ECLI:NL:RBLIM:2024:3602

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
C/03/330091/ KG ZA 24-132
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie en inzage in kort geding tussen Bewust Beveiliging Nederland B.V. en Zorg Bemiddeling Nederland B.V. en KR Consulting B.V.

In deze zaak, die op 20 juni 2024 door de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben eiseressen, Bewust Beveiliging Nederland B.V. (BBN) en een tweede eiseres, een kort geding aangespannen tegen Zorg Bemiddeling Nederland B.V. (ZBN) en KR Consulting B.V. De eiseressen vorderden rectificatie van onrechtmatige uitlatingen die door gedaagden waren gedaan in een brief en e-mail van 5 en 7 februari 2024. De eiseressen stelden dat deze uitlatingen hen in een negatief daglicht hadden geplaatst en dat zij hierdoor schade hadden geleden. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld door een verband te leggen tussen de handelingen van een persoon, die in de brief werd genoemd, en de eiseressen. De rechtbank wees de vorderingen van eiseressen toe, met uitzondering van de vordering tot inzage in de lijst van ontvangers van de onrechtmatige berichten, die werd afgewezen. De gedaagden werden veroordeeld om hun onrechtmatige handelingen te staken en te rectificeren binnen een bepaalde termijn, met een dwangsom voor het geval zij hier niet aan voldeden. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/330091 / KG ZA 24-132
Vonnis in kort geding van 20 juni 2024
in de zaak van

1.BEWUST BEVEILIGING NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Den Haag,
2.
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eiseressen,
hierna eveneens te noemen: BBN en [eiseres sub 2] ,
advocaat: mr. N.M. Fakiri,
tegen

1.ZORG BEMIDDELING NEDERLAND B.V.,

te Elsloo,
2.
KR CONSULTING B.V.,
te Beek,
gedaagden,
hierna eveneens te noemen: ZBN en KR Consulting,
vertegenwoordigd door: [naam directeur] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 mei 2024 met de producties 1 t/m 7,
- het schrijven van gedaagden van 5 mei 2024 met de producties 1 t/m 11
- de aanvullende producties 8 t/m 20 van eiseressen,
- de aanvullende productie 21 van eiseressen,
- de mondelinge behandeling van 11 juni 2024,
- de machtiging van ZBN,
- de pleitnota van BBN en [eiseres sub 2] .

2.De feiten

2.1.
BBN is opgericht bij akte van 17 augustus 2023. BBN is actief als uitzendbureau op het gebied van particuliere beveiliging. Algemeen directeuren van BNN zijn AWCV Holding B.V. te Den Haag en Hamel Holding B.V. te Rotterdam. Directrice van BBN is [eiseres sub 2] .
2.2.
KR Consulting is een administratie- en adviesbureau te Beek. Directeur van KR Consulting is de heer [naam directeur] (hierna: [naam directeur] ). [naam directeur] is tevens gevolmachtigde / vertegenwoordiger van ZBN (machtiging d.d. 6 juni 2024, overgelegd ter mondelinge behandeling).
2.3.
Op 5 februari 2024 heeft KR Consulting een brief gezonden aan haar zakelijke relatie Dutch Crowd Security te Purmerend. In die brief is het volgende, zoals hierna geciteerd weergegeven, te lezen:
Betreft: uw relatie met ZBN BV
Geachte Directie,
Zoals u wellicht heeft gehoord lopen de zaken bij ZBN BV, waarmee u een relatie heeft op dit moment
niet helemaal zoals ze moeten lopen.
Ik vind dat ik u als opdrachtgever van deze vennootschap, in mijn positie als accountant, deze informatie
niet mag onthouden en wil voorkomen dat er nog meer zaken uit de rails gaan lopen.
Even een korte recapitulatie van wat er gebeurd en nog steeds gaande is.
[naam] heeft na zijn persoonlijk faillissement met zijn vorig bedrijf een nieuw bedrijf, ZBN BV,
opgestart op naam van zijn toenmalige vriendin. Deze relatie is inmiddels stukgelopen.
