ECLI:NL:RBLIM:2024:3867

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
10956714 \ CV EXPL 24-1089
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte na beëindiging affectieve relatie

In deze zaak, die voor de Kantonrechter in Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee partijen die een affectieve relatie hebben gehad en gezamenlijk een woning huurden. De relatie is op 30 september 2023 beëindigd, waarna de partijen in een juridisch conflict zijn verwikkeld geraakt over de voortzetting van de huurovereenkomst. De eiser in conventie vordert dat de huurovereenkomst met betrekking tot de woning zal eindigen en dat hij alleen de huurovereenkomst zal voortzetten. De gedaagde in conventie voert verweer en vordert in reconventie dat zij de huurovereenkomst zal voortzetten en de eiser de woning dient te verlaten.

De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 14 mei 2024, waarbij de kantonrechter de stellingen van beide partijen heeft gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de financiële positie van de gedaagde in reconventie is verslechterd en dat zij niet kan garanderen de huur zelfstandig te kunnen betalen. De kantonrechter heeft daarom de vordering van de eiser in conventie toegewezen en bepaald dat hij met ingang van 1 juli 2024 de huur van de woning zal voortzetten, met uitsluiting van de gedaagde in reconventie. De vorderingen van de gedaagde in reconventie zijn afgewezen.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 26 juni 2024 door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10956714 \ CV EXPL 24-1089
Vonnis van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. J.F.C. Eliëns,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,
gemachtigde: mr. F.H.M. Belt.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, tevens akte van eiswijziging
- de mondelinge behandeling van 14 mei 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. De relatie is op
30 september 2023 beëindigd.
2.2.
Sinds 18 februari 2022 huren partijen gezamenlijk de woning aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: “de woning”). De (kale) huur bedraagt € 785,23 per maand.
2.3.
De huurovereenkomst was aanvankelijk gekoppeld aan een begeleidingsovereenkomst vanwege de hulpvragen van . Inmiddels is deze begeleidingsovereenkomst afgelopen.
2.4.
Op 30 september 2023 heeft de woning verlaten. Zij heeft een aantal maanden bij haar moeder verbleven. Op 7 februari 2024 is teruggekeerd naar de woning, maar op 8 februari 2024 heeft zij de woning weer verlaten. Momenteel verblijft tijdelijk bij een vriendin.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat - dat voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de door partijen als medehuurders aangegane huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] zal eindigen en dat eiser alleen de huurovereenkomst zal voortzetten,.
3.2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert - samengevat - op haar beurt in spiegelbeeld dat het [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] is die de huurovereenkomst zal voortzetten en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] degene die de betreffende woning dient te verlaten..
3.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.
Nu de vorderingen in conventie en reconventie dusdanig met elkaar samenhangen in die zin dat afwijzing van de een zal moeten leiden tot toewijzing van de ander, zal de kantonrechter de stellingen hierna gezamenlijk behandelen.
4.2.
Partijen hebben hun geschil eerder voorgelegd aan de voorzieningenrechter. Deze heeft bij vonnis het tijdelijk voortgezet gebruik van de woning in afwachting van de beslissing in de hoofdzaak, toegewezen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] (vonnis d.d. 8 maart 2024 C/03/327310/ KG ZA 24-42). Naast het de door beide partijen aangevoerde belangen, heeft de voorzieningenrechter daarbij zwaar laten wegen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op basis van zijn financiële gegevens de huur zou kunnen betalen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou dat naast haar eigen inkomen uit arbeid slechts kunnen met een forse financiële bijdrage van haar vader.
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is komen vast te staan dat de (tijdelijke) arbeidsovereenkomst van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet zal worden verlengd. Zij geeft daarop echter aan dat zij nu bij haar vader, die een coffeeshop in Maastricht zou uitbaten, kan gaan werken tegen een bruto inkomen van € 2.100,00 per maand. Deze stelling is echter op geen enkele wijze onderbouwd. Een intentieverklaring van vader, arbeidsovereenkomst of ander bewijs werd niet overgelegd.
4.4.
Nu vaststaat dat de financiële positie van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verder is verslechterd en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als zodanig weinig tot geen garantie kan bieden dat zij in de toekomst daadwerkelijk de huur van de woning zelfstandig kan opbrengen, zal de kantonrechter de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] toewijzen en ex art. 7:267 lid 7 BW bepalen dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met ingang van 1 juli 2024 de huur van de gemeenschappelijk gehuurde woning zal voortzetten met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] .
4.5.
De (bij akte gewijzigde) vorderingen tot een verbod voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de woning te betreden en te ontruimen onder dwangsom zullen worden afgewezen bij gebrek aan belang nu [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet alleen verklaard heeft dat zij zal handelen conform dit oordeel, doch ook verder niet is onderbouwd door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat dit mogelijk anders zou liggen.
4.6.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] de huur van de woning aan de [adres] te [woonplaats] met ingang van 1 juli 2024 niet langer zal voorzetten en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het huurecht met uitsluiting van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zal voortzetten
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] af,
5.6.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.