Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
in Nederland– wordt hiermee verworpen; om de cocaïne in de haven van Antwerpen te krijgen (hetgeen de bedoeling van de verdachte en zijn mededaders was), is het noodzakelijk de cocaïne in Nederland in te voeren (en uit te voeren).
tp”) zich meldt. De verdachte wist ook het kenteken van de vrachtwagen die de lading moest ophalen en deelde deze informatie met [medeverdachte 1] . En als de verdachte niet zelf de transporteur hoefde te regelen, wist hij dat er drugs in de deklading zat.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 54 maanden;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.