[naam] heeft als gemachtigde van de vennootschap enorme bedragen onttrokken van de rekening
waardoor ZBN BV in de loop van de tijd steeds minder aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen.
Hij kon dit doen omdat er binnen het bedrijf geen enkele administratieve controle was op zijn handelen.
Echter ook organisatorisch was er wel het een en ander mis binnen de organisatie. [naam] zelf stond niet
op de loonlijst van de BV.
Recentelijk hebben wij na goed overleg met de huidig bestuurder, de ex-vriendin van [naam] , besloten om
een reddingsactie voor de onderneming te starten want de onderneming is bij goed bestuur met een
goede Organisatie minimaal levensvatbaar en winstgevend te noemen. In dit kader hebben wij het
ongecontroleerd handelen van [naam] ook aan de kaak gesteld.
Waarschijnlijk om deze reden heeft [naam] van de een op de andere dag zijn activiteiten voor ZBN BV
gestaakt. Achteraf is gebleken dat hij al in augustus 2023, samen met zijn nieuwe vriendin, een nieuwe
onderneming heeft opgezet met als doel om op illegale wijze een nieuwe start te maken, waarbij klanten
van ZBN BV met allerlei smoesjes werden benaderd om over te stappen naar zijn nieuwe bedrijf dat
handelt onder de naam “Bewust Beveiliging Nederland BV”, ofwel BBN BV. Dit bedrijf is gevestigd in Den
Haag. Haar bestuurder is, via haar eigen holding die 100% eigenaar is van BBN BV, mevrouw [eiseres sub 2]
.
Niet alleen bestaande opdrachtgevers van ZBN BV worden “benaderd” om in de toekomst zaken te gaan
doen met het nieuwe bedrijf BBN BV, maar ook het personeel van ZBN BV wordt zelfs zwaar onder druk
gezet door [naam] om ontslag te nemen bij ZBN BV en over te stappen naar BBN BV.
Sommige opdrachtgevers worden op dit moment ook benaderd om door ZBN BV gefactureerde bedragen
over te maken op een rekening van de nieuwe organisatie.
In het kader van deze ontwikkelingen verzoeken wij u om uw bestaande contract of de bestaande
afspraken met ZBN BV te respecteren en onder geen beding facturen die u van ZBN BV heeft ontvangen
over te maken op een andere rekening dan die van ZBN BV, dan wel op de rekening van de huidig
bestuurder van ZBN BV, mevrouw [naam bestuurder] .
Wij verzoeken u voor uw eigen bestwil om absoluut geen zakelijke relatie aan te knopen met de heer
[naam] .
Tevens stellen wij het bijzonder op prijs als u ons kunt laten weten of u reeds benaderd bent door de
heer [naam] om een overstap te maken, dan wel facturen op andere rekeningen over te maken.
Wij proberen op dit moment er alles aan te doen om de zaak draaiende te houden en invulling te geven
aan de planningen voor inzet van het ZBN personeel bij uw organisatie.
Tevens zullen wij u op de hoogte houden van nieuwe ontwikkelingen.
Indien u in de tussentijd nog vragen heeft, kunt u ons altijd telefonisch bereiken of een mailbericht
sturen.
Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben bericht.
Met vriendelijke groet,
Namens de Directie van ZBN BV
[naam directeur]
2.4.
Op 7 februari 2024 heeft KR Consulting een e-mail aan (oud-)medewerkers van ZBN gestuurd, waarin het volgende, zoals hierna geciteerd weergegeven, is te lezen:
Betreft: jouw arbeidsrelatie met ZBN BV
Beste (oud-)medewerk(st)er,
Zoals je wellicht hebt gemerkt. o.a. uit je ervaringen rond de
salarisbetalingen over de maand december 2023, lopen de zaken
bij ZBN BV, waarmee je een arbeidsrelatie mee hebt of had, op
dit moment niet zoals ze zou moeten lopen.
Wij willen jullie, als boekhouder van ZBN BV, hier nader over
informeren via deze mail, dit om te voorkomen dat zaken nog
meer gaan escaleren en dat je misschien. verkeerde beslissingen
gaat nemen of al hebt genomen.
