ECLI:NL:RBLIM:2024:3771

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
C/03/314650 / HA ZA 23-83
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in huwelijksvermogensrecht met benoeming deskundige voor taxatie woning

In deze zaak, die zich afspeelt in het huwelijksvermogensrecht, heeft de Rechtbank Limburg op 19 juni 2024 een tussenvonnis uitgesproken. De rechtbank heeft eerder, op 28 februari 2024, aangegeven voornemens te zijn een deskundigenbericht te laten opstellen met betrekking tot de taxatie van de waarde van een woning. Beide partijen, [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], hebben hun voorkeuren voor deskundigen gesuggereerd, maar hebben ook ingestemd met de benoeming van een deskundige door de rechtbank. De rechtbank heeft uiteindelijk M.T. Oberdorf benoemd als deskundige, werkzaam bij Kempen & Oberdorf Makelaardij Sittard.

De rechtbank heeft bepaald dat het voorschot voor de deskundige, vastgesteld op € 950,00 inclusief btw, voorlopig ten laste van 's Rijks kas komt, aangezien beide partijen een toevoeging hebben ontvangen. De rechtbank heeft ook benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat zij hun procesdossiers aan de deskundige moeten overhandigen. De deskundige is opgedragen om binnen twee maanden na deze beslissing een schriftelijk rapport in te dienen, waarin ook de reacties van partijen op het conceptrapport moeten worden opgenomen.

De rechtbank heeft verder aangegeven dat de zaak na ontvangst van het definitieve deskundigenrapport op de rol zal worden geplaatst, zodat partijen de gelegenheid krijgen om een conclusie na deskundigenrapport te nemen. Tot die tijd houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/314650 / HA ZA 23-83
Vonnis van 19 juni 2024
in de zaak van
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] ,
advocaat: mr. J.P.H.J. Hermans,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
advocaat: mr. E.B. Doganer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 28 februari 2024
  • de akte uitlaten aan de zijde van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] met producties G en H
  • de akte uitlaten tevens vermeerdering c.q. wijziging van eis in reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met productie 11
  • de akte uitlating naar aanleiding van vermeerdering c.q. wijziging van eis van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] met productie I
  • de akte uitlaten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

in conventie en in reconventie
2.1.
Bij vonnis van 28 februari 2024 heeft de rechtbank - kort gezegd - laten weten
voornemens te zijn een deskundigenbericht in winnen met betrekking tot de taxatie
van de waarde van de woning.
2.2.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft bij akte ingestemd met de benoeming van een makelaar / taxateur alsook met de door de rechtbank geformuleerde vragen. Zij heeft primair als deskundige gesuggereerd [naam makelaar 1] van [naam bv] en subsidiair gerefereerd aan een door de rechtbank te kiezen deskundige.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft primair [naam makelaar 2] of [naam makelaar 3] gesuggereerd als te benoemen deskundige en subsidiair gerefereerd aan een door de rechtbank te kiezen deskundige. Hij heeft zich niet uitgelaten over de door de rechtbank geformuleerde vragen, waaruit de rechtbank afleidt dat hij daarmee instemt.
2.4.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 28 februari 2024 ten onrechte overwogen dat partijen het voorschot van de deskundige gelijkelijk (ieder bij helfte) dienen te voldoen; partijen procederen immers allebei met een toevoeging. Gelet op art. 199 lid 3 Rv zal de rechtbank daarom bepalen dat het door partijen te betalen voorschot op de kosten van het deskundigenbericht voorlopig ten laste van ’s Rijks kas zal komen. Hangende het geding wordt het ten laste van ’s Rijks kas betaalde bedrag voorlopig in debet gesteld. Blijkens opgave door de voorgestane deskundige bedragen de kosten voor de taxatie € 950,00 incl. btw, hetgeen de rechtbank redelijk voorkomt. Desgevraagd heeft de voorgestane deskundige aan de rechtbank laten weten dat de opname van taxatie in verband met een geplande vakantie niet voor 8 juli 2024 kan plaatsvinden. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding de voorgestane deskundige niet als zodanig te benoemen, te meer nu de vakantieperiode aanbreekt. De rechtbank gaat dan ook over tot het benoemen van de voorgestane deskundige als onder (3) is vermeld.
2.5.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.6.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.7.
In afwachting van het deskundigenbericht houdt de rechtbank iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek (geen geveltaxatie) door de deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. op welke vrije verkoopwaarde, vrij van huur en/of gebruiksrechten ter zake, naar
peildatum van heden (19 juni 2024) taxeert u het woonhuis met verdere aanhorigheden, ondergrond en tuin, staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ?
2. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
naam: de heer
M.T. Oberdorf, als NVM makelaar en taxateur werkzaam bij
Kempen & Oberdorf Makelaardij Sittard,
telefoon: 046-45 123 49
e-mailadres: makelaardij@kempenoberdorf.nl
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 950,00 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat het voorschot van partijen voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt, nu aan partijen (ieder afzonderlijk) een toevoeging is verleend,
het onderzoek
3.5.
bepaalt dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] haar procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.6.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de
deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.7.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.8.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.9.
draagt de deskundige op om uiterlijk
twee maandenna deze beslissing een
schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren,
onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.10.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.11.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het conceptrapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren,
overige bepalingen
3.12.
verstaat dat de zaak na ontvangst van het definitieve deskundigenrapport ter griffie
op de rol zal worden geplaatst teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een conclusie na deskundigenrapport te nemen,
3.13.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op
19 juni 2024.
JC