Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
hierna te noemen: [eiser] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. J. In ’t Ven.
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
2.2. De beoordeling
€ 843,26 aan buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten, en rente over alle gevorderde bedragen. Volgens [eiser] is, gelet op artikel 6 van de huurovereenkomst, sprake van onverschuldigde betaling en dient [gedaagde] de energiekosten aan hem terug te betalen.
De kantonrechter begrijpt dat [eiser] dus een beroep op wanprestatie als bedoeld in artikel 6:74 BW doet. In dit artikel is bepaald dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden.
[eiser] betwist dat [naam eigenaar] aan [gedaagde] de machtiging heeft gegeven om hem te vertegenwoordigen in relatie met [eiser] . Volgens [eiser] heeft [gedaagde] de handtekening van [naam eigenaar] vervalst. Hij verwijst ter onderbouwing naar e-mail- en Whatsappberichten van [naam eigenaar] . [eiser] stelt dat [naam eigenaar] in het geheel niet betrokken is geweest bij het opstellen van de huurovereenkomst en dus ook niet bij de voorwaarden van de verhuur. Volgens [eiser] heeft [gedaagde] iets in het contract opgenomen dat [naam eigenaar] nooit zou doen, namelijk de huurprijs inclusief gas, water en licht. Volgens [eiser] is [gedaagde] persoonlijk aansprakelijk voor zijn schade van € 9.365,10 op grond van artikel 3:70 BW.
[gedaagde] betwist dat hij buiten zijn volmacht is getreden en de huurovereenkomst heeft vervalst.
€ 792,00(2 punten x tarief € 396,00)