Jullie kennen [naam] waarschijnlijk als de grote man van
ZBN BV maar in feite was de situatie zó, dat [naam] als
gemachtigde namens zijn ex-vriendin, de eigenaresse van het
bedrijf, activiteiten voor ZBN BV zou uitvoeren.
Helaas hebben wij moeten constateren dat dit verre van
vlekkeloos is verlopen, dat organisatorisch en administratief’
zaken niet klopten en bovendien dat [naam] zich grote sommen
geld van de rekening die op naam staat van ZBN BV, heeft
toegeëigend, waardoor er nu sprake is van te weinig beschikbare
geldmiddelen om direct aan alle verplichtingen te voldoen.
Wij hebben nu besloten om samen met de echte directie van het
bedrijf orde op zaken te stellen bij ZBN. in principe kan de
onderneming namelijk een kerngezond bedrijf zijn. Een van de
maatregelen is o.a. dat wij afscheid hebben genomen van de
[naam] .
Laatstgenoemde heeft dit waarschijnlijk al eerder zien
aankomen want hij heeft in Augustus 2023 op naam van zijn
vriendin een nieuwe BV opgericht onder de naam BBN BV, wat
staat voor Bewust Beveiligen Nederland BV.
Ik wil je er met klem op wijzen dat ook dit ten strengste
verboden is in he kader van concurrentiebeding en
relatiebeding. Medewerk(st)ers die ontslag nemen bij ZBN BV
om vervolgens in dienst te treden van BBN BV kunnen hiervoor
ook zware boetes krijgen. Daar wil ik jullie nadrukkelijk voor
waarschuwen.
Wat stelt ZBN BV hier voor jullie tegenover:
Wij zullen proberen ervoor te zorgen dat (de planningen voor de
inzet van alle medewerkers doorlopen en wat misschien wel
belangrijker is, dat jij iedere maand op tijd je salaris krijgt
overgemaakt.
Daarnaast willen wij er ook voor zorgen dat als jij nog geen
contract hebt, dit zo spoedig mogelijk ontvangt en dat de
pensioenafdrachten die het bedrijf voor jou moet doen correct
wordt betaald.
Wat verwacht ZBN BV van jou?
Niet meer dan een enthousiaste inzet hij de klanten waar je
wordt ingezet en een tijdige en correcte aanlevering van de
gewerkte uren. Uiteindelijk draagt dit laatste ook bij aan het
tijdig kunnen betalen van je salaris.
Indien je inmiddels de overstap naar BBN BV hebt gemaakt.
verzoek ik je toch nog eens goed na te denken over deze
beslissing en de mogelijke boete die je kunt verwachten als je
daar in dienst blijft.
ZBN BV is bereid om zonder rancune je opgezegde contract
weer in ere te herstellen.
2.5.
Eiseressen hebben, naar aanleiding van de bovenstaande e-mail van 7 februari 2024, KR Consulting bij e-mail van 9 februari 2024 (productie 4 dv) als volgt, hierna geciteerd weergegeven, bericht:
In de genoemde correspondentie suggereert u dat ik nog de partner ben van de heer [naam] en dat hij een
bedrijf op mijn naam heeft opgericht. Ook stelt u dat er meerdere ZBN-medewerkers onderdeel zijn geworden
van mijn personeelsbestand. Dit is onjuist.
Ik benadruk bij deze beleefd, doch dringend dat ik uw onprofessionele en juridisch betwistbare handelwijze niet
tolereer.
Uw beschuldigingen zijn ongegrond, schadelijk en kunnen aanzienlijke repercussies hebben voor zowel mijn
persoonlijke reputatie als voor mijn bedrijf, Ik heb in augustus 2023 getracht een fusie aan te gaan met Zorg
Bemiddeling Nederland. Aangezien deze fusie niet doorging, heb ik ervoor gekozen om de onderneming
zelfstandig voort te zetten. Het op uw weg gelegen u contact opnam met mijn Organisatie voordat dergelijke
veronderstellingen werden geuit.
