bijnaam] het broertje is van ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, waar waarschijnlijk [bijnaam medeverdachte 1] mee bedoeld wordt.
[medeverdachte 3]heeft bij de politie verklaard: Ze noemen me [bijnaam medeverdachte 3] en [naam 18] . [24]
De verdachteheeft ter terechtzitting verklaard dat hij de eigenaar en de gebruiker was van de inbeslaggenomen iPhone X waarop de chatgesprekken zijn aangetroffen. [25]
3.3.1.2
Bewijsoverwegingen
Identiteit van de verdachte
[slachtoffer] heeft verklaard dat ‘de broer van [bijnaam medeverdachte 1] ’ haar uitbuiting heeft overgenomen nadat [bijnaam medeverdachte 1] is vast komen te zitten. Over de identiteit van de persoon die [slachtoffer] 'de broer van [bijnaam medeverdachte 1] ' noemt, overweegt de rechtbank dat [slachtoffer] deze persoon op een foto heeft herkend. De politie heeft deze persoon omschreven als 'de echte broer van [bijnaam medeverdachte 1] '. Uit het procesdossier volgt dat dit [verdachte] is. De verklaring van en de fotoherkenning door [slachtoffer] worden ondersteund door de bevindingen van de politie over het verloop van de inverzekeringstelling van ’ [bijnaam medeverdachte 1] ’ [medeverdachte 1] , [naam 18] [medeverdachte 3] (hierna: [naam 18] ) en [verdachte] , en de daarop volgende detentie van ’ [bijnaam medeverdachte 1] ’ [medeverdachte 1] . De rechtbank stelt vast dat ‘de broer van [bijnaam medeverdachte 1] ' en [verdachte] dezelfde persoon zijn.
Mensenhandel van [slachtoffer]De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte [slachtoffer] onder aanwending van een dwangmiddel heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest, opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting (artikel 273f, eerste lid, sub 1⁰ Sr). De verdachte zal van dit onderdeel worden vrijgesproken.
De rechtbank acht evenmin bewezen dat de verdachte [slachtoffer] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (artikel 273f, eerste lid, sub 4⁰ Sr) en/of [slachtoffer] heeft gedwongen of bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met en/of voor een derde (artikel 273f, eerste lid, sub 9° Sr). De verdachte zal ook van deze onderdelen worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] (artikel 273f, eerste lid, onder 6⁰ Sr). Zij overweegt hiertoe het volgende.
Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte, zijn broer ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’ [medeverdachte 1] en ‘ [naam 18] ’ [medeverdachte 3] op 4 juni 2021 zijn aangehouden en dat zij op 6 juni 2021 weer in vrijheid zijn gesteld. Voor de verdachte en [naam 18] [medeverdachte 3] betekende dit dat zij weer op vrije voeten waren, maar [bijnaam medeverdachte 1] [medeverdachte 1] werd direct nadat hij in vrijheid was gesteld opnieuw aangehouden wegens een openstaande straf. Uit de verklaring van [slachtoffer] volgt dat de regie over de prostitutiewerkzaamheden op dat moment, dus 6 juni 2021, werd overgenomen door de verdachte en dat [naam 18] [medeverdachte 3] tijdens verdachte’s afwezigheid als zijn zetbaas fungeerde.
De verklaring van [slachtoffer] vindt steun in de aangetroffen berichten op de iPhone X tussen ‘ [bijnaam] ’ en [slachtoffer] . De politie heeft in haar onderzoeksbevindingen aan de telefoon geconcludeerd dat [verdachte] de persoon is die in de chatgesprekken ' [bijnaam] ' wordt genoemd. Ter terechtzitting heeft de verdachte ook bevestigd dat dit zo was. Ook neemt de rechtbank de conclusies van de politie over met betrekking tot de inhoud van de gesprekken. Uit de chatgesprekken volgt onder meer dat de verdachte [slachtoffer] instructies geeft over het maken van afspraken met seksklanten en dat hij de prijzen bepaalt. Er worden over en weer foto’s gestuurd, waarvan uit de gesprekken is af te leiden dat dit foto’s van seksklanten betreffen. Ook wordt duidelijk uit de chatgesprekken dat [slachtoffer] een aanzienlijk deel van haar verdiensten als prostituee moet afgeven aan de verdachte al dan niet door tussenkomst van [naam 18] [medeverdachte 3] .
