Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, tevens akte van eiswijziging
2.De feiten
30 september 2023 beëindigd.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die voor de Kantonrechter in Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen die een affectieve relatie hebben gehad en gezamenlijk een woning huurden. De relatie is op 30 september 2023 beëindigd, waarna de partijen in een juridisch conflict zijn verwikkeld geraakt over de voortzetting van de huurovereenkomst. De eiser in conventie vordert dat de huurovereenkomst met betrekking tot de woning zal eindigen en dat hij alleen de huurovereenkomst zal voortzetten. De gedaagde in conventie voert verweer en vordert in reconventie dat zij de huurovereenkomst zal voortzetten en de eiser de woning dient te verlaten.
De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 mei 2024, waarbij de kantonrechter de stellingen van beide partijen heeft gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de financiële positie van de gedaagde in reconventie is verslechterd en dat zij niet kan garanderen de huur zelfstandig te kunnen betalen. De kantonrechter heeft daarom de vordering van de eiser in conventie toegewezen en bepaald dat hij met ingang van 1 juli 2024 de huur van de woning zal voortzetten, met uitsluiting van de gedaagde in reconventie. De vorderingen van de gedaagde in reconventie zijn afgewezen.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 26 juni 2024 door mr. R.H.J. Otto.