Ik verzoek u beleefd om onmiddellijk te stoppen met het verspreiden van onwaarheden. Verdere lasterlijke
uitingen zullen worden beschouwd als een schending van de wet en zullen leiden tot Juridische stappen.
Indien ik binnen onder gestelde termijn geen reactie van u ontvang, zal ik genoodzaakt zijn om verdere
maatregelen te treffen ter bescherming van mijn reputatie en bedrijf, waaronder aangifte. Uw gebrek aan
boekhoudende dienstverlening en non-conformiteit met de gestelde normen eisen een onverbiddelijke stap: ik
zal zonder aarzeling stappen ondernemen door het indienen van een juridisch -, tucht -, dan wel
klachtprocedure.
(…)
Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben en verwacht binnen vijf dagen een schriftelijke reactie.
2.6.
Eiseressen hebben bij e-mail van hun advocaat van 21 maart 2024 (productie 6 dv) KR Consulting – kort gezegd – gesommeerd de onrechtmatige handelingen jegens eiseressen te staken en gestaakt te houden en op grond van artikel 843a Rv verzocht de advocaat van eiseressen te berichten over alle zijdens gedaagden gedane berichten met een vergelijkbare inhoud als de brief van 5 februari 2024. Gedaagden hebben niet aan die sommatie en dit verzoek voldaan.

3.Ontvankelijkheid ‘eis in reconventie’

3.1.
De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat gedaagden in hun schriftelijk verweer van 5 mei 2024 ook vorderingen jegens eiseressen hebben geformuleerd. Dit komt neer op een eis in reconventie. Een eis in reconventie kan echter slechts worden ingesteld door een partij die bij advocaat is verschenen (artikel 6.1. van het Landelijk procesreglement kort gedingen rechtbanken). Doordat gedaagden niet vertegenwoordigd zijn door een advocaat, kan de eis in reconventie niet worden toegelaten. De voorzieningenrechter zal gedaagden dan ook niet-ontvankelijk verklaren in hun eis in reconventie.

4.Het geschil in conventie

4.1.
Eiseressen vorderen [
naar de rechtbank begrijpt, met inachtneming van onderdeel 6 onder 6.2 en 6.3 van de dagvaarding, en verbeterd leest], bij vonnis in kort geding, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I. gedaagden te veroordelen om hun onrechtmatige handelingen te staken en ge-staakt te houden onder oplegging van een dwangsom van € 5.000,- per keer dat zij jegens eiseressen onrechtmatig handelen met een maximum van € 200.000,-;
II. gedaagden te veroordelen om binnen drie dagen na dit vonnis over te gaan tot het toezenden per e-mail van de lijst van ontvangers van de berichten, vergelijk-baar aan de e-mail van 7 februari en de brief van 5 februari 2024, aan de advo-caat van eiseressen, en te bepalen dat gedaagden een dwangsom zullen verbeu-ren van € 5.000,- als zij in gebreke blijven, met een maximum van € 200.000,-;
III. te bepalen dat gedaagde sub 1 haar berichten zal rectificeren door binnen 48 uur aan ontvangers van haar berichten, met een inhoud vergelijkbaar als dan wel een vergelijkbare inhoud als de e-mail van 7 februari en de brief van 5 februari 2024, een brief te zenden waarin zij schrijft:
“Onlangs hebben wij U een brief/e-mail gezonden waarin wij U waarschuwen voor [naam] en een relatie leggen tussen [naam] , Bewust Beveiliging Nederland B.V. en mevrouw [eiseres sub 2] .
Onze uitlatingen ten aanzien van Bewust Beveiliging Nederland B.V. en mevrouw [eiseres sub 2] zijn onrechtmatig. Op last van de Voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg rectificeren wij ons bericht. Wij hebben geen enkele reden gehad om mevrouw [eiseres sub 2] en Bewust Beveiliging Nederland te betrekken bij de problemen die ZBN heeft ervaren. Wij bieden mevrouw [eiseres sub 2] alsmede Bewust Beveiliging Nederland hiervoor onze oprechte excuses aan.”
en hiervan een kopie zal zenden aan de advocaat eiseressen onder oplegging van een dwangsom € 5.000,- als zij niet aan vorenstaande voldoet, met een maximum van € 200.000,-;
IV. gedaagde sub II te veroordelen tot publicatie van het bovenstaande bericht op haar website “https://www.krconsulting.nl/” gedurende de periode van een maand, onder oplegging van een dwangsom van € 5000,- voor iedere dag dat zij hier niet aan voldoet met een maximum van € 200.000,-;
V. gedaagden te veroordelen tot de proceskosten.
4.2.