Uit het dossier volgt zonder meer dat [slachtoffer] een kwetsbare vrouw is die op dat moment al gedurende enige tijd gedwongen prostitutiewerkzaamheden verrichtte voor [bijnaam medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en die door hen in een gecontroleerde situatie werd gehouden. [slachtoffer] ging als slachtoffer van seksuele uitbuiting van hand tot hand en op het moment dat [bijnaam medeverdachte 1] werd aangehouden, heeft de verdachte het overgenomen en ervoor zorggedragen dat zij bleef werken als prostituee vanuit de woning van [naam 18] [medeverdachte 3] te Roermond. De verdachte bepaalde wanneer zij moest werken en tegen welk tarief. De verdiensten vanuit haar prostitutiewerkzaamheden moest zij gedeeltelijk afstaan. Ook liet hij drugs achter in de woning. Door haar kwetsbare positie, het feit dat zij al langere tijd in een gecontroleerde situatie was gehouden en door haar afhankelijkheid van drugs was [slachtoffer] niet in staat zich aan de invloedssfeer van de verdachte en [naam 18] te onttrekken en had zij aldus geen andere keuze dan het misbruik te ondergaan. Uit het dossier volgt dat de verdachte regelmatig op bezoek kwam bij zijn broer [bijnaam medeverdachte 1] in Roermond en dat hij meegekregen moet hebben wat de situatie rond [slachtoffer] was. Dat de verdachte van de hoed en de rand wist, blijkt tevens uit de rimpelloze overname van de uitbuiting, toen [bijnaam medeverdachte 1] in detentie verbleef. Uit dit alles blijkt dat de verdachte het oogmerk had op de uitbuiting. De verdachte heeft zich aldus schuldig gemaakt aan het medeplegen van mensenhandel.
Pleegperiode
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij gedurende ongeveer een week als prostituee voor verdachte heeft gewekt en haar verdiensten grotendeels via [naam 18] aan hem heeft afgedragen. Uit het dossier volgt de verdachte op 6 juni 2021 de rol van zijn broer [bijnaam medeverdachte 1] als seksueel uitbuiter van [slachtoffer] heeft overgenomen. Het laatste aangetroffen chatgesprek tussen [slachtoffer] en de verdachte dateert van 15 juni 2021. De rechtbank acht daarom een periode van 6 juni 2021 tot en met 15 juni 2021 bewezen.
3.3.2
Vrijspraak feit 2: verkrachting [slachtoffer]
heeft bij de politie verklaard dat zij is verkracht door ‘de broer van [bijnaam medeverdachte 1] ’ in de woning van ‘ [naam 18] ’. Onder feit 1 heeft de rechtbank reeds overwogen dat met ‘de broer van [bijnaam medeverdachte 1] ’ wordt gedoeld op de verdachte. Omdat de verklaring van [slachtoffer] niet door enig ander bewijsmiddel in het dossier wordt ondersteund, is de rechtbank – met de verdediging – van oordeel dat niet is voldaan aan het bewijsminimumvereiste van artikel 342 lid 2 Sv. b Om deze reden zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het aan hem tenlastegelegde feit 2.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1
in de periode van 6 juni 2021 tot en met 15 juni 2021 in Nederland tezamen en in vereniging met een ander,
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] , (sub 6°),
hebbende hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte
- tegen die [slachtoffer] gezegd: “vanaf nu neem ik het over.” en/of
- afspraken met klanten gemaakt en/of klanten geregeld voor die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] ertoe gebracht om een aantal uren per dag als prostituee te werken en/of
- verdovende middelen aan die [slachtoffer] verstrekt en/of
- zorggedragen voor toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten (daaruit) van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] een aanzienlijk deel van haar verdiensten, laten afgeven aan verdachte en/of zijn mededader;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Feit 1
medeplegen van mensenhandel
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden. De officier van justitie heeft bij de formulering van zijn strafeis rekening gehouden met de ernst van de feiten, de daarmee gepaard gaande forse en ernstige schending van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer, alsook met de berekenende manier waarop de verdachte heeft geprofiteerd van haar kwetsbaarheid. De officier van justitie heeft acht geslagen op de oriëntatiepunten van het LOVS, die uitgaan van een gevangenisstraf tussen de 14 en 30 maanden per slachtoffer. Hij heeft tevens gewezen op de bewuste keuze van de verdachte om de reeds gaande seksuele uitbuiting van [slachtoffer] over te nemen en voort te zetten, alsmede op de justitiële documentatie van de verdachte. De officier van justitie heeft verder geconstateerd dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM, maar dat deze voor conto van de verdediging komt.
