In deze zaak heeft de kantonrechter op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap CS FACTORING B.V. en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eisende partij vorderde hoofdelijke veroordeling van de gedaagde tot betaling van een bedrag van € 10.937,50, vermeerderd met boeterente van 13,9% vanaf 7 april 2022, buitengerechtelijke kosten van € 884,38, en de proceskosten. De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door een conclusie van antwoord en een conclusie van repliek. De gedaagde heeft geen conclusie van dupliek ingediend en heeft in zijn verweer aangegeven bereid te zijn de kwestie op te lossen, maar enkel naar verhouding van zijn inkomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij haar vordering voldoende heeft onderbouwd en dat de gedaagde partij geen verweer heeft gevoerd tegen de hoofdsom. De kantonrechter heeft de gevorderde hoofdsom van € 10.937,50 toegewezen, evenals de buitengerechtelijke kosten en de boeterente. De gedaagde partij is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.416,03. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.