Eiseressen leggen – samengevat – aan hun vorderingen ten grondslag dat gedaagden onrechtmatig jegens hen hebben gehandeld (artikel 6:162 BW) door het, in de e-mail van 7 februari 2024 en de brief van 5 februari 2024, gestelde onrechtmatige handelen van [naam] te linken aan eiseressen. Eiseressen betwisten dat [naam] op naam van [eiseres sub 2] , BBN heeft opgericht en dat [naam] via BBN klanten en medewerkers van ZBN zou hebben benaderd. Op de mondelinge behandeling in kort geding hebben eiseressen nader toegelicht dat [naam] niet de eigenaar of aandeelhouder van BBN is (geweest) en aangevoerd – zoals zij [naam directeur] ook al bij de brief van 9 februari 2024 hadden bericht (zie rov. 2.5) – dat [eiseres sub 2] een affectieve relatie met [naam] heeft gehad. Enkel vanwege die relatie heeft zij persoonlijk contact met [naam] gehad. BBN heeft verder, in het kader van het betrachten van een fusie met ZBN in 2023, daarover overleg met [naam] / ZBN gehad. Doch dit overleg was niet onrechtmatig. Eiseressen vorderen gelet hierop rectificatie van de naar hen verwijzende (onrechtmatige) berichten van 5 en 7 februari 2024 (artikel 6:167 lid 1 BW) en inzage in de lijst van ontvangers (artikel 843a Rv).
Eiseressen stellen voorts – samengevat – dat zij door de betreffende berichten schade hebben geleden. Zo heeft bijvoorbeeld R&K Security, naar aanleiding van de belastende informatie van [naam directeur] , de relatie met BBN beëindigd. En [eiseres sub 2] is door de onrechtmatige berichtgevingen van [naam directeur] en het geschil daarover tussen partijen geschaad in haar gezondheidstoestand.
4.3.
ZBN en KR Consulting voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkheid van BBN en [eiseres sub 2] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van BBN en [eiseres sub 2] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van BBN en [eiseres sub 2] in de kosten van deze procedure. Gedaagden voeren allereerst aan dat de bovenstaande e-mail en brief onrechtmatig door eiseressen zijn verkregen en dat die berichten daardoor niet als bewijs in deze zaak kunnen dienen. Reeds gelet hierop dient het gevorderde te worden afgewezen, aldus gedaagden.
Gedaagden betwisten voorts – samengevat – dat zij onrechtmatig jegens eiseressen hebben gehandeld. Gedaagden voeren aan dat zij bij verweerschrift de juistheid van de informatie in de brief van 5 februari 2024 en de e-mail van 7 februari 2024 hebben onderbouwd en dat de inhoud en strekking van die berichten overigens niet onrechtmatig jegens eiseressen is. Gedaagden voeren voorts aan dat zij, nadat zij die berichten van 5 en 7 februari 2024 hebben verzonden, geen nieuwe – gelijkluidende – berichten meer hebben verzonden. Het gevorderde moet ook gelet hierop worden afgewezen, aldus gedaagden.
4.4.
Op de stellingen en weren van partijen in conventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

Spoedeisend belang
5.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De voor-zieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of eiseressen ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Dit spoedeisend belang van eiseressen blijkt voldoende uit de aard van de vorderingen.
Kans van slagen vorderingen
5.2.
Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen van eiseressen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen of slechts (zeer) beperkt plaats is voor bewijslevering.
- Onrechtmatig bewijs
5.3.