Ten slotte heeft de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis gevorderd.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Primair heeft de verdediging de integrale vrijspraak van de verdachte bepleit. Subsidiair heeft de verdediging bepleit om aan de verdachte, bij veroordeling wegens mensenhandel, een onvoorwaardelijk strafdeel op te leggen dat gelijk is aan de duur van het ondergane voorarrest. De rol van de verdachte heeft immers kenmerken van categorie 1 (uitgangspunt: gevangenisstraf van 4 maanden) en categorie 2 (uitgangspunt: gevangenisstraf van 14 maanden) van de oriëntatiepunten van het LOVS inzake mensenhandel. Tevens zijn in dit verband van belang de beperkte rol van de verdachte in de seksuele uitbuiting van [slachtoffer] en de geringe duur waarbinnen deze zich heeft plaatsgevonden. De verdediging heeft gewezen op het relatief beperkte strafblad van de verdachte en diens medische toestand. Verder heeft de verdediging betoogd dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM. Aan de verdachte kan naast een gevangenisstraf conform voorarrest eventueel nog een voorwaardelijk strafdeel of een taakstraf worden opgelegd.
Ten slotte heeft de verdediging verzocht om, bij een veroordelend vonnis, vanwege de medische situatie van de verdachte niet de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, maar om deze te laten voortduren.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft, toen zijn broer vanwege detentie daartoe niet meer in staat was, de seksuele uitbuiting van een kwetsbare vrouw van hem overgenomen. Dit heeft zo’n 10 dagen voortgeduurd. Hij heeft haar ertoe gebracht om prostitutiewerkzaamheden te (blijven) verrichten, klanten voor haar geregeld, verdovende middelen aan haar gegeven, gezorgd dat zij zich niet vrij kon bewegen en een aanzienlijk deel van haar verdiensten laten afgeven. Bij zijn afwezigheid liet hij zich vervangen door de medeverdachte. De verdachte heeft hierdoor misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin het slachtoffer zich bevond en geprofiteerd van haar verdiensten.
Deze omstandigheden rechtvaardigen de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alles afwegende zal de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest, zijnde 336 dagen.
De rechtbank constateert verder dat de redelijke termijn ex artikel 6 EVRM is geschonden waarbinnen een strafzaak in eerste aanleg moet zijn afgerond. Als startpunt voor die termijn hanteert de rechtbank de datum waarop de verdachte werd aangehouden, zijnde 24 mei 2022. Dit vonnis wordt niet binnen een termijn van 2 jaren na deze aanhouding gewezen. Nu de schending van de redelijke termijn evenwel iets meer dan een maand bedraagt, en daarmee marginaal is, zal de rechtbank volstaan met deze constatering en zal deze schending niet leiden tot strafkorting.
Ten slotte zal de rechtbank het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert primair schadevergoeding tot een bedrag van
€ 30.000,-, bestaande uit immateriële schade, onder verwijzing naar uitspraken in de ANWB-Smartengeldgids en naar de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De immateriële schade volgt uit de aard van de normschending jegens de benadeelde partij, bestaande uit haar seksuele uitbuiting gedurende een periode van 1,5 jaar lang. Subsidiair vordert de benadeelde partij toewijzing van een in goede justitie vast te stellen bedrag ten aanzien van de geleden immateriële schade, met niet-ontvankelijk verklaring van het meer of anders gevorderde.
De benadeelde partij heeft verzocht om de vordering hoofdelijk toe te wijzen. De vordering is niet gedifferentieerd, omdat het aan de verdachten in deze zaak is om tot verdeling van de door ieder te dragen schade te komen. Voorts heeft de benadeelde partij verzocht tot vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering tot een bedrag van € 25.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f Sr. Het geestelijk letsel is niet onderbouwd zijdens de benadeelde partij, maar gelet op de aard van de strafbare feiten kan fysiek en psychisch letsel worden verondersteld. De officier van justitie heeft aansluiting gezocht bij de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven, te weten bij categorie 3 (€ 5.000,-) voor zedenfeiten en bij categorie 5 (€ 20.000,-) voor mensenhandel / seksuele uitbuiting. Voor het overige heeft de officier van justitie niet-ontvankelijkverklaring van de vordering geëist.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair de niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij verzocht, gelet op de bepleite integrale vrijspraak.
Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de gevorderde immateriële schade niet nader is onderbouwd, noch is gespecificeerd, en dat daarbij evenmin is gedifferentieerd ten aanzien van de verdachte en diens medeverdachten. Een bewezenverklaring van mensenhandel ziet volgens de raadsman hooguit op de periode van 6 juni tot 14 juni 2021. Bij de uitbuiting van de benadeelde die zich gedurende een aanzienlijk ruimere periode zou hebben afgespeeld had de verdachte geen enkele rol. Dit staat in de weg aan een hoofdelijke veroordeling. Het levert een onevenredige belasting van het strafproces op om te onderzoeken welk deel van de schade is veroorzaakt door verdachte en dit dient te leiden tot niet-ontvankelijkverklaring.
Meest subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte slechts gehouden is maximaal € 100,- per bewezenverklaarde dag als schadevergoeding te betalen. Uitgaande van 7 dagen komt dit neer op € 700,-. De verdediging heeft hierbij aansluiting gezocht bij de schadevergoedingsbedragen die standaard worden toegepast bij een dag onterechte detentie.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De benadeelde maakt aanspraak op vergoeding van immateriële schade. Het vermogen van de benadeelde is onder bewind gesteld. Nu de bewindvoerder een machtiging aan de raadsman heeft verstrekt, acht de rechtbank de benadeelde ontvankelijk in haar vordering.
De wet regelt in artikel 6:106 BW de vergoeding van ‘ander nadeel’ dan vermogensschade. Volgens artikel 6:106 lid 1 BW komt in de volgende gevallen (samengevat) vergoeding van ander nadeel in aanmerking:
wanneer het oogmerk bestond zodanig nadeel toe te brengen (het oogmerk is gericht op smart);
ij lichamelijk letsel, aantasting in de eer of goede naam of aantasting van de persoon op andere wijze;
bij aantasting van de nagedachtenis van de overledene.
Hoewel de benadeelde de opgevoerde psychische schade zeer summier heeft onderbouwd, is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier evident naar voren komt dat zij als gevolg van het handelen van de verdachte in haar persoon is aangetast. De grond voor immateriële schadevergoeding is hiermee gegeven (artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek).
Namens de benadeelde partij is een vergoeding van € 30.000,- gevorderd wegens seksuele uitbuiting, gepleegd gedurende een periode van 1,5 jaar. De rechtbank stelt echter vast dat het door de verdachte gepleegde feit ziet op een periode van 10 dagen en dat deze seksuele uitbuiting weliswaar de eerdere seksuele uitbuiting van de benadeelde direct opvolgde, maar wel in tijd is afgebakend. De rechtbank acht het door de benadeelde gevorderde bedrag aan schadevergoeding om deze redenen, mede gelet op vergelijkbare jurisprudentie, te hoog. De rechtbank acht een vergoeding van € 1.000,- passend en billijk en zal dit bedrag toewijzen. Voor het meer gevorderde wordt de benadeelde in haar vordering niet ontvankelijk verklaard.
Anders dan door de benadeelde is verzocht zal de rechtbank de vordering niet hoofdelijk toewijzen, nu het door de verdachte gepleegde feit een in de tijd duidelijk afgebakend feitencomplex vormt en geen overlap heeft met de door de overige medeverdachten gepleegde feiten.
Het toegewezen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en de rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr opleggen aan verdachte

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 2 ten laste gelegde feit;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
-
heft ophet (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 1.000,00te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 15 juni 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- verklaart de benadeelde partij voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer] , van € 1.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 15 juni 2021 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt,
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • veroordeelt de verdachte in de
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. L. Feuth en
mr. B. de Groot, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker en mr. M.H.C. van den Munckhof, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van 28 juni 2024.
Buiten staat
mr. B. de Groot is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij meermalen, althans eenmaal in of omstreeks de periode van 6 juni 2021 tot en met 23 augustus 2021 in de gemeente Roermond en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen althans alleen, een of meer anderen te weten, [slachtoffer] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- ( telkens) heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [slachtoffer] (sub 1°) en/of
- ( telkens) heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn medeverdachte(n) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- ( telkens) heeft/hebben gedwongen dan wel bewogen verdachte en of zijn medeverdachte(n) te bevoordelen uit de opbrengst van haar [slachtoffer] seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de seksuele uitbuiting van die ander, te weten, [slachtoffer] , (sub 6°),
zijnde of hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn medeverdachte(n)
- tegen die [slachtoffer] gezegd:” vanaf nu neem ik het over.”
- een advertentie van die [slachtoffer] gemaakt en/of geplaatst op een (of meer) sekswebsite(s) en/of
- afspraken met klanten gemaakt en/of klanten geregeld voor die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] naar/van de plek waar zij zich prostitueerde(n) gebracht en/of laten brengen en/of
- de woning van die [slachtoffer] overgenomen (en gebruikt als sekswerkplek) en/of
- die [slachtoffer] opdracht gegeven en/of onder druk gezet en/of ertoe aangezet en/of gebracht om vele uren achter elkaar te werken in de prostitutie, in elk geval een aantal dagen per week en/of een aantal uren per dag als prostituee te werken en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft geschreeuwd en/of gezegd dat hij (verdachte [verdachte] ) vuurwapens gaat gebruiken en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) mishandeld en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) (anaal) verkracht en/of
- verdovende middelen aan die [slachtoffer] verstrekt en/of
- zorggedragen voor controle en/of toezicht op de prostitutiewerkzaamheden en/of verdiensten (daaruit) van die [slachtoffer] en/of
- die [slachtoffer] al haar verdiensten, althans een aanzienlijk deel daarvan, laten afgeven aan verdachte en/of zijn mededader(s), althans die [slachtoffer] geen gedeelte, althans weinig van haar verdiensten laten behouden, en/of
- verhinderd dat die [slachtoffer] uit eigen vrije wil haar prostitutiewerkzaamheden zou kunnen beëindigen, en/of
- die [slachtoffer] in een kamer en/of woning op te sluiten en/of die [slachtoffer] (nooit) alleen te laten en/of (aldus) die [slachtoffer] in een door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) gecontroleerde situatie gehouden, in elk geval één of meer (andere) handelingen verricht, strekkende tot het brengen en/of houden van die [slachtoffer] in een dwang- en/of uitbuitingssituatie, in elk geval in een van verdachte en/of zijn medeverdachte(n) afhankelijke positie;
2.
hij, meermalen althans eenmaal in of omstreeks de periode van 6 juni 2021 tot en met 23 augustus 2021 in de gemeente Roermond, althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten:
- het brengen/duwen en/of houden van zijn penis in de mond van en/of zich laten pijpen door die [slachtoffer] ,
- het brengen/duwen en/of houden van zijn vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ,
- het brengen/duwen van zijn penis tegen de vagina en/of anus en/of schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het laten vasthouden van zijn penis en/of zich laten aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van die [slachtoffer]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte:
- die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of
- die [slachtoffer] als zijn bezit zag en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft geschreeuwd en/of gezegd dat hij (verdachte [verdachte] ) vuurwapens gaat gebruiken en/of
-verdovende middelen aan die [slachtoffer] heeft gegeven;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, proces-verbaalnummer LBRCC21010-266, onderzoek Lampedusa, gesloten d.d. 30 september 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 807.
2.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel d.d. 24 september 2021, p. 66-67.
3.Proces-verbaal aangifte d.d. 22 februari 2022, p. 73-83.
4.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 1 december 2021, p. 87-97.
5.Proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 maart 2022, p. 180-190.
6.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 31 januari 2022, p. 98-108.
7.Proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 26 januari 2022, p. 121-135.
8.Proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 15 maart 2022, p. 191-198.
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2021, p. 110 en112.
10.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2022, p. 765.
11.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel d.d. 10 maart 2022, p. 245-246.
12.Proces-verbaal informatief gesprek mensenhandel d.d. 6 april 2022, p. 303.
13.Proces-verbaal van verhoor aangever, 1e verhoor [naam 13] , d.d. 20 april 2022, p. 311 - 312.
14.Proces-verbaal van verhoor aangever, 1e verhoor [naam 13] , d.d. 20 april 2022,p. 313-314.
15.Proces-verbaal van bevindingen gesprek [naam 19] d.d. 16 maart 2022, p. 333-334.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 20] van 1 juni 2022, p. 408-409, 413 en 416-417,
17.Proces-verbaal van verhoor aangever [naam 13] , p. 314.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 21] van 25 november 2021, p. 355-362.
19.Processen-verbaal van verhoor getuige [naam 1] van 8 maart 2022 en 5 april 2022, p. 375-383 en 384-399.
20.Proces-verbaal van bevindingen kwetsbaarheid [slachtoffer] d.d. 23 mei 2022, p. 204-205.
21.Proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 7 maart 2022, p. 187.
22.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2022, p. 765-766.
23.Proces-verbaal van bevindingen van 30 juni 2022, p. 672-682.
24.Proces verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 3] d.d. 25 mei 2022, p. 569.
25.De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 27 mei 2024.