De stelling van gedaagden, inhoudende dat de brief en e-mail van 5 en 7 februari 2024 door eiseressen onrechtmatig zijn verkregen, is onvoldoende onderbouwd en vindt ook overigens geen steun in het recht. Bij een en ander dient voor ogen te worden gehouden dat het kennelijk de persoon [naam] was die de betreffende berichten onrechtmatig van de server van gedaagden zou hebben gehaald en niet eiseressen, iets wat in het kader van deze kort gedingprocedure voorshands niet kan worden vastgesteld. Daarbij geldt dat, zelfs indien het bewijs onrechtmatig door eiseressen zou zijn verkregen, artikel 152 Rv bepaalt dat bewijs in een civiele procedure door alle middelen kan worden geleverd en dat de waardering van het bewijs aan het oordeel van de rechter is overgelaten, tenzij de wet anders bepaalt. In een civiele procedure geldt niet als algemene regel dat de rechter op onrechtmatig verkregen bewijs geen acht mag slaan. In beginsel wegen het algemene maatschappelijke belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, alsmede het belang dat partijen erbij hebben hun stellingen in rechte aannemelijk te kunnen maken, welke belangen mede aan artikel 152 Rv ten grondslag liggen, zwaarder dan het belang van uitsluiting van bewijs. Slechts indien sprake is van bijkomende omstandigheden, is terzijdelegging van dat bewijs gerechtvaardigd (HR 7 februari 1992, ECLI:NL:HR:1992: ZC0500 en HR 12 februari 1993, ECLI:NL:HR:1993: ZC0860). Van dergelijke bijkomende omstandigheden is in dit kort geding niet gebleken.
5.4.
De bovenstaande e-mail en brief kunnen dan ook dienen ter onderbouwing van de feiten zoals door eiseressen gesteld.
- onrechtmatige daad
5.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat de inhoud van de berichten van 5 en 7 februari 2024 als hier aan de orde moet worden beschouwd in nauw verband met de verdragsrechtelijk- en grondwettelijk beschermde vrijheid van meningsuiting van gedaagden die, meer in het bijzonder, valt onder het bereik van artikel 10 EVRM en artikel 7 van de Grondwet. Dit grondrecht is niet absoluut. Beperking daarvan is toegestaan als deze bij wet is voorzien en noodzakelijk is in het belang van onder meer de rechten en vrijheden van anderen (artikel 8 lid 2 EVRM) respectievelijk de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 EVRM).
5.6.
Zoals hiervoor reeds geciteerd weergegeven heeft [naam] volgens gedaagden “grote sommen geld” van de rekening van ZBN toegeëigend en zou hij met zijn “nieuwe vriendin”, zijnde [eiseres sub 2] , een nieuwe onderneming, zijnde BBN, hebben opgezet om op “illegale wijze” een nieuwe start te maken. Wat er ook zij van (het waarheidsgehalte van) die berichten, reeds door in de twee schrijvens van 5 respectievelijk 7 februari 2024 een verband te leggen tussen [naam] ’s handelingen en het bedrijf of de bedrijfsvoering van BBN alsook de persoon van [eiseres sub 2] , hebben gedaagden eiseressen in een discutabel daglicht geplaatst. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat niet kan worden vastgesteld of dat verband er is, iets wat door eiseressen ter zitting gemotiveerd is betwist. Door die berichten te sturen en daarbij te volharden – op 9 februari 2024 heeft [eiseres sub 2] [naam directeur] hierop onverrichterzake aangesproken – hebben gedaagden dan ook de eer en de goede naam van eiseressen geschaad en daarmee onrechtmatig jegens hen gehandeld. Dit spreekt temeer, nu eiseressen op de mondelinge behandeling onbetwist hebben gesteld dat zij nog steeds de materiële en immateriële gevolgen hiervan ondervinden.
Gezien het voorgaande zal het gevorderde onder I dan ook, op de hierna te bepalen wijze, worden toegewezen.
- rectificatie
5.7.
De vorderingen III en IV van eiseressen volgen uit de bovenstaande onrechtmatige passages in de brief van 5 februari 2024 en de e-mail van 7 februari 2024. Die vorderingen zijn op grond van artikel 6:167 lid 1 BW toewijsbaar, met inachtneming van het navolgende.
5.8.
In artikel 6:167 lid 1 BW is bepaald dat wanneer iemand krachtens titel 3 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad) jegens een ander aansprakelijk is ter zake van een onjuiste of door onvolledigheid misleidende publicatie van gegevens van feite-lijke aard, de rechter hem op vordering van die ander kan veroordelen tot openbaarmaking van een rectificatie op een door de rechter aan te geven wijze.
5.9.
Gelet op de voorshands geoordeelde onrechtmatige daad van gedaagden, zullen zij ex artikel 6:167 lid 1 BW worden veroordeelt tot openbaarmaking van een rectificatie van de berichten van 5 en 7 februari 2024, als hierna onder de beslissingen 6.4 en 6.6 is bepaald, waarbij de voorzieningenrechter het aan gedaagden laat of zij hiervoor hun excuses aan eiseressen aanbieden. De gevorderde dwangsommen zullen daarbij worden beperkt.
- Inzage
5.10.
De ad II in het petitum van de dagvaarding gevorderde inzage zal worden afgewe-zen. Gedaagden hebben immers gemotiveerd aangevoerd dat zij op grond van de AVG en hun bedrijfsvoering gegevens van klanten en medewerkers niet met eiseressen willen en mogen delen. Gedaagden zijn bovendien, zoals hierna zal worden beslist, gehouden tot rectificatie van de berichten van 5 en 7 februari 2024. In die zin zullen zij moeten zorgdragen voor het opnieuw en juist berichten van de bedrijven en medewerkers die zij op 5 en 7 februari 2024 onjuist hebben geïnformeerd. Daarbij komt dat ook op de website van FR Consulting de rectificatie zal moeten worden gepubliceerd en die publicatie gedurende één maand voor eenieder openbaar toegankelijk zal zijn. In dit kort geding is dan ook voorshands onvoldoende gebleken van een voldoende rechtmatig belang van eiseressen bij afgifte van de betreffende gegevens van medewerkers van ZNB en zakelijke relaties van ZBN.
Proceskosten
5.11.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
verklaart gedaagden niet-ontvankelijk in de eis in reconventie,
6.2.
veroordeelt gedaagden om hun onrechtmatige handelingen als overwogen in rechtsoverweging 5.6 te staken en gestaakt te houden,
6.3.
veroordeelt gedaagden om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de veroordeling 6.2 voldoen, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,
6.4.
bepaalt dat ZBN binnen 48 uur na betekening van dit vonnis haar berichten van 5 en 7 februari 2024 moet rectificeren door aan de ontvangers van die berichten een brief/e-mail te zenden – onder gelijktijdige verstrekking van een kopie/bcc-bericht ervan aan de advocaat van eiseressen – waarin ZBN schrijft:
“Onlangs hebben wij u een brief/e-mail gezonden waarin wij een relatie leggen tussen de heer [naam] enerzijds en Bewust Beveiliging Nederland B.V. en mevrouw [eiseres sub 2] anderzijds. De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg heeft de door ons in die brief/e-mail ten aanzien van Bewust Beveiliging Nederland B.V. en mevrouw [eiseres sub 2] gedane uitlatingen onrechtmatig geoordeeld, zodat wij ons bericht rectificeren, in die zin dat een verband tussen de handelwijze van de heer [naam] en het bedrijf en de bedrijfsvoering van BBN alsook mevrouw [eiseres sub 2] ontbreekt.”
6.5.
veroordeelt ZBN om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 5.000,00 indien zij niet aan de veroordeling 6.4 voldoet,
6.6.
veroordeelt KR Consulting tot publicatie van de onder beslissing 6.4 geformuleerde rectificatie op haar website “https://www.krconsulting.nl/”, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis en gedurende de periode van een maand,
6.7.
veroordeelt KR Consulting om aan eiseressen een dwangsom te betalen van € 5.000,00 indien zij niet aan de veroordeling 6.6 voldoet,
6.8.
compenseert de kosten van deze kortgedingprocedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.9.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken.
CM